overtuigd bijv. naamw. Uitspraak: [ovər'tœyxt] met veel zekerheid en hartstocht Voorbeelden: `Tot zijn achttiende was hij een overtuigd christen.
zeker in zijn denkwijze. 1) Doordrongen 2) Doordrongen van iets 3) Doorgewinterd 4) Fervent 5) Niet twijfelend 6) Onwankelbaar 7) Overreed 8) Positief 9) Stellig 10) Tot inzicht gekomen 11) Vast ...
optimistisch, overtuigd. zeker (bw) : absoluut, alleszins, beslist, gegarandeerd, gewis, natuurlijk, ongetwijfeld, ontwijfelbaar, overtuigd, stellig, verzekerd, wis, zekerlijk.
We schrijven het met een d, omdat de verledentijdsvorm overtuigde op -de eindigt. In bijvoorbeeld Hij overtuigt mij is overtuigt een persoonsvorm in de tegenwoordige tijd: we schrijven de stam overtuig + -t. Meer over deze regel in de Woordenlijst.
Ook wanneer het onderwerp u ná het werkwoord komt, schrijven we een t achter de stam: wat vindt u van de nieuwe minister? Hierin verschilt u van de niet-beleefde vorm je. Als dat na het werkwoord komt, schrijf je geen t: wat vind je van de nieuwe minister?
Ik hou en ik houd zijn allebei correct. Zowel in gesproken als in geschreven taal is ik hou de gewone vorm. De vorm met -d komt vooral voor in formelere geschreven taal. Zij is de vrouw van wie ik hou / ik houd.
vreedzaam = vreedzaam bijv. naamw. Uitspraak: [`vretsam] zonder ruzie of niet geneigd om ruzie te maken Voorbeeld: `De verschillende bevolkingsgroepen leven vreedzaam naast elkaar.
aanneming, aanvaarding, affirmatie, bekrachtiging, confirmatie, erkenning, goedkeuring, toekenning, toestemming, verzekering, waarmerking. vergunning (zn) : admissie, autorisatie, bewilliging, consent, dispensatie, inwilliging, licentie, permissie, toelating, toestemming, verlof.
bepraten, overhalen, overreden, persuaderen, voor zich winnen. overtuigen (ww) : controleren, nagaan, vergewissen.
Gewetensvolle mensen hebben zelfdiscipline, zijn plichtsgetrouw en gaan efficiënt en gestructureerd te werk. Omdat ze zich aan afspraken houden, zijn ze vaak heel betrouwbaar. Minder gewetensvolle mensen zijn daarentegen flexibel en ongedwongen, maar ook rommelig en soms impulsief.
goed (bn) : betrouwbaar, bevredigend, bruikbaar, degelijk, deugdelijk, geldig, gepast, geschikt, handig, passend, proper, solide. goed (bn) : behoorlijk, tevredenstellend, voldoening gevend.
aannemen, achten, betrouwen, denken, menen, vermoeden, veronderstellen, vertrouwen, vinden.
Uitspraak: [pɛr'mɪsi] Verbuigingen: permissie|s (meerv.) goedkeuring om iets te doen of te laten Voorbeeld: `Wie heeft jullie permissie gegeven om het klaslokaal te verlaten?`Synoniemen: toestemming, verl...
bijv. naamw. 1) Geneigd de vrede te bewaren 2) Gesteld op rust 3) Gesteld op vrede 4) Niet krijgszuchtig 5) Niet oorlogszuchtig 6) Onverstoorbaar 7) Pacifiek 8) Pacifistisch 9) Tot vr...
bijv. naamw. onverstoord door geschil of onrust. 1) Bedaard 2) Gerust 3) Harmonieus 4) Harmonisch 5) Kalm 6) Kalm en lieflijk 7) Kalm en ongestoord 8) Kalmpjes 9) Ongestoord 10) Rustig 11) Rustig en tevreden 12) Sereen ...
Angst is namelijk een synoniem voor ego, en ego is weer het tegenovergestelde van vreedzaamheid.
Ik rij en ik rijd zijn allebei correct. Zowel in gesproken als in geschreven taal is ik rij de gewone vorm. De vorm met -d komt vooral voor in formelere geschreven taal. Ik rij / ik rijd nooit onder invloed.
Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen -t: hij wil, wil hij. De vorm hij wilt* (of wilt hij*) is niet correct.
In tegoed hebben en tegoed houden betekent tegoed 'nog te verwachten, op te eisen, te vorderen'. Volgens de officiële spelling is tegoed hebben en tegoed houden juist. Officieel is het dus: Mijn zus heeft nog tien euro van me tegoed.
goedgelovig = goedgelovig bijv.
Ongelovigen heten atheïst of agnost.
als synoniem van een ander trefwoord: mijns inziens (bw) : naar mijn mening, volgens mij.