Cognitieve gedragstherapie, gedragstherapie en interpersoonlijke therapie zijn goede opties bij een depressie. Daarnaast is mindfulness een vorm van behandeling waar veel mensen wat aan hebben. Via deze behandelmethode leer je met aandacht in het hier en nu te leven.
Cognitieve gedragstherapie (CGT): u leert vooral hoe u negatieve gedachten kunt veranderen. Gedragstherapie (GT): u krijgt opdrachten en wordt actiever. Interpersoonlijke therapie (IPT): u leert hoe u de relatie en omgang met andere mensen kunt verbeteren.
De psycholoog maakt meestal een behandelplan. Samen bekijkt u het probleem waarmee u worstelt. U leert anders naar uzelf en naar uw omgeving te kijken. Vaak lukt het dan te ontdekken waarom u zich zo ellendig voelt en wat u daaraan kunt doen.
Wie een ernstige depressie heeft gehad wil er zo gauw mogelijk vanuit kunnen gaan dat de depressie overwonnen is. Maar meestal duurt dat nog een poos. De periode na een (of meer) ernstige depressie(s) noemen we de periode van herstel.
In bepaalde delen van de hersenen zou er bij depressie een tekort optreden van deze neurotransmitters. Deze verstoringen in het chemische evenwicht geeft aanleiding tot angstklachten, overmatig piekeren, verminderde plezierbeleving, passiviteit en een sombere stemming.
Hersenactiviteit en volume kunnen gemeten worden met behulp van een MRI scanner. Er wordt gedacht dat mensen met een depressie- of angststoornis een verstoorde verwerking, reactie en geheugen hebben voor emotionele prikkels uit de omgeving.
U voelt zich triest voelen of hulpeloos, tot niets in staat. Het lukt niet meer om ergens nog plezier aan te beleven, u verliest interesse in onderwerpen en het is lastiger om zich te concentreren. Andere gevoelens die vaak voorkomen bij depressies zijn prikkelbaarheid, of juist een dof en leeg gevoel van binnen.
Chronische depressie
Maar een depressie kan ook chronisch – langdurig – worden. We spreken van een chronische depressie wanneer de verschijnselen langer dan twee jaar duren en de klachten ernstig zijn. Periodes met zware klachten worden soms afgewisseld met periodes waarin het beter gaat.
Een depressie zit meestal niet alleen in het hoofd, maar brengt vaak ook lichamelijke gevolgen met zich mee. U kunt hierbij denken aan het hebben van hoofdpijn of het veranderen van de eetlust met een gewichtstoename of -afname tot gevolg. Ook in de hersenen zijn fysieke veranderingen terug te vinden.
Als je depressief bent is het belangrijk dat je dit met je werkgever bespreekt. En samen met de bedrijfsarts onderzoekt hoe ernstig je klachten zijn en wat het beste is om te doen. Misschien niet doorgaan met depressief thuis werken, maar even helemaal stoppen en wat rust nemen en daarna weer rustig op gaan bouwen.
Als u een ernstige depressies heeft en niet goed reageert op antidepressiva, kan de arts nog andere medicijnen geven, zoals lithium. Meestal wordt lithium voorgeschreven om na herstel van de depressie een nieuwe sombere periode te voorkómen.
Een psychiater behandelt mensen met psychische stoornissen. Hij of zij gaat op zoek naar de oorzaak van de mentale problemen , en stelt vervolgens samen een behandelplan op. Dit behandelplan bestaat uit meerdere gesprekken en ook de omgeving van de hulpzoekende wordt in de behandeling betrokken.
Een depressie die niet behandeld wordt kan leiden tot moeilijkheden op professioneel vlak, absenteïsme, relatie- en familieproblemen. Er is ook een belangrijk toegenomen risico op zelfdoding. Een zware depressie leidt in 1 op 15 gevallen tot zelfmoord.
Opname in de ggz kan nodig zijn wanneer je psychische problemen zodanig groot zijn dat het je leven ontwricht en ambulante behandeling niet effectief genoeg is. Klinische opname kan vrijwillig zijn of gedwongen. Als je zelf de keuze maakt om opgenomen te worden, noemen we dat vrijwillige opname.
U herstelt sneller en beter wanneer u zo goed mogelijk kunt blijven werken. Als u geen werk heeft, kunt u misschien proberen om vrijwilligerswerk te gaan doen. Alcohol en drugs kunnen een depressie veroorzaken en verergeren. Vaak zijn er ook zorgen over praktische problemen, zoals geld, werk, het gezin of woonruimte.
Antidepressiva zijn medicijnen die kunnen helpen bij een depressie of angststoornis, vooral bij ernstige klachten. U merkt pas na 4 tot 6 weken of de medicijnen bij u goed werken. U kunt al wel eerder bijwerkingen krijgen, zoals slaperigheid en duizeligheid. Sommige mensen worden eerst tijdelijk meer somber of angstig.
Verhoogde cortisolwaarden vormen een biologische kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van depressie. Een hogere waarde van het stresshormoon cortisol bij patiënten in de ochtend wijst mogelijk op een biologische kwetsbaarheid voor depressie en angst en een lagere ochtendwaarde op een grotere kans op een chronisch beloop.
Dit duurt minstens twee weken. Gemiddeld duurt een depressie een maand of 8, maar het overgrote deel van de mensen met een depressie voelt zich in minder dan 3 maanden weer beter. Aanhoudende depressies duren vaak 2 jaar en langer.
Er is niet één speciale oorzaak voor het ontstaan van een depressie. Het is bijna altijd het gevolg van een combinatie van biologische, sociale en psychische factoren. Erfelijkheid is de belangrijkste natuurlijke (biologische) factor. In sommige families komen depressies vaker voor dan in andere.
Bij een typische depressie kan het basisadvies worden aangevuld met vitamine B12 (1.000 – 2.000 mcg per dag) en foliumzuur in de actieve vorm (folaat, 400 tot 1000 mcg per dag). Wanneer er sprake is van een atypische depressie worden ontstekingremmende stoffen als curcumine ingezet.
PSYCHOLOGIE Medicijnen tegen depressie – de zogenaamde antidepressiva – nemen niet alleen de depressieve gedachten weg bij mensen, maar zorgen ook voor persoonlijkheidsveranderingen. Een nieuwe onderzoek toont aan dat patiënten minder neurotisch worden. Ook gedragen mensen zich extraverter dan voorheen.
Een depressie is een psychische stoornis waardoor je je bijna dagelijks neerslachtig voelt. Je hebt geen zin in de dag en voelt je constant moe en gespannen. Als je depressief bent, staat niet alleen de huishouding van je emoties op z'n kop. Je functioneert doorgaans ook slechter op lichamelijk en cognitief gebied.
Dat zijn de zogenaamde neurotransmitters, die zorgen voor emoties, eetlust en concentratievermogen. Enkele van deze neurotransmitters, namelijk serotonine en noradrenaline, werken in op de stemming. Bij depressie zie je vaak een te lage concentratie van deze stoffen in de hersenen.