Betaalde arbeid is de belangrijkste bron van welvaart en vormt daarmee het economische draagvlak voor de financiering van de verzorgingsstaat. 2. Werk is een van de belangrijkste verdelingsmechanismen in onze samenleving en is het instrument bij uitstrek om armoede te bestrijden en sociale ongelijkheid te verminderen.
De Arbeidstijdenwet zegt hierover: arbeid is elke lichamelijke of geestelijke inspanning die de werkgever van de werknemer verlangt. Dit geldt ook als de werkgever alleen de aanwezigheid van de werknemer vereist en er op dat moment strikt geen inspanning wordt verricht.
'Arbeid' heeft te maken met het biologische proces van het menselijk lichaam, 'werk' met de onnatuurlijkheid van het menselijk bestaan, en 'handelen' met de veelvormigheid van mensen. In onze moderne cultuur is arbeid dominant geworden. En arbeid staat in de ordening van Arendt het laagst.
Als je in loondienst bent, verricht je formele arbeid. Ook een ondernemer betaalt belasting en verricht formele arbeid. Vrijwilligerswerk bij een organisatie die geregistreerd staat bij de overheid is een vorm van formele arbeid. Een stage valt ook onder formele arbeid.
Het woord arbeid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Informele arbeid wordt niet geregistreerd door overheidsinstanties en er wordt geen belasting afgedragen. Door de monetarisering van de middeleeuwse economie werd naast zelfstandige beroepsarbeid ook in toenemende mate loonarbeid mogelijk. Vooral de industrialisatie heeft hiertoe bijgedragen.
Wat is arbeid? Arbeid is in de natuurkunde een maat voor het gedane werk of de geleverde inspanning van een krachtbron bij verplaatsing van een massa. Arbeid gaat altijd hand in hand met kracht. In het kort verricht een kracht arbeid als er met het uitoefenen van de kracht een verplaatsing gepaard gaat.
Werken is het aanbrengen van wenselijk geachte veranderingen in de omgeving door menselijke activiteit. Werk kan zowel lichamelijk als geestelijk zijn. In economisch verband spreekt men van arbeid.
Deze term betekent de «moeite, inspanning van lichamelijke en/of geestelijke krachten om iets te verrichten, te verkrijgen, of tot stand te brengen» (Van Dale, Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, elfde herziene druk, Utrecht/Antwerpen, verbo «Arbeid».)
De arbeid (W) die een kracht (F) verricht is gelijk aan de kracht keer de verplaatsing (s) die de kracht veroorzaakt (W=F·s).
Een van de kenmerkende elementen van de arbeidsovereenkomst is, dat er sprake moet zijn van 'persoonlijke arbeid'. Dit betekent dat een werkgever van een werknemer mag verwachten dat hij de arbeid persoonlijk verricht. De werknemer zal zich niet door een ander kunnen laten vervangen.
de plaats of plaatsen waar u werkt;uw functie of het soort werk dat u doet;de datum van indiensttreding;de duur van het contract (bij een tijdelijk contract);
Werk is van groot belang voor het welbevinden van het individu: het is de belangrijkste bron van inkomen, draagt bij aan sociale integratie en maatschappelijke participatie, biedt ontplooiingsmogelijkheden en levert politieke en maatschappelijke invloed op.
Het verrichten van onbetaalde productieve activiteiten. Dit omvat huishoudelijke werkzaamheden, kinderverzorging, vrijwilligerswerk, hulp aan en verzorging van anderen, klussen en karweitjes, en de met deze activiteiten gemoeide reistijd.
Vrijwilligerswerk is werk dat u onbetaald en onverplicht doet, voor anderen of voor de samenleving.
De vraag op de arbeidsmarkt komt van werkgevers: zij vragen namelijk om arbeid. Je kunt zien hoe groot de vraag is door te kijken naar de werkgelegenheid: de hoeveelheid bezette banen plus het aantal openstaande vacatures. Het aanbod op de arbeidsmarkt komt van de beroepsbevolking: zij bieden namelijk hun arbeid aan.
als synoniem van een ander trefwoord: bezigheid (zn) : activiteit, affaire, ambacht, arbeid, bedrijvigheid, beroep, beslommering, dienst, emplooi, functie, inspanning, karweitje, occupatie, verrichting, werk, werkkring, werkzaamheid.
In de betekenis van 'arbeid' voor het eerst aangetroffen in het jaar 776. erfwoord: Middelnederlands werc, ontwikkeld uit Oergermaans *werkan, bij Indo-Europees *uerǵ- 'doen, maken, werken', waartoe ook behoren Oudbretons gwerg 'werkzaam', Oudgrieks érgon 'werk' en Avestisch varəza- 'het werken'.
De eenheid van arbeid is de newton-meter (Nm), maar dat is hetzelfde als de joule (J), de eenheid van energie. Arbeid is immers een vorm van energie. Een joule is ongeveer de arbeid die men verricht als men een literpak melk tien centimeter optilt.
Op de kast werken krachten (duwkracht, wrijvingskracht, zwaartekracht en normaalkracht) en de verplaatsing is niet nul. Er wordt arbeid verricht door de krachten in de richting van de verplaatsing: De duwkracht en de wrijvingskracht.
Vermogen is een natuurkundige grootheid voor de energie (arbeid) per tijdseenheid. De SI-eenheid voor vermogen is de watt.
Een formele organisatie houdt in dat de taakverdelingen, functie- en taakbeschrijvingen, richtlijnen en procedures een officiceel karakter hebben. Een informele organisatie houdt in alle niet tot de formele organisatie behorende taakverdelingen en relaties.
Formeel betekent dan 'zakelijk, officieel, tot het publieke domein behorend', informeel 'niet-zakelijk, ongedwongen, tot de privésfeer behorend'. Bijvoorbeeld: een formeel gesprek, een informele aanspreking.
De formele organisatie wordt gevormd door de vastgelegde afspraken, functieomschrijvingen, procedures, en dergelijke, de governance. De informele organisatie is de wijze waarop de organisatie daadwerkelijk functioneert.