De West-Indische Compagnie (WIC), voluit de Geoctroyeerde West-Indische Compagnie was een bedrijf uit de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden dat in 1621 werd opgericht als privaatrechtelijke onderneming met publiekrechtelijke taken; de WIC was verantwoording schuldig aan de Staten-Generaal van de Nederlanden.
In 1621 wordt ook een West-Indische Compagnie (WIC) opgericht. De Staten-Generaal verlenen de WIC het monopolie op de handel en de kaapvaart in het Atlantische gebied. Dit houdt in dat deze nieuwe compagnie vijandelijke schepen mag aanvallen om de lading buit te maken.
De WIC verdiende geld met: Goederenhandel (onder meer textiel, geweren, buskruit, alcohol, ijzeren staven, goud, ivoor, suiker, koffie en cacao) Kaapvaart (wettelijk toegestane piraterij) Slavenhandel (mensen kopen in Afrika en verkopen in West-Indië)
De West-Indische Compagnie (WIC) werd op 3 juni 1621, ten tijde van de Tachtigjarige oorlog, opgericht. Het was een handelsonderneming die het octrooi had gekregen van de Staten-Generaal om handel te drijven ten westen van Kaap de Goede Hoop.
De West-Indische Compagnie was een Nederlandse handelsvereniging die in de 17e en 18e eeuw het staatsmonopolie bezat op handel en scheepvaart op Amerika en West-Afrika, ten zuiden van de Kreeftskeerkring. De Geoctroyeerde West-Indische Compagnie werd in 1621 opgericht.
Iedereen die handel wilde drijven in het Atlantisch gebied, kon zijn gang gaan, op voorwaarde dat er een belasting werd betaald aan de WIC. Alleen de slavenhandel bleef een WIC-aangelegenheid. Ondanks dit slavenhandelsmonopolie slaagde de WIC er niet in om winst te maken, zelfs niet met enorme overheidssubsidies.
Nederland. In totaal werden in de periode van de Nederlandse slavenhandel over de gehele wereld 11 tot 12,5 miljoen Afrikaanse slaafgemaakten verscheept en verkocht. Hiervan werden er circa 600.000 door Nederlanders verhandeld. De West-Indische Compagnie (WIC) verscheepte ongeveer de helft daarvan.
Na de oprichting van de Bataafse Republiek in 1795 werd op 24 december van dat jaar besloten dat de VOC per 1 maart 1796 genationaliseerd werd. Alle bewindhebbers werden per die datum ontslagen. De schulden, bezittingen en administratie van de VOC gingen over op de nieuwe republiek.
De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) was in de 17de en 18de eeuw het grootste handels-en scheepvaartbedrijf ter wereld. Met een vloot van meer dan honderd schepen, duizenden werknemers, zo'n dertig kantoren in Azië en zes vestigingen in de Republiek met elk hun eigen kantoren, pakhuizen en scheepswerven.
WIC: West-Indische Compagnie = een handelsbedrijf was actief in West-Afrika en Amerika van 1621 tot 1734 leverden een belangrijke bijdrage aan de bloei van de Nederlandse economie. VOC: Verenigde Oost-Indische Compagnie. Dit handelsbedrijf was actief in Azië van 1602 tot 1799.
Hebben slaven geld? Slaven mogen volgens de wet geen loon ontvangen of geldzaken doen. Toch zijn slaven in Suriname, maar vooral ook op Curaçao, niet helemaal van financiën verstoken. Ze verdienen zelf geld door producten te verkopen of door voor zichzelf te werken met toestemming van de meester.
De verklaring is eenvoudig: de afschaffing gebeurde in fases. In 1814 werd de handel in slaven al verboden, in 1860 kwam er een einde aan de slavernij in Nederlands-Indië en in 1863 werd de wet van kracht waarmee slavernij ook in Suriname en het Caribisch gebied werd afgeschaft.
In 1525 werden de eerste slaven vanuit Afrika naar het Amerikaanse continent getransporteerd. Zij zouden het begin zijn van een lang proces, dat bijna drie eeuwen duurde en waarin ongeveer 12,5 miljoen Afrikanen per schip over de Atlantische Oceaan werden vervoerd om op de Amerikaanse plantages te werken.
De schepen van de VOC
Voor de VOC-reizen van en naar Indië werden 'spiegelretourschepen' gebruikt: driemast-zeilschepen van zo'n 40 meter lang en 10 meter breed. Een enkele reis duurde 8 maanden, een 'retour' soms wel 2 jaar.
De gemiddelde bouwtijd van een spiegelretourschip op de werven van de VOC was 5 tot 8 maanden, de bouwkosten bedroegen zo'n f 90.000 - f 110.000. Hun laadvermogen was over twee eeuwen gemiddeld 800 ton. Een schip ging ongeveer 15 jaar mee.
Eén van de bekendste VOC-schepen uit de roemrijke 17e eeuw is zonder twijfel de Batavia. Dit Nederlandse pronkstuk werd tussen 1627 en 1628 op de Peperwerf in Amsterdam gebouwd.
Toen de WIC in 1674 door grote financiële problemen haar schulden niet meer kon aflossen, werd het bedrijf ontbonden.
De jaren 1945-1949 staan helemaal in het teken van de Indonesische kwestie. Direct na de Japanse capitulatie roepen Sukarno en zijn nationalistische medestanders de onafhankelijke Republiek Indonesië uit.
De Arabieren waren zodoende de eerste georganiseerde slavenhandelaren die massaal Afrikanen naar buiten Afrika brachten. De slaven in Arabische landen werkten in de huishouding, als soldaat of ambachtslieden. Men schat dat er tussen 850 en 1850 drie miljoen Afrikanen door de Arabieren zijn verhandeld.
De VOC was verdeeld in verschillende 'Kamers', te weten de Kamer van Amsterdam, Zeeland (Middelburg), Delft, Rotterdam, Hoorn en Enkhuizen. Deze Kamers hadden eigen bewindhebbers, werven en pakhuizen. Zij hadden eigen personeel en rustten eigen schepen uit.
In de 17e en 18e eeuw was de driehoekshandel op zijn hoogtepunt en werden grote aantallen slaven door vooral Portugese, Engelse, maar ook Spaanse en Nederlandse handelaren gekocht aan de kust van West-Afrika en verkocht in Amerika. De huidige schatting is dat 12 miljoen slaven zijn vervoerd vanuit Afrika naar Amerika.
Zoals staat geschreven in het boek 'Disposable People: New Slavery in the Global Economy: “In 1850 kostte een gemiddelde slaaf in het zuiden van Amerika, omgerekend naar hedendaags geld, $ 40,000. Nu kost een slaaf wereldwijd gemiddeld $ 90.”
De WIC en de handel in slaven
De Nederlandse slavenhandel begon in 1621. Toen werd de West-Indische Compagnie (WIC) opgericht. Op de kaart zie je de 'driehoek van de slavenhandel'. De driehoek van de slavenhandel begon in Nederland.