Magisch denken
Kinderen vullen wat ze nog niet weten aan met hun eigen fantasie. Ze kunnen ook denken dat ze met hun gedachten kunnen beïnvloeden wat er gaat gebeuren. Dit wordt ook wel 'magisch denken' genoemd.
Leren, onthouden, het oplossen van problemen, intelligentie, taalbegrip en spraak vallen allemaal onder cognitieve ontwikkeling. Bij cognitieve ontwikkeling leert je peuter om informatie uit zijn omgeving te verwerken en op te slaan in zijn hersenen. Op een later moment kan hij die kennis weer gebruiken of toepassen.
Cognitief vermogen peuter
Het zorgt ervoor dat uw kind onder meer dingen kan leren, onthouden, problemen kan oplossen, zich bewust wordt van bepaalde dingen en taal en spraak beter gaat beheersen. Nieuwsgierigheid is hiervoor heel belangrijk.
Als je kleine meer verlegenheid laat zien rond deze leeftijd, is dat niet zo vreemd. Zijn zelfbewustzijn groeit en hij wordt zich meer bewust van de relatie die hij met anderen heeft. Hierdoor kan hij zich heel klein voelen of het idee hebben dat 'grote mensen' over hem oordelen.
Vanwege het gedrag van je peuter in deze fase wordt deze periode nogal eens de 'peuterpuberteit' genoemd. Je peuter is bezig met de ontwikkeling van zijn eigen persoonlijkheid. Hij is vaak dwars en koppig, maar kan ook ontzettend veel plezier hebben, of onzeker zijn. Hij valt van de ene emotie in de andere.
kunnen lopen, springen, hinkelen, klimmen, glijden en rollen (grove motorische vaardigheden) kunnen tekenen, kleuren, knippen, prikken en kralen rijgen (fijne motorische vaardigheden)
Als peuter maakt je kindje ontzettend veel ontwikkelingen door: hij leert steeds beter praten, kan soepeler bewegen, wordt socialer, ontwikkelt een persoonlijkheid en vergroot zijn wereld. Dit gaat met vallen en opstaan.
Je peuter ontwikkelt zich razendsnel. Zowel op motorisch gebied als op lichamelijk, seksueel en emotioneel gebied. Je peuter gaat steeds meer begrijpen en steeds meer praten en krijgt interesse in zindelijkheid.
De fase van de peutertijd doet zich voor vanaf het eerste tot het derde levensjaar. Tijdens deze fase ontwikkelt zich de motoriek waardoor het kind zelfstandiger wordt. Het leert zich beter te bewegen, leert lopen en de nieuwsgierigheid neemt toe. Peuters willen alles weten en alles zien.
Een dreumes en peuter ontwikkelt zich spelenderwijs. Stimuleer de ontwikkeling door te zorgen voor een uitdagende en betekenisvolle omgeving, het spelen van leuke spelletjes, het doen van leuke activiteiten en uitstapjes en het aanbieden van geschikt speelgoed.
Cognitieve functies of vaardigheden zijn onder meer geheugen, intelligentie, taal en concentratie. Dankzij die functies bent u in staat om informatie en kennis op te nemen en te verwerken.
Magisch denken is de overtuiging dat ideeën, gedachten, acties en woorden, of het gebruik van symbolen de loop van de gebeurtenissen in de materiële wereld kunnen beïnvloeden.
Voor een jong kind loopt fantasie en werkelijkheid nog door elkaar heen. Men spreekt dan van magisch denken. Het stadium van het magisch functioneren zie je met name bij kinderen van 3 tot ongeveer 6 jaar.
Denken tussen 2 en 3 jaar
Op deze leeftijd gaan kinderen steeds duidelijker beseffen dat ze zelf dingen kunnen veroorzaken. Ze onthouden ervaringen beter en gebruiken die informatie dan in andere situaties. Als je kind bijvoorbeeld weet waar de afstandsbediening voor is, weet het dit niet alleen thuis maar ook bij oma.
Het belangrijkste kenmerk van de peuterfase is de ontwikkeling van onafhankelijkheid en zelfbeheersing. Een peuter wordt in deze periode vaardiger op het gebied van grove motoriek, en leert lopen, hardlopen en klimmen.
Motorische ontwikkeling
Een kindje van 2 jaar kan motorisch al best veel. Hij kan nu goed lopen, zowel vooruit als achteruit. Ook kan hij nu rennen en tijdens het rennen kan hij van richting veranderen. Hij kan op zijn teentjes lopen, gaat steeds beter springen en klimmen en hij kan even op één beentje staan.
Observeren, registreren en stimuleren van de ontwikkeling van kinderen tussen 0 en 7 jaar. Kijken naar basiskenmerken, betrokkenheid en aanwezigheid van factoren die een risico kunnen vormen voor de ontwikkeling. Aangevuld met de sociaal emotionele ontwikkeling, taal, rekenen en motoriek.
Kinderen hebben eigenlijk dezelfde behoeften als volwassenen, zoals de behoefte aan gezondheid, veiligheid, voeding en rust. (1) Andere belangrijke behoeften kunnen zijn: vertrouwen, geborgenheid, aanraking, geaccepteerd worden, erbij horen, plezier, spelen, respect, erkenning, creativiteit en zelfexpressie.
De belangrijkste ontwikkelingsgebieden zijn de lichamelijke-, motorische-, cognitieve-, sociale-, emotionele– en de spraak- en taalontwikkeling. Lees alles over de groei en ontwikkeling kleuter en schoolkind.
In de peutertijd krijgt je kindje door dat er ook andere mensen zijn in de wereld. Hij wordt zich bewuster van zichzelf en zijn relatie tot anderen. Dit noem je de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Zichzelf een boterham smeren, drinken pakken, wassen en aankleden zijn allemaal basisvaardigheden voor de zelfstandigheid. Als je kind een kleuter is (of zelfs nog peuter) kan het al heel wat basisvaardigheden uitvoeren. Je kunt je kind dan kleine opdrachtjes gaan geven.
Motorische ontwikkeling
Een 3-jarig kind kan goed alternerend traplopen. Alternerend wil zeggen dat hij links en rechts afwisselt bij het traplopen. Hij kan op één been zijn evenwicht goed bewaren en hij kan enkele sprongen hinkelen. Ook kan hij met zijn beide voeten tegen elkaar een paar sprongen maken.
Het ene kind vertoont misschien meer dwars gedrag dan het andere kind. Het is een normaal verschijnsel en hoort bij het opgroeien. Sommige kinderen ontdekken hun eigen wil en zitten midden in een identiteitsontwikkeling. Andere kinderen nemen niet zonder meer aan wat volwassenen tegen hen zeggen.