De 1e graad bestaat uit 2 leerjaren: het 1e leerjaar en het 2e leerjaar. In het 1e leerjaar heb je een 1e leerjaar A (1A) en een 1e leerjaar B (1B). Je start automatisch in 1A als je je getuigschrift basisonderwijs hebt behaald. Je start automatisch in 1B als je dit getuigschrift niet hebt behaald.
Je moeder is 1e graads (in rechte lijn).Je opa is 2e graads (in rechte lijn). Je zus is 2e graads (in zijlijn): moeder (1) – zus (2). Je tante is 3e graads (in zijlijn): moeder (1) – oma (2) – tante (3).
Eerstegraads familieleden: partner*, ouders (ook adoptie- en stiefouders), schoonouders, kinderen (ook adoptie- en stiefkinderen), schoondochters- en zonen. Tweedegraads familieleden: broers en zussen, kleinkinderen, grootouders, schoonzussen en zwagers, stiefbroers- en zussen.
Dit zijn: broers en zussen (inclusief stiefbroers en stiefzussen)zwagers en schoonzussen.
Tweedegraads familieleden: broers, zussen, kleinkinderen, opa's, oma's, schoonzussen, zwagers, stiefzussen, stiefbroers. Derdegraads familieleden: ooms, tantes, neven en nichten (kinderen van een broer of zus), overgrootouders, achterkleinkinderen.
Derde graad
overgrootouders;achterkleinkinderen;neven en nichten (kinderen van broers of zussen);ooms en tantes (broers of zussen van de ouders).
Dit betekent dat broers en zussen bloedverwanten zijn in de tweede graad, ooms en tantes in de derde, en volle neven en nichten in de vierde graad. Kinderen van broer of zus zijn bloedverwant in de derde graad.
Derde graad
achterkleinkinderen van uw partner; neven en nichten van uw partner (kinderen van broers of zussen);
Voor de bepaling van de graad van bloed- of aanverwantschap is de (gemeenschappelijke) voorouder van belang. Het aantal tussenliggende geboortes bepaalt de graad van bloedverwantschap in de rechte lijn (ouder - kind, 1e graad verwantschap; grootouder - kleinkind, 2e graad verwantschap).
Als tweedegraads docent ben je gespecialiseerd in één schoolvak of schoolprofiel. Je kunt met deze bevoegdheid lesgeven aan de onderbouw van havo en vwo (klas 1, 2 en 3). Maar ook het vmbo, het voortgezet speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs en het MBO behoren tot jouw werkterrein.
Dit zijn: partner (via huwelijk, geregistreerd partnerschap of samenlevingscontract)
Eerste graad
partner van uw (adoptie)kinderen (schoonzoon of schoondochter).
1e graads familie: Dit zijn de directe familieleden, namelijk de ouders, partner en kinderen van een persoon. 2e graads familie: Dit zijn de broers, zussen, grootouders, kleinkinderen en (schoon)ouders van een persoon.
2de graad. De 2de graad bestaat uit het 3de en het 4de leerjaar. Vanaf de 2de graad kan je kiezen voor een studierichting die het beste aansluit bij jouw interesses en mogelijkheden.
1ste graad: vader / moeder, zoon / dochter, ten volle adoptant / ten volle geadopteerde. 2de graad: grootvader / grootmoeder, kleinzoon / kleindochter, broer / zus. 3de graad: overgrootvader / overgrootmoeder, achterkleinzoon / achterkleindochter, oom / tante, neef / nicht.
Bloedverwanten tot de eerste graad zijn: vader, moeder en kinderen. Bloedverwanten tot de tweede graad zijn: grootouders, kleinkinderen, broers en zussen. Bloedverwanten tot de derde graad zijn: overgrootouders en achterkleinkinderen, tantes en nonkels, neven en nichten (= kinderen van broers of zussen).
Neef (m.)en nicht (v.) zijn twee verschillende familierelaties: Een zoon respectievelijk dochter van iemands broer/zus, ook wel oomzegger of tantezegger.
De termen '1e neef, 2e neef, 3e neef', geeft aan wie jullie gezamenlijke voorouders zijn. Bij een 'gewone' neef zijn dat de grootouders. Bij een 2e neef de overgrootouders, een 3e neef de betovergrootouders, enz. De termen '1 x 2 x 3 x verwijderd' geeft aan in welke generatie hij zit.
Jouw aanverwanten zijn je schoonvader, schoonmoeder, schoonzoon, schoondochter, schoonbroer (zwager), schoonzus, aangetrouwde oom, aangetrouwde tante, aangetrouwde nicht en aangetrouwde neef. Let op: dit zijn niet je bloedverwanten.
Algemeen gangbaar in het hele taalgebied als aanduidingen voor aangetrouwde familieleden zijn: schoonzus, schoonmoeder, schoonvader, schoondochter, schoonzoon en schoonfamilie. Sporadisch komt ook schoonkinderen voor.
Het 3e + 4e jaar secundair onderwijs (SO) vormen de 2e graad. In de 2e graad kies je voor het eerst een studierichting. Het is een zeer belangrijke keuze, want ze geeft al een bepaalde richting aan je schoolloopbaan.
Bloedverwantschap is de relatie tussen 2 personen die een gemeenschappelijke voorouder hebben. Aanverwantschap is de relatie tussen u en de bloedverwanten van uw echtgenoot of geregistreerde partner.
Achterachterneef/-nicht: hij of zij heeft dezelfde overovergrootouders. Achteroom/-tante: hij of zij is een neef/nicht van je vader of moeder. Oudoom/-tante: hij of zij is een broer of zus van je grootouders.
Hierin worden de volgende graden onderscheiden: Eerste graad: Kinderen en ouders van de partner, alsook partner van de kinderen (schoonzoon/schoondochter). Dit geldt ook voor adoptiekinderen en adoptieouders. Tweede graad: Broers en zussen, kleinkinderen en grootouders van de partner.