Camelia's verkiezen een zure bodem en houden van een beschut plekje. Plant een camelia nooit op het oosten: de bladeren drogen uit van de winterse ochtendzon. Een plek op het zuiden of westen is beter. Op een beschut plekje geniet je al vanaf eind februari van de schitterende bloei.
De standplaats is voor de Camelia belangrijk. Plant je Camelia het liefst op een beschutte plek met schaduw en niet teveel wind. Hij heeft een voorkeur voor de avondzon, maar een schaduwrijke plek op het zuiden kan ook prima. Plant je Camelia even diep als de pot waarin je hem gekocht hebt hoog is.
De Camelia staat graag op een beschutte plek, in licht zure, vochtige grond en in de halfschaduw. Hij kan prima in een grote pot of kuip. De meest gemaakte fout is de plant in de volle zon te zetten (ook vroege ochtendzon in de winter verdraagt de plant niet) en hem in de zomer en het najaar geen water te geven.
Camelia water geven
Camelia's zijn geen kalkliefhebbers, dus gebruik het liefst regenwater of ontkalkt water. Geef je plant in de herfst één keer per week water en in de winter één keer per maand.
De Camellia japonica staat het liefst in een (zure) lichtvochtige grond die het regenwater makkelijk afvoert. Zet de plant in halfschaduw op een beschutte plek. Zorg ervoor dat de plant niet uitdroogt, zeker als het in een pot of kuip staat.
Camelia is oorspronkelijk een bosheester en heeft daarom een voorkeur voor licht zure grond, het liefst humusrijk. Strooi daarom ook zure grond in het plantgat als je de camelia gaat planten, of koop een zakje tuinturf tijdens de aankoop. In de zomer is het belangrijk om de aarde rondom de plant goed vochtig te houden.
Camelia bloeit niet
Als de plant in deze periode te droog staat, kan een tekort aan water ertoe leiden dat de bloemknoppen in het voorjaar wel eens afvallen. Geef Camelia's daarom in de volle grond en in potten vanaf de zomer tot ver in oktober in droge perioden ruimschoots water.
Camelia is een zuurminnende plant, en combineert dus goed met heide, rododendron, kalmia latifolia, veenbes (cranberry) en bosbes. Ik gebruik ook een speciale meststof voor zuurminnende planten, een rododendron-meststof.
In maart en juni een beetje bijmesten helpt de plant nieuwe knoppen aan te maken. De Camellia hoeft niet te worden gesnoeid. De Camellia japonica laat zich goed combineren met andere zuurliefhebbers zoals coniferen, Rhododendron, Erica, Skimmia en Gaultheria.
De verzorging is in de zin van water geven. Juist met strenge vorst is het vaak droog en schraal weer. De bevroren grond droogt uit. De strenge winter van 2010 met nachttemperaturen van -20 graden en dagtemperaturen rond de -10 graden is voor veel camelia's funest geworden.
Alle Camellia soorten bloeien in het voorjaar. De eerste bloemen verschijnen rond februari en bloeien door tot aan eind april. De bloeikleuren van de camelia zijn divers en verschillen van paars en rood tot wit en roze.
Vanaf oktober kan je de Camelia verplaatsen zonder te veel problemen. De sapstromen worden minder en de struik heeft minder vocht nodig. Ook is er minder zon dus zullen de bladeren minder vocht verdampen. Kortom, de beste periode om je Camelia te verplanten is van oktober tot januari/februari.
Omdat camelia's niet van kalk houden, kun je het beste gieten met regenwater. Bij te veel kalk in de grond kan de plant moeilijk voedingsstoffen opnemen met als gevolg dat de bladeren geel kleuren. Breng zo nodig tuinturf rondom de plant aan om de zuurgraad van de grond te verbeteren.
Wachten tot na de bloei
Een grondige snoei van de Camellia doe je dus meteen na de bloei in mei. Het ideale moment is net voor de jonge bladeren uitlopen. Als je dan snoeit, zal de sapstroom (lees energie) meteen beschikbaar zijn voor de overblijvende bladeren.
Camelia's worden na de bloei in het voorjaar en het einde van de rustperiode gesnoeid. Terwijl het sap begint te stromen, begint nieuwe groei in de plant. De snijpunten helen beter, als het weefsel actief is. Deze periode wordt voor camelia's ook aanbevolen, voor de eerste voedingsstoffen en bemesting.
De overbekende Camellia japonica is een wintergroene grote struik tot kleine boom. In China zijn oude bomen van 10-12 m hoogte bekend, maar in ons klimaat worden ze zelden hoger dan 5-8 m.
de camelia moet in de schaduw staan. als de plant te warm staat vallen de bloemknoppen. als teveel of te weinig water vallen de bloemknoppen. in de tocht,droge luchtvochtigheid, vallen de bloemknoppen.
Het vermeerderen van camelia kunt u doen door camelia te stekken. De struik laat zich gemakkelijk stekken. U moet echter wel geduld hebben, want zoals gezegd, de heester groeit langzaam. Het kan dus ook even duren voordat de stekjes gaan wortelen.
Een neutrale grond heeft een zuurheidsgraad van 7, dat wordt ook pH 7 genoemd. Zure gronden hebben een pH tussen 4-6. Alkalische (of basische gronden) hebben een pH hoger dan 8 en zijn geschikt voor o.a. kolen. Om een idee te geven, citroensap heeft een pH van 2 en zeepsop scoort 10 op de pH-schaal.
De Rhododendron houdt van zure grond. Geef daarom juist geen kalk aan deze plant maar zorg voor een beetje tuinturf rondom de stam in de winter. Ook bij aanplant van deze plant is het van belang om tuinturf door het plantgat te mengen. Zo weet je zeker dat de Rhododendron zich prettig voelt.
Rododendron moet in zure grond staan, deze kan dan gemengd worden met koemest. Waarom bemesten van rozen met koemest ? Rododendron en hortensia blijven gezonder ,bloeien langer en mooier met limburgse koemest. Koemest is een 100 % natuurlijke meststof en bodemverbeteraar.
Waarschijnlijk zijn door de vorst ook de bloemknoppen bevroren, met als resultaat een povere bloei dit voorjaar. De bruine en gele bladeren zijn ook een gevolg van het vriesweer. Ideaal plant je een Camelia in de halfschaduw op een wat beschutte standplaats voor de koude bvb.
Een greep uit de tuinplanten die niet giftig zijn voor honden: Asters. Camellia's.