Een product kan in 2 of meer landen binnen of buiten de EU bewerkt worden.In sommige gevallen kan uw product dan toch nog van EU oorsprong zijn, doordat er sprake is van 'cumulatie'.
Een leveranciersverklaring is een verklaring waarmee een leverancier zijn afnemer informatie verstrekt over de oorsprong van de goederen die hij in het kader van de specifieke preferentiële handelsovereenkomst van de EU verstrekt.
Het begrip cumulatie houdt in dat voor de vaststelling van de oorsprong in bepaalde gevallen be- of verwerkingen in een of meer andere landen dan het land van uitvoer in aanmerking kunnen worden genomen bij de beoordeling of een product de oorsprong heeft verkregen.
Vanaf 13 juni 2017 mag de ingangsdatum van een leveranciersverklaring niet meer dan 12 maanden vóór of niet meer dan zes maanden na de datum van afgifte liggen, maar zal deze altijd 24 maanden geldig zijn. Een kortere geldigheidsduur mag uiteraard ook.
Producten zijn van preferentiële oorsprong als ze aan de preferentiële oorsprongsregels voldoen. Deze regels verschillen per land en zijn opgenomen in handelsverdragen van de EU met andere landen. 'Preferent' betekent in deze context dat producten een bevoorrechte positie hebben.
Hoewel een leveranciersverklaring alleen ingevuld mag worden door bedrijven die in de EU gevestigd zijn, is bij deze variant wel iedere oorsprong toegestaan. Koop je de goederen in bij een leverancier in Frankrijk maar zijn ze geproduceerd in Japan, dan kun je deze verklaring dus gewoon gebruiken.
De preferentiële oorsprong is van belang wanneer goederen worden ingevoerd en een lager douanerecht (ofwel preferentieel recht) wordt geclaimd. In dat geval gelden de preferentiële regels. De niet-preferentiële oorsprong is in alle andere gevallen van belang.
Een Eur1 document is niet van rechtswege verplicht, zoals bijvoorbeeld een uitvoeraangifte. De aanvraag van een Eur1 document dient altijd gedaan te worden door de exporteur. Wil een importeur het voordeel genieten van verlaging of vrijstelling van invoerrecht, dan moet er bij een waarde hoger dan €6000,- een EUR.
De hoofdlijnen van de niet-preferentiële oorsprongsregels zijn de volgende: Goederen zijn van niet-preferentiële oorsprong: indien zij in een land of gebied "geheel en al zijn verkregen" of - (indien dit niet het geval is en gebruik is gemaakt van materialen uit een of meer andere landen)
De geldigheidsduur kan per overeenkomst verschillen. In de meeste overeenkomsten is de termijn 4 maanden.
Volgens die regel is het zo dat wanneer een goed afkomstig is van materialen (al dan niet van oorsprong) van meer dan één land, het land van oorsprong van dat goed het land is vanwaar het grootste deel van die materialen van oorsprong is, bepaald op basis van hun waarde.
Voorwaarden gebruik. Factuurverklaringen gebruik je alleen voor landen waarmee de EU een handelsverdrag heeft. De goederen die je exporteert moeten van preferentiële oorsprong zijn uit de EU. Daarom noem je een factuurverklaring ook wel preferentiële oorsprongsverklaring.
Een EUR. 1 Certificaat kan naar veel landen gebruikt worden, denk hierbij aan de EVA Landen, De EVA landen zijn Zwitserland, Noorwegen, Liechtenstein en IJsland. Naast de EVA landen zijn er nog vele andere landen of groepen waar een EUR.
Hoe vraag ik een certificaat van oorsprong aan? U vraagt per exportzending een certificaat van oorsprong digitaal aan bij de Kamer van Koophandel . U vult de aanvraag van het certificaat zelf in.
4.9 Importers knowledge
Importer's knowledge stelt de importeur in staat om op basis van zijn eigen kennis over de oorsprong van de goederen een verzoek te doen om preferentiële tariefbehandeling.
Het is met andere woorden de nationaliteit van het product. Dit begrip is essentieel voor de douanetechnische behandeling van goederen die in de Europese Unie ingevoerd of vervaardigd worden, of voor goederen die naar derde landen worden uitgevoerd.
Preferentie is het bezitten van voorrang waardoor een bepaalde vordering voldaan wordt voordat andere vorderingen worden voldaan.
Een bewijs van oorsprong is een internationaal handelsdocument waaruit blijkt dat de goederen die deel uitmaken van een zending, afkomstig zijn uit een bepaald land of gebied.
1-certificaat (ook wel EUR. 1-document of EUR. 1 certificate genoemd) aanvraagt bedragen de kosten hiervoor € 47,-.
Een certificaat inzake goederenverkeer EUR. 1 wordt door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer afgegeven op schriftelijke aanvraag van de exporteur of, onder diens verantwoordelijkheid, van de daartoe gemachtigde vertegenwoordiger van de exporteur.
De Douane maakt het EUR. 1-certificaat geldig. Daarnaast controleren zij de aanvraag en bekijken ze of alle relevante gegevens en informatie zijn meegestuurd.
De Generele Preferentie Code (GPC) is een 3-cijferige code die bij inklaring wordt toegevoegd aan de statistiekcode. Om uiteenlopende redenen hoeven bepaalde landen minder invoerrechten te betalen dan andere landen. Dit geldt bijvoorbeeld voor arme landen.
8.1.1 Toegelaten Exporteur
Een (rechts) persoon die goederen naar een partnerland uitvoert en die de preferentiële oorsprong van de goederen kan aantonen, ongeacht het feit of hij de fabrikant is en of hij de uitvoerformaliteiten zelf verricht (zie ook paragraaf 2.8.).
Een EUR. 1 certificaat wordt alleen gebruikt voor goederen van preferentiële oorsprong. Om korting of vrijstelling te krijgen op invoerrechten bij invoer uit een overeenkomstland, vraagt u uw leverancier een EUR. 1 certificaat bij de zending te voegen.
Een attest van oorsprong is een verklaring van de exporteur dat de betreffende goederen voldoen aan de oorsprongsregels van de recent afgesloten handelsovereenkomst tussen de EU en het VK. Deze verklaring wordt gesteld op een factuur of handelsdocument.