Bijspuiten met snelwerkend insuline (deze kan door de arts achtergelaten worden bij patiënt voor vervolgbehandeling. Bijspuiten volgens 2-4-6-regel: - 2: Bloedglucode om de 2 uur controleren (en eventueel bijregelen tot waarde < 15 mmol/l bereikt is.- 4: > 15 mmol/l: 4IE bijspuiten.- 6: > 20 mmol/l: 6IE bijspuiten.
Om een te hoge bloedglucosewaarde te behandelen, kunt u een standaard aanpassingsschema van insuline (bijspuitschema) gebruiken. Dit schema wordt ook wel de 2-4-6 regel genoemd.
De 2-4-6 regel
Glucose van 15 mmol/l of hoger: 4 Eh kortwerkend insuline (bij)spuiten. Glucose van 20 mmol/l of hoger: 6 Eh kortwerkend insuline (bij)spuiten.
De ratio is 1 op 10 (1:10). Dit betekent dat voor elke 10 gram Kh er 1 EH kortwerkende insuline gespoten of gebolust moet worden. Voor 70 gram Kh moet dan dus 7 EH kortwerkende insuline gespoten of gebolust worden (aantal Kh gedeeld door de ratio = 70 gedeeld door 10 = 7).
Mix-insulineschema (alternatief)
mix-insuline in combinatie met kortwerkende en/of langwerkende insuline.
Mensen die meer dan 40 of 50 eenheden nodig hebben op hetzelfde moment, kunnen de dosis het beste opsplitsen in twee injecties. Grotere hoeveelheden insuline worden namelijk minder goed opgenomen. De absorptie door het lichaam gaat beter als de insuline wordt toegediend in een kleine dosis.
Onder de 7,8 mmol/l - geen diabetes. Tussen de 7,8 en 11 mmol/l - geen oordeel mogelijk. Boven de 11 mmol/l - diabetes.
De individuele insulinebehoefte ligt gewoonlijk tussen s.c. 0,3–1,0 E/kg lichaamsgewicht/dag. Kan afzonderlijk worden gebruikt of in combinatie met middellang- of langwerkende insuline.
De koolhydraat/insulineratio (kortweg koolhydraatratio) geeft aan hoeveel koolhydraten u kunt eten per eenheid (ultra) snelwerkende insuline. Is de koolhydraatratio bijvoorbeeld 10, dan moet u per 10 gram gegeten koolhydraten 1 eenheid insuline spuiten.
Een 4-punts curve houdt in dat u meet op de volgende momenten: NUCHTER, VOOR de lunch, VOOR het avondeten en VOOR het slapen gaan. Een 7-punts curve houdt in dat u NUCHTER en VOOR én (1,5-2uur) NA elke maaltijd eet. U meet ook nog eens VOOR het slapen gaan.
De werking van NovoRapid treedt sneller in en de werkingsduur is korter dan bij oplosbare humane insuline. Bij subcutane toediening in de buikwand zal de werking binnen 10–20 minuten na injectie intreden.Het maximale effect wordt 1 à 3 uur na de injectie bereikt. De werkingsduur is 3 tot 5 uur.
Langwerkende insuline spuit je meestal in het bovenbeen, omdat daar de opname van de insuline in het bloed wat trager verloopt. Om te ervoor te zorgen dat je de insuline in het vetweefsel injecteert, zijn er bepaalde plekken op je lichaam waar je het beste kunt spuiten.
De injectieplaatsen moeten ten minste 1 cm van elkaar verwijderd zijn: verdeel de injectiezone in kwadranten en wissel de kwadranten wekelijks – met de klok mee.
Roteer de injectieplaatsen
Je mag de hele buik, zowel onder als boven de navel gebruiken. Spuit alleen niet te dicht op de navel: hou ongeveer 5 tot 10 centimeter afstand. Ook billen en dijbenen zijn heel geschikt voor insuline-injecties.
U kunt met één injectie 1 tot 6080 eenheden injecteren. Als uw dosis hoger dan 6080 eenheden is, moet u meer dan 1 keer injecteren. Vraag uw zorgverlener als u hulp nodig heeft bij het verdelen van uw dosis. U moet voor iedere injectie een nieuwe naald gebruiken en het ontluchten herhalen.
Chronisch hoge insuline kan leiden tot diabetes, obesitas en andere ziekten. Overgewicht hebben is echter niet het grootste probleem bij hoge insuline. In feite kun je obesitas het best zien als een teken dat je lichaam zichzelf beschermt tegen diabetes door dikker te worden .
Insuline is een hormoon dat niet alleen je bloedsuiker verlaagt, maar ook de vetopslag in je lichaam stimuleert. Als je insuline moet spuiten, of als je insuline-resistent bent, dan kan het voorkomen dat er te veel of te lang insuline in het bloed circuleert. Hierdoor kun je in gewicht toenemen.
De lever haalt een groot deel van de glucose uit het bloed en zet deze om in glycogeen en hiervoor is insuline nodig. Als je lang niets eet, kan je lichaam glycogeen weer omzetten in glucose (suiker), zodat je bloedsuiker niet verder daalt.
Uw nuchtere bloedsuiker is te hoog als deze hoger is dan 8. Een te hoge bloedsuiker is niet direct gevaarlijk voor uw gezondheid. Drink elke dag 1,5 tot 2 liter: water, thee of koffie zonder suiker. Eet gezond en beweeg veel.
Als je al een tijdje niets op hebt, bijvoorbeeld in de ochtend als je nog niet hebt ontbeten, mag je suikerwaarde tussen de 4,5 en 8 mmol/l liggen. Vlak na een maaltijd (de eerste 2 uur nadat je hebt gegeten) mag je suikerwaarde iets hoger liggen, tot maximaal 9 mmol/l.
Op een niet nuchtere maag gelden waarden tussen 7,8 en 11 mmol/l als verhoogde waarden. Komt uw bloedsuiker op nuchtere maag boven 6,9 mmol/l en op niet nuchtere maag boven 11 mmol/l, dan hebt u te hoge bloedsuiker en is er sprake van diabetes. Daarbij is het noodzakelijk dat u medicatie krijgt.
Kortwerkende insulines werken binnen 10-30 minuten en werken 2 tot 8 uur lang. Middellangwerkende insulines binnen 1-2 uur, 16 tot 24 uur lang. Langwerkende insulines werken binnen 1-2 uur, 24 uur lang. U krijgt uitleg hoe u moet spuiten en hoe u kunt testen hoeveel suiker er in uw bloed zit.
Ook het voorafgaand opdraaien van een insulinepen is niet toegestaan! Observeer de huid van de zorgvrager altijd voor het injecteren.
Spuit de insuline niet te oppervlakkig.Hierdoor blijft de insuline te lang in het onderhuidse vetweefsel aanwezig.De insuline wordt dan trager opgenomen. Oppervlakkige injecties kunnen leiden tot hogere bloed- suikers en verdikkingen van de huid.