De fijnste soort schuurpapier heeft korrel 220 tot 240. Dit is het schuurpapier wat je gebruikt als je de eerste verflaag hebt aangebracht op je schilderwerk. Na het drogen schuur je deze laag licht op voordat je de volgende verflaag aanbrengt. Dat opschuren doe je met het fijne schuurpapier.
Groftes van schuurpapier worden aangeduid met de letter P voor een bepaald cijfer. Het cijfer staat voor de hoeveelheid korrels die er op 1 cm2 zitten. Dit betekend dus hoe hoger het getal, des te fijner het schuurpapier is. Ruw hout of oude (slechte) verflagen kunt u opschuren met P80 tot P120.
Schuurpapier heeft een 'eigen' getal. Dit cijfer, voorafgegaan door een 'p' of 'k' staat voor de hoeveelheid korrels per vierkante centimeter. Hoe lager het getal, hoe grover het schuurpapier.
Licht opschuren betekent dat je de verflaag mat schuurt zodat de nieuwe verflaag goed hecht. Dat is voldoende. Je ondergrond is helemaal klaar voor het nieuwe schilderwerk.
Opschuren van intacte verflagen doet u best met schuurpapier van een gemiddelde korrel (120 bijvoorbeeld). Bij echt slecht schilderwerk of een heel oneffen ondergrond kan u gerust schuren met grof schuurpapier (korrel 80 of 60) tot alle lagen verf afgeschuurd zijn.
Tussen de verschillende verflagen schuur je lichtjes op. Zo krijg je een betere hechting tussen de lagen. Ook oude glanzende of zijdeglanzende verflagen schuur je best op. Zo ben je zeker van een goede hechting van de nieuwe lak.
Welke korrel schuurpapier voor deuren geschikt is? Fijn schuurpapier (korrel 240) is prima te gebruiken voor het schuren tussen verflagen. Middel schuurpapier (korrel 120) kun je gebruiken voor het goed opschuren van intacte verflagen.
Het is aan te raden om altijd te schuren tussen grondverf en aflakken. Fijn schuren levert het beste resultaat op. Na grondverf schuren zorgt ervoor dat de houtvezels die omhoogkomen na het verven weg kunnen worden geschuurd. Vooral bij kaal hout is dit een mogelijkheid.
Hoe hoger het getal, des te fijner het schuurpapier. De letter P staat voor 'particles'. Het getal zelf staat voor de hoeveelheid korrels per vierkante centimeter. P180 betekent dus dat er 180 korrels per vierkante centimeter op het schuurpapier zitten.
Oude verflagen verwijder je met grof schuurpapier; begin met korrel P80 en ga vervolgens over op korrel P120. Voor het schuren van houten vloeren gelden iets andere regels. Om tot een mooi strak eindresultaat te komen begin je hier met korrel P60, vervolgens P80 en als laatste P120.
Grit slaat op de korrel die op het papier zit. De waardes die je noemt slaan weer op het formaat van de korrel. Hoe groter het getal, hoe fijner de korel. Een grovere korrel neemt doorgaans meer en sneller af maar laat een grover oppervlak achter.
Fijn schuurpapier (korrel 120 – korrel 180) komt van pas na het aanbrengen van een laag grondverf. Zeer fijn schuurpapier (korrel 200 – korrel 600) gebruik je na het aanbrengen van een laklaag.
Het behandelde hout lakken
Een nieuwe laag breng je niet zomaar aan. Eerst laat je de laklaag goed drogen. Daarna schuur je het weer licht op met fijn schuurpapier (korrel 320) of een schuurspons (korrel 320) in de richting van de houtnerf. Zo krijg je straks het mooiste, meest glanzende resultaat.
Door nat te schuren kunnen oppervlakte spiegelglad geschuurd worden. De korrel van nat schuurpapier is fijner en door de werking met water worden oppervlakte heel erg glad. Door nat te schuren wordt de kans op krassen aanzienlijk verkleind.
Eigenlijk is het in alle gevallen verstandig om eerst te schuren voordat je gaat verven. Door eerst goed te schuren kan de verf beter hechten. Wanneer je op een gladde ondergrond gaat verven kan de verf namelijk naar beneden glijden. Bij een gladde ondergrond is het dus niet verstandig om te verven zonder te schuren.
Het is in principe voldoende om het meubel met fineer mat te schuren. Schuur daarnaast meer grondig als de ondergrond ruw aanvoelt. Dat kan komen door oneffenheden of het opzetten van de houtvezels. Zorg met het schuren voor een gladde ondergrond.
Wil je een deur verven met roller zonder strepen? Met een schuimrollertje heb je bijvoorbeeld altijd wel een beetje een sinaasappelschil-structuur in de verflaag. Wanneer je kiest voor een viltroller, zal het resultaat veel strakker zal zijn. Breng voldoende verf aan, verdeel goed en laat drogen.
Door te schuren, kan de verf zich hechten en heb je minder last van druipers. Maar ook is het dus voor de hechting nodig. Als je helemaal niet schuurt, zal de verf kwetsbaar zijn. Even stoten tegen een deurpost die niet (goed) geschuurd is en de stukjes verf stoot te er zo af.
Het ontvetten is belangrijk, omdat je anders vuil dat op het oppervlak zit het oppervlak in schuurt. Na het schuren dien je al het schuurstof te verwijderen voordat je verf aanbrengt. Zo voorkom je dat er stof in de verflaag komt. Gebruik hiervoor een stoffertje en voor het fijne stof een kleefdoek.
Je moet altijd éérst ontvetten, bijvoorbeeld met St. Marc, en dan pas schuren. Dus niet andersom! Eerst ontvetten en daarna schuren is de juiste volgorde wanneer je de ondergrond voorbehandelt om te gaan schilderen.
Schuren zonder stof wordt ook wel stofvrij schuren genoemd.
Om te schuren zonder stof moet je een apparaat hebben die het schuurstof afzuigt. Vaak wordt hiervoor een speciale stofzuiger gebruikt: ook wel een schuurstofzuiger genoemd. Je sluit de stofzuiger aan d.m.v. een stofzuigerslang aan je schuurmachine.
Ontvetten is altijd het eerst wat je moet doen, hierna kun je eventueel schuren. Houtwerk of oude verflagen worden na mate van tijd vies en vettig, ga je eerst schuren dan schuur je dit in de oude verflaag en porien van het hout. Ook siliconen van kitranden moeten eerst ontvet worden om onthechting te voorkomen.
Vervang het schuurpapier niet te snel. Grof schuurpapier wordt vaak half gebruikt weggegooid. Laat het schuurpapier niet “vol” lopen. Schuurpapier wordt vaak weggegooid omdat het opgevuld is met schuursel; het schuurpapier is dan echter nog niet versleten en kan na uitkloppen weer worden gebruikt.