DVE staat voor Darm Verteerbaar Eiwit. DVE is de maat voor de hoeveelheid eiwit die beschikbaar en verteerbaar is in de dunne darm. Deze hoeveelheid eiwit is afkomstig van 2 bronnen: eiwit geproduceerd in de pens van de koe (zogenaamd microbieel eiwit) en eiwit uit het voer wat pensbestendig is.
De Far-off droge koe heeft 9000 VEM en 400-500 DVE per dag nodig met een OEB van 0-150, verder moet het rantsoen zo'n 13-14% RE bevatten (zie tabel 1: streefwaarden droogstandsrantsoen van Veerkracht). Dit betekent dat er per dag 1500 gram RE gevoerd wordt.
De VEM wordt berekend aan de hand van het niveau aan verteerbaar ruw eiwit, verteerbaar organische stof, verteerbare ruwe celstof, verteerbaar ruw vet en verteerbare koolhydraten (suiker, zetmeel, overige koolhydraten). Hieruit blijkt dat de verteerbaarheid (gemeten als VC-OS) een grote rol speelt.
De afkorting vem staat voor voedereenheid melk. Koeien produceren meer melk van een kuil met een hoge vem. De vem is een maat voor de hoeveelheid energie in het voer. ligt op 980 vem per kilo droge stof.
OEB staat voor 'Onbestendige Eiwit Balans'. Dit kengetal geeft aan hoeveel eiwit en energie er in de pens beschikbaar komt en of deze twee in balans zijn. Een positieve OEB betekent dat er relatief meer eiwit in de pens beschikbaar is ten opzichte van de energie.
Slow release ureum is een langzaam vrijkomend voederureum, wat kan worden ingezet bij een tekort aan pens-eiwit. In Nederland wordt in de meeste rantsoenen een OEB van rond de 250 aangehouden voor een goede penswerking.
Het totaal ruw eiwit in een rantsoen bestaat uit: oplosbaar eiwit, afbreekbaar eiwit en bestendig ruw eiwit (BRE). De fractie bestendig eiwit kan niet door de pensmicroben worden afgebroken en komt dus beschikbaar voor opname in de darm.
Een 'gemiddelde' melkkoe heeft 5500 VEM onderhoudsbehoefte per jaar en 460 VEM per liter melk nodig. Gemiddeld is 15% RE in het rantsoen nodig en 3 gram fosfor (P) per kg drogestof.
Hoeveel eiwitten heeft een koe nodig? “De norm van vlees- en zuivelkoeien verschilt. Melkveehouders stemmen dit af met hun voerspecialist. Maar het zal over het algemeen gaan om 12 procent tot 16 procent eiwit in het eten.
Het DVE-systeem gaat er van uit dat bij een rantsoen met OEB = 0 de stikstofaanvoer voldoende is om een productie van microbieel eiwit van gemiddeld 150 g per kg fermenteerbare organische stof te waarborgen.
Mijn advies: de totale voederwaarde-opbrengst per hectare (kVEM/ha) bepaalt het rendement! De kVEM/ha geeft namelijk een beeld van de opbrengst én de voederkwaliteit. Van drogestofopbrengst alleen kan je niet melken; het gaat om de voederwaarde en de benutting.
Meetmelk staat voor de hoeveelheid melk die gecorrigeerd wordt op vet en eiwit. Omdat niet elke melkveehouder eenzelfde vet- en eiwitgehalte heeft in de melk, vindt er een correctie plaats zodat de hoeveelheid melk wordt omgerekend naar 4,00 % vet en 3,33 % eiwit.
Voederwaardering en voersamenstelling maakt nog steeds gebruik van de zogenaamde Weende analyse. Deze analytische benadering is al in de 19de eeuw opgezet in het Weende onderzoeksstation in Duitsland en analyseert o.a. de fractie vocht, ruw as (mineralen), ruw eiwit (stikstof), ruw vet en ruwe celstof.
46 g DVE per kg meetmelk.
Voor een droge koe die, volgens het boekje, zo'n 10.500 vem per dag nodig heeft, betekent het dus toch een opname van 12,5 kilo droge stof. Het per- centage eiwit in dat rantsoen is ongeveer 14 procent, het zetmeelgehalte ligt rond de 13 tot 15 procent.
Met 8 kg krachtvoer per koe per dag wordt er 29 kg brok per 100 kg melk gevoerd. Dit geeft 9,7 cent krachtvoerkosten per kg melk. De ruwvoerkosten (van eigen geproduceerd ruwvoer) zijn ingeschat op 10 cent per kg drogestof.
Sperziebonen en snijbonen hebben een hoge voedingswaarde, maar bevatten een bittere stof waardoor de koeien dit product minder graag opnemen. Rauwe bonen bevatten antitrypsine wat de eiwitopname remt. Daarom wordt humaan geadviseerd bonen altijd minimaal 5 minuten koken om de antitrypsine-activiteit te verwijderen.
Het melkvetgehalte is doorgaans hoog aan het begin. Droge, suikerrijke kuilen en een hoog aandeel ruwvoer in het rantsoen verhogen de vetproductie. Daarnaast kan je het vetgehalte verhogen door het voeren van pensbestendige vetten.
Het grootste deel van haar dagelijks menu bestaat uit vers of gedroogd gras. Dat eet ze wel 6 tot 9 uur per dag. Op haar menu staan verder ook nog mais, krachtvoer, vitamines en mineralen. De voedingsstoffen uit het gras en voer heeft de koe nodig om melk te maken.
'Deels halen koeien het vet gewoon uit hun voer', vertelt wetenschappelijk directeur Daniël De Brabander van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek in Melle. 'De vetzuren uit het voeder komen via de pens en de dunne darm in de bloedbaan en stromen vervolgens naar de melkklier in de uiers.
Dit blijkt wanneer de voederwaarde wordt uitgedrukt in gehaltes per VW-eenheid in plaats van gehaltes per kg droge stof (tabel 12.7).
Productomschrijving. Sojaschroot Bestendig is (meestal) Soja 44/7 die door een speciale behandeling beschermd wordt tegen afbraak door pensbacteriën. De chemische analyse blijft dezelfde als van de Soja die als grondstof voor dit proces gebruikt wordt. Sojaschroot Bestendig is afkomstig van GMO geteelde sojabonen.
Een protist is een eukaryoot organisme dat niet behoort tot het rijk van de dieren, planten of schimmels. De protisten vormen geen natuurlijke groep maar worden net als de algen, protozoën of ongewervelden gemakshalve samengevat onder een verzamelterm. De soortenrijkdom van de protisten is erg groot.
Het onbestendige eiwit, het eiwit dat in de pens wordt afgebroken, moet door de pensbacteriën omgebouwd worden in microbieel eiwit. Dit is een eiwitbron die een super samenstelling heeft, een soort eiwit die een koe zeer goed in de darm kan verteren en heel goed om kan zetten in melkeiwit.
Raapschroot is een grondstof die overblijft na de extractie van raapzaad om de olie er uit te halen. Het is een eiwitrijk product met relatief veel ruwe celstof. Raapschroot bevat veel eiwit en dat is voornamelijk onbestendig eiwit wat in de pens vrijkomt.