1. Jostedalsbreen, eindeloze ijsmassa in Noorwegen. Als witte lava kruipt de Jostedalsbreen tussen de bergtoppen door. Deze ontzagwekkende gletsjer in Noorwegen is de grootste van het Europese vasteland: 100 kilometer lang en 15 kilometer breed.
Jostedalsbreen is de grootste gletsjer van het Europese vasteland. Het ligt in Sogn og Fjordane in de provincie Fjord-Noorwegen, beslaat 487 vierkante kilometer en heeft ijslagen met diktes tot wel 600 meter. De gletsjer heeft ruim 50 vertakkingen zoals de bekende Briksdalsbreen-gletsjer en de Nigardsbreen-gletsjer.
In Europa bestaan 36 skigebieden met een gletsjer.
Vatnajökull in IJsland
De Vatnajökull bedekt een gebied van 8100 km2 en is daarmee de grootste gletsjer van IJsland. In volume is het tevens de grootste gletsjer van Europa.
Verloor een gemiddelde gletsjer 20 jaar geleden jaarlijks een derde meter van zijn dikte, inmiddels is dat verlies tot rond twee derde meter per jaar opgelopen.
Terwijl de meeste gletsjers wereldwijd korter werden, begonnen zeker 58 gletsjer in Nieuw-Zeeland te groeien. Eén van die gletsjers – de Franz Josef-gletsjer – groeide gedurende deze periode zelfs bijna continu.
In een koude gletsjer (Engels: cold glacier) is het ijs kouder dan 0 graden Celsius. Een warme gletsjer (Engels: temperate glacier) bestaat echter uit ijs dat van boven tot onder op het smeltpunt ligt (circa 0°C, afhankelijk van de heersende druk).
Koude gletsjers: het ijs van een koude gletsjer is kouder dan -0,5 graden.
Eeuwige sneeuw
Hier is het zo koud dat sneeuw nooit helemaal weg dooit en steeds weer aangevuld wordt door verse sneeuw. De ondergrens van de eeuwige sneeuw ligt in de poolstreken ongeveer op zeeniveau, in de Alpen op een hoogte van ongeveer 3000 meter en in de tropen op meer dan 5000 meter hoogte.
De laatste ijstijd eindigde 11.700 jaar geleden! Die periode was zo koud dat er heel veel sneeuw viel, vervolgens wordt deze sneeuw langzaam samengedrukt tot een klein laagje ijs. Als dit ieder jaar gebeurd dan ontstaat er een gletsjer.
Wereldwijd krimpen gletsjers door klimaatverandering, maar sommigen groeien juist. Hoe kan dat? Terwijl wereldwijd gletsjers krimpen door opwarming van de aarde, zijn er ook een paar begonnen aan een groeispurt.
Gletsjers die wel in water eindigen maar niet drijven, heten kalvende gletsjers, genoemd naar het proces waarbij stukken ijs afkalven en door het water worden afgevoerd. Afgebroken stukken ijs van kalvende gletsjers, maar ook van ijsplaten, noemen we ijsbergen. Deze bevinden zich voor ongeveer 90% onder water.
Tegenwoordig wordt ongeveer 10% van het landoppervlak van Noorwegen bedekt met gletsjers. Deze gletsjers worden beschouwd als de overblijfselen van de laatste ijstijd. In Noorwegen zijn 2534 gletsjers. De ijsmassa's van deze gletsjers kunnen wel honderden jaren oud zijn.
Jaarlijks trekken er in de winter, maar ook in de zomer vele toeristen naar de gletsjers van Zwitserland. Naast de vele skigebieden in de winter zijn er twee gletsjers in Zwitserland waar je nog even net iets langer kunt genieten van de sneeuw dan de normale skigebieden.
Vatnajökull (2110 m) is naast de grootste gletsjer in IJsland ook de grootste gletsjermassa in Europa! Vatnajökull beslaat 8% van het landoppervlak in IJsland en heeft een gemiddelde ijsdikte van 380 meter, met een aantal gebieden met een dikte van bijna een kilometer.
Een gletsjerspleet is een diepe scheur in een gletsjer. De spleet kan honderden meters lang en tientallen meters diep zijn. De spleten zijn vooral in de winter zeer gevaarlijk, omdat ze dan bedekt kunnen zijn met sneeuw.
De Antarctische ijskap is 12 miljoen km² groot en bevat 29 miljoen km³ ijs. Dat is 90% van al het bevroren zoet water op aarde. De Groenlandse ijskap is 1,7 miljoen km² in oppervlakte en heeft een inhoud van circa 3 miljoen km³, 9 % van het bevroren zoetwater op aarde.
Zeespiegelstijging. Een belangrijk gevolg van smeltende gletsjers is dat ze bijdragen aan zeespiegelstijging. “Als alle gletsjers zouden smelten, stijgt de zeespiegel met 30 tot 40 centimeter. Dat lijkt misschien te overzien, maar de huidige infrastructuur aan onze kusten is daar niet op berekend.
Meters ijsmassa
De grotten onder de gletsjer ontstonden door het stromende smeltijs. Hoe dat werkt? Via een gat in het schuivende ijsveld, ook wel gletsjermolen genoemd, stroomt het water terug naar het meer aan de voet van de berg.
Gletsjers zijn grote ijsmassa's. Ze ontstaan wanneer sneeuw samengedrukt wordt. Als er jarenlang sneeuw valt op dezelfde plek ontstaan er verschillende lagen sneeuw die op elkaar drukken. Als deze samengeperst worden ontstaat er een groot pakket van ijs en dat is een gletsjer.
Een gletsjer groeit als er meer sneeuw valt dan er in de ablatie-zone afsmelt. De grootte van het firnbekken bepaalt in belangrijke mate hoe lang een gletsjer kan worden: er is een groot aanbod van ijs wat kan ontstaan en verder naar beneden kan vloeien.
De Rijn en haar aftakkingen zijn de enige rivieren in Nederland die smeltwater van gletsjers transporteren. In Vlaanderen komen alleen regenrivieren voor.
Een trogdal of U-dal is een daltype. Het heeft een U-vorm en een platte bodem met aan beide zijden steile wanden. Een U-dal ontstaat doordat er een rivier of een gletsjer de bodem erodeert. Normaal is er sprake van een verticale en een horizontale erosie, hierdoor ontstaat een V-dal.
Landijs is ijs dat op het land ligt, in tegenstelling tot zee-ijs. Landijs dat niet, of slechts voor een heel klein deel, wegdooit in de zomer wordt meestal gletsjer genoemd. De grootste massa's van permanent landijs bevinden zich op Antarctica en Groenland en heten ook wel ijskappen.