Het ontbijt 's ochtends heet 'esmorzar' in het Catalaans of 'desayuno' in het Spaans en wordt vaak thuis of in een café genuttigd. Het ontbijt bestaat meestal uit een stukje geroosterd stokbrood of tostada, die je insmeert met boter of olijfolie en wat kaas of vleeswaren.
Het merendeel van de Spanjaarden staat 's-morgens tussen 7 en 9 uur op om daarna naar het werk te gaan. Het gaat daarbij om 58,8% van de Spanjaarden terwijl 26,3% aangeeft dat de wekker tussen 6 en 7 uur 's-morgens afgaat. 48% geeft aan dat zelfs op feestdagen en vrije dagen men tussen 7 en 9 uur opstaat.
Een typisch Spaans ontbijt bestaat uit koffie (café con leche of café cortado) met wat gebak (churros en croissants zijn het populairst), koekjes (Maria galletas), cake (meestal bizocho), geroosterd brood (diverse tostadas), sandwiches (bocadillos), of aardappelomelet (Tortilla Espanola).
Vanaf een uur of 17.00 tot 20.00 wordt de lekkere trek weer gestild met wat tapas of wat zoetigheden zoals de veel gegeten magdalenas (muffins). Deze 'maaltijd' wordt de merienda genoemd. Rond 21.00 uur is het dan pas weer tijd voor het avondeten, la cena.
De reden daarvoor is niet de relaxte levensstijl van Spanjaarden, maar wel de tijdzone waarin ze leven. Het land bevindt zich namelijk in de verkeerde tijdzone en dat voor al meer dan zeventig jaar. Neem er een kaart bij, dan zie je dat Spanje op dezelfde breedtegraad ligt als Groot-Brittannië, Portugal en Marokko.
Het Spaanse ritme in een notendop: de meeste Spanjaarden starten hun werkdag om 10 uur en werken tot 14 uur. Dan begint de lunchpauze tot rond 17 uur. Daarna gaan ze weer aan de slag tot ongeveer 20 uur. 9 – 14 uur: De kinderen zitten op school en jij op je werk.
Hoewel er mensen zijn die ´s avonds nog veel eten, is de cena normaal gesproken minder uitgebreid dan de middagcomida. Het bestaat uit licht eten, zoals een salade, een sandwich of tapas. De Spanjaarden eten dit avondeten pas op een laat tijdstip, vooral in weekenden en tijdens de zomer pas tussen 21.00 - 23.00 uur.
In Spanje zeggen ze na 2 uur Buenos Tardes, wat ongeveer duurt tot 8 uur. Rond 8 uur zijn de mensen klaar met werk en begint de avond.
Etenstijd. De eettijden in Spanje zijn veel later dan in Nederland. Lunchen gebeurt meestal tussen 14.00 en 15.00 uur en aanschuiven voor het diner kan volgens de échte Spanjaard zeker niet voor 20.30 uur. De meeste restaurants gaan ook pas op rond deze tijd open.
Daarom zegt men tegenwoordig in Spanje nog steeds 'Jesús' als iemand niest al mag je ook het woord 'salud' (gezondheid) gebruiken als je niet zo gelooft in het duivel-verhaal. Wist je trouwens dat als je niest in het Nederlands en Vlaams 'hatsjoe' zegt en dat dit in het Spaans 'Achu' of 'Achís' is?
De Spanjaarden houden van lekker eten. Dat is een belangrijk onderdeel van hun cultuur en dagelijkse leven. In Spanje wordt maar liefst vijf keer per dag gegeten, waarvan twee keer per dag een warme maaltijd.
Anders dan in Nederland eten ze in Spanje alle gerechten los van elkaar. Bij Spaans eten is dat dus beduidend anders dan wat wij gewend zijn. Waar wij Nederlanders de aardappels, groenten en vlees of vis tegelijk op één bord doen, eten de Spanjaarden doorgaans eerst de rijst of aardappelen.
Rond een uur of 6 wordt er nog een tussendoortje gepakt en rond 21.00u begint het avondeten. Traditionele restaurants openen hun keuken voor avondeten daarom vaak pas vanaf 21.00u. Goed om te weten als je gaat eten in Barcelona.
Probeer je aan te passen aan de eettijden en de gebruiken in Sevilla. Men luncht over het algemeen tussen 14.00 en 16.00 uur. Keukens sluiten om 17.00 uur en openen pas weer om 20.00 uur. Er wordt dan tot ongeveer middernacht eten geserveerd.
Volgens de Spaanse wet mogen werknemers niet meer dan gemiddeld 40 uur per week werken. Een werkdag mag niet meer dan 9 uur bevatten en voor werknemers onder de 18 is het beperkt tot maximaal 8 uur per dag.
Het gemiddelde jaarsalaris (in 2021) in heel Spanje is volgens het onderzoek 24.555 euro bruto (LET OP: dit is gemiddeld en dus niet het meest voorkomend).
Spanjaarden hebben genieten tot de hoogte vorm van kunst verheven. Een Spanjaard werkt om te leven, en niet, zoals veel Noord Europeanen, leven om te werken. Het sociale – en familieleven is het allerbelangrijkste voor een Spanjaard. Dit zie je ook terug in hun liefde voor kinderen maar ook voor de ouderen.
Ze zijn zelfverzekerd en ambitieus
Ze zitten echter niet alleen maar te wachten tot er goede dingen met hen gebeuren. Spaanse vrouwen zijn ook erg ambitieus. Ze hebben een proactief karakter en ze zijn altijd in beweging en werken aan het verbeteren van hun leven en het leven van hun geliefden.
In Spanje zijn er veel wandelroutes, fietsroutes en mountainbike routes etc. te vinden. Spanjaarden uit de steden trekken er in het weekend vaak op uit om te gaan wandelen, fietsen of hiken. Je vindt ze daarom in het weekend vaak in de natuur van Spanje.
Spaanse mannen zijn wereldkampioen levensgenieters en zijn vooral geïnteresseerd in vijf dingen: seks, voetbal, eten, alcohol en gokken (niet noodzakelijkerwijs in die volgorde). De belangrijkste zorg voor een Spanjaard is om een goede tijd en levenslust te hebben.
De siësta komt voort uit de elfde eeuw en is door de jaren heen een echte gewoonte in Spanje geworden. Een echte siësta duurt tussen de 15 en 30 minuten en is een moment voor de bevolking om in stilte uit te rusten, zodat er nieuwe energie verkregen kan worden voor de rest van de dag.