De snelheid waarmee het punt beweegt is de lengte van de snelheidsvector. Dus de baansnelheid is v=√(x'(t))2+(y'(t))2 v = ( x ' ( t ) ) 2 + ( y ' ( t ) ) 2 . De afgeleide van de snelheidsvector →v is de versnellingsvector →a=(x''(t)y''(t)) a → = ( x ′ ′ ( t ) y ′ ′ ( t ) ) .
Over je 2e vraag: Als je de baansnelheid wil uitrekenen heb je inderdaad 2pi*r/T nodig maar zul je eerst de omloopstijd (T) moeten weten.
De snelheidsvector, die een grootte en een richting heeft, is de afgeleide naar de tijd van de plaatsvector. Het begrip snelheid wordt, afhankelijk van de context, ook vaak gebruikt voor de grootte van de snelheid (soms aangeduid met 'vaart' of 'gang').
Dus de baansnelheid is v=√(x'(t))2+(y'(t))2 v = ( x ' ( t ) ) 2 + ( y ' ( t ) ) 2 . De afgeleide van de snelheidsvector →v is de versnellingsvector →a=(x''(t)y''(t)) a → = ( x ′ ′ ( t ) y ′ ′ ( t ) ) . De baanversnelling is de afgeleide van de baansnelheid.
Een cirkel met middelpunt (a,b) en straal r heeft als middelpuntsvergelijking (x - a)2 + (y - b)2 = r2. In feite komt de formule neer op de stelling van Pythagoras. |a.p + b.q - c|/√(a2 + b2) en deze formule is de afstandsformule.
Snelheid is een vector
Net als kracht, is snelheid ook een vectoriële grootheid. Zo is het niet alleen belangrijk hoe snel je rijdt (= grootte van de vector), maar ook waar je naartoe rijdt (= richting en zin van de vector). We schrijven de snelheidsvector als v .
Een antoniem van snelheid is traagheid.
Klopt, als de baansnelheid (v) afneemt en Fmpz afneemt kan r hetzelfde blijven. Als de snelheid afneemt is dit inderdaad een negatieve versnelling als je alleen kijkt in de richting van de snelheid (zeg maar 'langs de cirkel').
Johannes Kepler (een Duitse astronoom) ontdekte in de 16e eeuw dat er een verband is tussen de afstand van een planeet tot de zon (de baanstraal) en zijn omlooptijd. De derde macht van de afstand (r3 en het kwadraat van de omlooptijd (T2) blijken rechtevenredig met elkaar te zijn.
De oppervlakte van een cirkel is pi keer het kwadraat van de straal (A = π r²). Leer hoe je deze formule kunt gebruiken om de oppervlakte van een cirkel te bepalen als de diameter gegeven is.
Versnelling betekent dat er een verandering in snelheid is. Het voorwerp kan sneller gaan, maar ook langzamer . Versnelling wordt in de natuurkunde aangegeven met de letter a. De grootheid van versnelling is: m/s 2 .
In de natuurkunde wordt m/s (meter per seconde) als eenheid gebruikt. Het symbool voor snelheid is v. Dit komt van het Engels velocity of het Frans vitesse.
Natriumhydroxide. Oplossing. Oplossing van soda. Oplossing van soda of potas.
In de wiskunde een aanduiding voor een willekeurig element van een verzameling; d.w.z. de waarde/betekenis kan variëren (=veranderen).
I w afkorting 1) symbool voor energiedichtheid of straling van energiedichtheid; chemie symbool voor het element wolfraam; natuurkunde symbool voor Watt 2) West Voorbeeld: `W als aanduiding van de westelijke windrichting ` II h de drieën...
C, symbool voor coulomb, de SI-eenheid van elektrische lading. c, symbool voor het voorvoegsel centi (1/100) in de natuurwetenschappen. C, aanduiding voor de warmtecapaciteit van een voorwerp. c, aanduiding voor de soortelijke warmte van een stof.
Gemiddelde snelheid per uur betekent het aantal kilometers een auto aflegt in een uur. Het heet 'gemiddelde snelheid' omdat een auto meestal niet een uur lang met dezelfde snelheid rijdt. Als een auto 50 km/uur rijdt, betekent dat dus dat hij in 1 uur 50 km aflegt. In 2 uur is dat 100 kilometer.
De resultante is dan de vectorsom van alle horizontale delen en van de vertikale delen: de diagonaal (of schuine zijde van de rechthoekige driehoek die de x- en y-component opspannen). Met Pythagoras kun je de lengte van de schuine zijde (=resultante) dan berekenen.
Het inproduct is een mooi instrument om hoeken te berekenen. Dat blijkt uit de volgende stelling. a → ⋅ b → = | a → | ⋅ | b → | ⋅ cos ( ϕ ) . Hierbij is ϕ de hoek tussen de vectoren en .
Afstand in de gewone meetkunde
In de gewone euclidische meetkunde is de kortste verbindingsweg, of euclidische afstand, een rechte lijn en kan de afstand worden berekend als de wortel uit de som van de kwadraten van de verschillen tussen de coördinaten, volgens de stelling van Pythagoras.