M26: een laagstam onderstam met een redelijk groeikracht, vooral gebruikt voor minder krachtige rassen op te enten. Te vermijden op natte gronden. M9: heeft een zwakkere groeikracht dan M26 en is waarschijnlijk de meest gebruikte onderstam.
Planten kunnen vegetatief vermeerderd worden door entloten of enten. Hierbij wordt een deel van een plant (de ent) vastgemaakt op een deel van een andere plant (de onderstam). De techniek wordt vaak gebruikt ter "verbetering" ("veredeling") van de plant, bijvoorbeeld rozenknoppen op een wilde onderstam.
Enten van bomen en planten alleen bij familie
Het is belangrijk dat de geënte delen van dezelfde familie zijn. Denk bijvoorbeeld aan de sering (Syringa) geënt op de liguster (Ligustrum vulgare 'Atrovirens') of de appel (Malus domestica 'Jonathan') op de meidoorn (Crataegus monogyna).
Tijdstip enten: Enten is een kwestie van timing. In de beroepskwekerij doet het tijdstip er niet zo toe omdat de materialen dan gekoeld bewaard worden; als amateur ent je met de meeste kans van slagen, wanneer de onderstammen tot leven beginnen te komen (de knoppen beginnen te zwellen). Dat is meestal rond eind maart.
Zelf enten
Gebruik de stam van een gezonde, sterke boom of plant. Maak een schuine snede in een zijtak. Neem de één jaar oude tak en plaats deze met een zelfde schuine snede tegen de zijtak. Bevestig de twee takken met tape of entwas aan elkaar.
DIVERSE VERMEERDERINGSMETHODEN. Er zijn meerdere vermeerderingsmethoden mogelijk. Ongeslachtelijk vermeerderen kan door: zomerstekken, winterstekken of houtstekken, wortelstekken en afleggen of marcotteren.
Het duurt ongeveer twee maanden voordat de ent begint te groeien, maar laat het draad of elastiek minstens een jaar zitten om er zeker van te zijn dat de ent goed vergroeit.
Door te enten kun je fruitrassen vermeerderen, met behoud van de goede eigenschappen. Je gebruikt hiervoor een deel van een tak van de fruitboom die je wilt vermeerderen. Deze plaats je via een bepaalde techniek op een onderstam van een soort die rechte stammen geeft en een goed wortelstelsel ontwikkelt.
Knip een stuk snoeihout recht af van ongeveer 10 cm. Doe dit op zo'n manier dat er 1 knop zicht in het midden en aan elke kan 5cm scheut. Zorg dat je meerdere druiven stekken maakt, zodat je later de sterkste stek kunt bewaren. Je kunt de druiven stekken in een pot of bak met potgrond gaan opkweken.
Waar bij enten een takje wordt geplaatst wordt bij oculeren slechts een enkele knop (oog) geplaatst. Een ent en oculatie kan alleen maar slagen als de cambiumlaag van de onderstam en van de ent elkaar op één of meerdere plaatsen raken.
Vermeerdering van de olijfboom gebeurt bij voorkeur via stekken of afleggen. Stekken kan met scheuten van circa 20 cm lang van eenjarige twijgen, of met een stek met een hieltje: dit is stukje van een oudere tak, met daaraan een jonge scheut. De stekken worden heel diep in de stekgrond gestoken.
De essentie van enten is, dat ent en onderstam precies even dik zijn, want dan zitten de groeilagen precies tegen elkaar. Door ze schuin af te snijden wordt het contactoppervlak vergroot en groeien de ent en onderstam het beste en snelste naar elkaar toe.
Verschil tussen enten en stekken
Bij enten worden twee planten zodanig met elkaar verbonden dat ze met elkaar vergroeien. Een deel van de plant (de ent) wordt vastgemaakt op een deel van een andere plant (de onderstam). Stekken is een afgesneden deel van een plant wortels laten krijgen.
Een onderstam is het geheel van de wortels en het deel van de stam van de boom net boven de grond. Hierop wordt de fruitboomsoort geënt waarvan we uiteindelijk vruchten willen oogsten. Voor hoogstamfruitbomen wordt er soms ook gebruik gemaakt van een tussenstam.
Op rijke, vruchtbare bodems kun je zwakkere onderstammen kiezen. De meeste fruittelers zijn te vinden op klei of leemgronden. Daar wordt tegenwoordig vrijwel alleen maar laagstam van bijvoorbeeld M9 aangeplant. Op armere zandgronden kies je het beste een onderstam met iets meer groeikracht dan op kleigrond.
Een appelboom snoeien doe je best in de winter, zoals de meeste fruitbomen. De snoeiperiode voor deze boomsoort loopt van november tot en met maart. In de periode van juni tot eind oktober kan je ook een lichte onderhoudssnoei doen.
Bij het enten van een appelaar probeert men de goede eigenschappen van twee bomen te combineren. Dit kan door de twee te laten vergroeien tot ze één geheel vormen. Ieder afzonderlijk deel blijft zijn goede eigenschappen behouden. De onderstam (onderste deel van de boom) groeit traag.
Als je een vijgenstruik met takken laag bij de grond hebt kun je die takken omlaag buigen tot op de grond. Bedek ze vervolgens met aarde. Leg er desnoods een steen op als de tak de neiging heeft om weer om hoog te buigen. Na verloop van tijd gaan deze afleggers ook wortel schieten.
Zo stek je een boom
Snij of knip deze tak vlak onder een blad af. Haal de onderste bladeren eraf maar laat minimaal twee 'bladparen' zitten. Zet je stek in een glazen pot met water. Dan kan je goed zien of je stekje wortels krijgt!
Fruit in de tuin: houtige fruitplanten zijn dikwijls eenvoudig te vermeerderen door stekken en boomzaden. Er zijn meerdere vermeerderingsmethoden mogelijk. Ongeslachtelijk vermeerderen door: zomerstekken, winterstekken of houtstekken, wortelstekken, afleggen of marcotteren, oculeren en enten.
Haal zoveel mogelijk blad weg (laat één of twee blaadjes zitten) en doop het uiteinde in stekpoeder. Dat voorkomt rotting en bevat een groeihormoon om wortelgroei te stimuleren. Neem meerdere stekken i.v.m. mogelijke uitval en zet ze aan de rand van een grote terracotta pot in stekgrond of gesteriliseerde potgrond.