De lavendel houdt van een zonnige standplaats en in een goed doorlatende kalkrijke grond. De lavendel kan het hele jaar door gepland worden, maar de beste periode om de lavendel te planten is wanneer de grond nog warm is. Dit is in het voorjaar of najaar.
Wanneer lavendel planten? Lavendel planten kan het hele jaar door, met een lichte voorkeur voor de lentemaanden. Dan krijgen je planten meteen een stevige boost en in de zomer sta je al te pronken met een paars getinte tuin. Plant je lavendel in de droge zomermaanden, geef dan goed water.
Ideaal voor lavendel is een zanderige leemgrond met een pH-waarde tussen de 6 en 8. Niet iedereen zal hierover kunnen beschikken, maar ook veel andere soorten grond volstaan, zolang de grond maar licht en goed gedraineerd is.
Een lavendelstruik is snelgroeiend en wordt 40 à 50 cm breed. Om een mooi strakke haag te vormen heb je er 3 per lopende meter nodig. Om een vlak vol te planten kun je er 6 à 9 /m² zetten. Bij zes stuks zal het langer duren, bij 9 stuks kun je al vrij snel een perfecte blok snoeien.
Heb je een Lavendel 'hidcote' (Lavandula angustifolia) in de tuin staan die je het liefst jarenlang in bloei zou willen zien? Dat kan, want deze plant is winterhard en kan vrijwel elke winter overleven.
In een witte border staat de indrukwekkende Lavandula angustifolia 'Alba' erg mooi, heb je maar een klein tuintje kies dan de dwergvorm 'Nana alba', met sneeuwwitte bloemen. De mooiste roze zijn 'Miss Katherine' (75 cm) en 'Loddon Pink'; 'Rosea' is een klassieker.
Fraai en sterk is 'Hidcote'. Wil je een langbloeier, kies dan voor de zilvergrijze 'Silver Blue', die doorgaat tot in oktober. Met de 'Alba' heb je een goede witte variëteit. Echte lavendel Lavandula angustifolia 'Hidcote' is een van de sterkste soorten.
Plant lavendel nooit in bemeste tuinaarde. Bemeste tuinaarde is namelijk dodelijk voor de plant. Lavendel bemesten is sterk af te raden, de plant kan hiervan doodgaan. De plant bloeit het beste in kalkrijke grond.
Niet gesnoeide lavendel zal snel verwilderen en de groei zal zich verplaatsen van de binnenzijde van de plant naar de buitenzijde. De plant groeit dan enkel nog aan de toppen terwijl de rest van de twijgen sterk gaat verhouten en kaal wordt.
Wat zon betreft is de volle zon de meest ideale standplaats voor jouw Lavendel. Maar halfschaduw of een schaduw standplaats is ook geen enkel probleem. Wel moet je rekening houden met het feit dat jouw Lavendel minder uitbloeit zoals die dat wel doet in de volle zon. Ook zal de Lavendel minder bloemen bevatten.
lavendel gaat jaren en jaren mee, als je zowel in voor- als najaar de plant een beetje snoeit, zodat hij zich kan verjongen. doe je dit niet, dan gaat de struik verhouten, en wordt hij armetierig.
Met lichte regen kan de plant alsnog uitdrogen, er komt dan weinig tot geen water in de pot. Het water komt dan alleen op de plant en niet bij de wortels. Tijdens de bloei kun je de lavendel bijvoeden. Verder mag je uitgebloeide bloemstelen wegknippen.
Voor lavendel geldt dat je twee keer per jaar snoeit, en dit: Voor de bloei: in het voorjaar, na de winter (maart-april). Opgelet, het mag niet meer vriezen! Na de bloei: in het najaar, in september.
Kuiflavendel (Lavandula stoechas) 'Anouk' bloeit vroeger in het jaar dan de 'gewone' lavendel (Lavandula angustifolia) en bloeit bovendien langer door: van vroeg in het voorjaar tot laat in de zomer. De meest intense bloeitijd is mei-juli.
Lavendel staat vooral bekend om haar geur. Maar wist je dat deze plant ook een bewezen geneeskrachtige werking heeft? Etherische lavendelolie werkt ontsmettend en pijnstillend. En wordt gebruikt bij ontstekingen en kneuzingen, maar ook wonden.
De lavendel heeft niet heel veel water nodig. Lavendel in pot kun je het beste, als het niet geregend heeft, 2x per week water geven. Wanneer de lavendel in de tuin staat geef je hem alleen water als het erg warm en droog is.
In het najaar (eind augustus, begin september) geef je de lavendel een kleine snoeibeurt. Dit wordt ook wel het fatsoeneren of de vormsnoei van lavendel genoemd. Met een heggenschaar knip je de uitgebloeide bloemen af en een klein stukje van de bovenkant van het groen. Dé manier om de lavendel weer vorm te geven.
Lavendel heeft minimaal 6-8 uur dagelijkse blootstelling aan de zon nodig en geeft de voorkeur aan warme en matig droge klimaten, milde winters en zonnige zomers.
Wat veel mensen helaas nog niet weten is dat je een lavendel een tweede bloei kunt geven. Dit kan door de lavendel na de bloei of op het einde van zijn bloeiperiode terug te snoeien. Vervolgens vormen er nieuwe bloemknippen, waarna de lavendel ne enkele weken weer in bloei staat.
Wij adviseren om de lavendel tweemaal per jaar te snoeien. De eerste keer na de bloei, waarbij je alleen de uitgebloeide bloemtakken wegsnoeit. De tweede keer na de winter (begin maart), waarbij de 1-jarige scheuten van vorig jaar tot bijna op het oude hout teruggesnoeid mogen worden.
Is je lavendel helemaal uit model of zie je veel kaal hout? Dan kun je proberen om de lavendel helemaal terug te snoeien. Het liefst zo klein mogelijk. Bij deze snoeibeurt knip je dus wel in het kale hout.
Lavendel houdt absoluut niet van vochtige grond, dus 1 x per week (en bij heel veel droogte/warmte 2x per week) een beetje water is ruim voldoende. Liever ze te droog houden dan te nat. Zeker met deze temperaturen is om de dag water geven niet voldoende, en moet je elke dag wateren.
Wat zon betreft is volle zon de meest ideale standplaats maar ook half-schaduw is geen enkel probleem. Zelfs in overwegend schaduwrijke plaatsen zal lavendel nog groeien en bloeien maar de planten zullen wel minder compact uitgroeien en toch ook iets minder bloeirijk zijn.
In de periode eind maart-april kun je voor het eerst snoeien, steeds zo diep als er nog scheuten of uitlopers aan de plant zitten en nooit daaronder. Hoe later je snoeit, hoe later de struik gaat bloeien. De tweede snoeibeurt geef je als de lavendel is uitgebloeid, in augustus, uiterlijk september.
Lavendel is een kalkminnende plant. Strooi daarom na het planten drie à vier keer de op de verpakking voorgeschreven hoeveelheid kalk bij de planten. Verwerk een deel van de kalk in de grond. Mesten moet u juist niet doen.