Verordeningen zijn rechtshandelingen omschreven in artikel 288 van het Verdrag inzake de werking van de Europese Unie (VWEU). Ze zijn van algemene toepassing, in al hun onderdelen verbindend en rechtstreeks toepasselijk in alle landen van de Europese Unie (EU).
Een verordening is een overheidsbesluit van algemene strekking. Enkele soorten verordeningen: Europese verordening, een wetgevend instrument van de Europese Unie. Verordening (België), door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uitgevaardigde wetgevende akte.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen: verordening (zn) : maatregel, besluit, beschikking, voorschrift, bevel, reglement, prescriptie, ordonnantie, decreet, overheidsbesluit, edict, ordinantie.
In de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) staan regels van de gemeente over de openbare orde en veiligheid. Elke gemeente heeft een eigen APV. De APV geldt voor iedereen binnen de gemeente. Uit de regels van de APV blijkt of u een vergunning nodig heeft.
Verordeningen. Een “verordening” is een bindende rechtshandeling die in de hele EU van toepassing is.
Voorbeelden van besluiten van algemene strekking zijn een verordening of een bestemmingsplan.
De bepalingen van een verordening behoeven niet alleen geen omzetting naar het nationale recht (zijn rechtstreeks toepasselijk), maar hebben doorgaans ook directe of rechtstreekse werking: dat wil zeggen dat individuen er een beroep op kunnen doen voor de bevoegde nationale rechter tegenover de staat (verticale directe ...
Tegen een beleidsregel (nadere uitwerking van de keur voor een specifiek onderwerp) en een verordening staat geen bezwaar open, evenals tegen de intrekking of de vaststelling van de inwerkingtreding hiervan.
Een richtlijn bindt lidstaten alleen aan het resultaat dat ermee wil worden bereikt. Een richtlijn moet in nationale wetgeving worden omgezet en is niet rechtstreeks toepasbaar. Een verordening heeft een algemene strekking, is verbindend in al zijn onderdelen en rechtstreeks toepasbaar in elke lidstaat.
Volgens artikelen 147 en 149 Gemeentewet komt de bevoegdheid tot vaststelling van gemeentelijke verordeningen in beginsel toe aan de gemeenteraad. Bij de wet of door de raad krachtens wet kan de bevoegdheid evenwel ook toegekend worden aan het college van burgemeester en wethouders of aan de burgemeester.
Rechtsbronnen van de EU. De rechtshandelingen van de Unie worden opgesomd in artikel 288 VWEU. Het gaat om verordeningen, richtlijnen, besluiten, aanbevelingen en adviezen.
Een verordening of APV (Algemeen Plaatselijke Verordening) is een wet die geldt voor iedereen binnen de gemeente. In een beleidsregel staat hoe het college van burgemeester en wethouders zijn bevoegdheden uitvoert.
Aan de Staten wordt de regeling en het bestuur van de huishouding der provincie overgelaten. Zij maken de verordeningen, die zij voor het provinciaal belang noodig oordeelen.
6.1.
20.9 Aan een verordening kan in uitzonderlijke gevallen, voor zover zulks met het rechtszekerheidsbeginsel in overeenstemming is, terugwerkende kracht worden verleend.
Behandeling wetsvoorstel in de Eerste Kamer
In de Eerste Kamer wordt het wetsvoorstel eerst behandeld in een gespecialiseerde commissie. Daarna volgt het plenaire debat en wordt er gestemd. De Eerste Kamer mag het wetsvoorstel alleen aannemen of verwerpen. De Eerste Kamer mag het wetsvoorstel niet wijzigen.
De Richtlijn (Directive) is de enige rechtshandeling die niet-rechtstreeks bindend is. Personen en instellingen kunnen in principe geen rechten aan een Richtlijn ontlenen. Een Richtlijn bindt de lidstaten om de nationale wetgeving aan te passen en legt de lidstaten een resultaatverplichting op.
Verordeningen zijn rechtshandelingen die bindend zijn voor:de EU-instellingen;EU-lidstaten;de personen waarop ze van toepassing zijn.
Wanneer een gemeente beleid maakt, legt de gemeente de afspraken hierover vast in een verordening. In de verordening staan rechten en plichten genoemd. Een verordening geeft daarmee de spelregels voor het betreffende beleid weer. Ieder beleidsterrein heeft een eigen verordening.
Omdat een verordening dus niet door de lidstaten hoeft te worden uitgewerkt, moet een verordening in alle lidstaten van de EU op een zelfde manier worden ingevoerd en overal tot een gelijk resultaat leiden. Lidstaten zijn verplicht om verordeningen uit te voeren.
Een verordening heeft een algemene strekking, is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat (artikel 288, tweede alinea, EU-Werkingsverdrag). De algemene strekking ziet op de objectieve en abstracte omschrijving van de in een verordening neergelegde regeling.
Als u een bezwaarschrift indient, krijgt u daarna vaak een uitnodiging voor een hoorzitting. De organisatie vraagt u, en eventueel ook andere betrokkenen, om een mondelinge toelichting. Dit heet 'horen'.
Een bezwaar indienen kost niets.
Verordeningen, richtlijnen en besluiten zijn de belangrijkste wetgevingsmaatregelen van de Europese Unie. Verordeningen zijn bindend en rechtstreeks toe te passen in de hele EU. Bij richtlijnen worden er geen specifieke maatregelen opgelegd, maar zijn de lidstaten wel verplicht een bepaald resultaat te behalen.
Uit artikel 93 van de Grondwet volgt dat een ieder verbindende bepalingen van verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties verbindende kracht hebben jegens burgers en rechtspersonen nadat zij zijn bekendgemaakt. Deze bekendmaking vindt plaats in het Tractatenblad.
Als nationale autoriteiten EU-wetten niet naar behoren implementeren, kan de Commissie een formele inbreukprocedure starten tegen het betreffende land . Als de kwestie dan nog steeds niet is opgelost, kan de Commissie de zaak uiteindelijk voorleggen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie.