Bij een caudasyndroom worden er meerdere zenuwen tegelijkertijd samengedrukt in de onderrug. Dit is meestal als gevolg van een grote hernia of een wervelkanaalstenose. Ook de zenuwen naar de blaas worden hierbij samengedrukt. Deze zenuwen zijn erg gevoelig voor druk.
Symptomen Cauda equina syndroom
Pijn in de lage rug met uitstraling naar beide benen. Problemen met de blaas- en darmfunctie. Problemen met seksueel functioneren. Minder gevoel in de schaamstreek, zitvlak en onderste ledematen.
U moet aan een caudasyndroom denken als u een of meer van de volgende verschijnselen heeft: Niet kunnen plassen of ongewild urineverlies. Niet goed kunnen uitplassen. Een veranderd gevoel bij het plassen.
Heel soms kan er toch een complicatie optreden, zoals het caudasyndroom. Hierbij ontstaat er druk op meerdere zenuwwortels onderaan in de rug als gevolg van de hernia of wervelkanaalstenose. Ook de zenuwen naar de blaas worden hierbij samengedrukt.
Het Latijnse cauda betekent staart; bij dieren noemt men dus de lichaamsdelen die aan de kant van de staart liggen caudaal.
De cauda equina is de bundel van uitlopers van de ruggenmergzenuwen. Deze bundel lijkt op een paardenstaart. Hij bevindt zich in het wervelkanaal onder de plaats waar uw ruggenmerg ophoudt, ongeveer bij de eerste lendenwervel.
Bij ernstig krachtverlies kan er ook sprake zijn van een 'klapvoet'. Soms is er sprake van een doof gevoel op de billen, het 'rijbroekgebied'. Hierbij kan het urineren of de stoelgang veranderen; dit kan vertraagd urineren of een vertraagde stoelgang zijn, of juist ongewild verlies van urine of ontlasting.
Bij een caudasyndroom worden er meerdere zenuwen tegelijkertijd samengedrukt in de onderrug. Dit is meestal als gevolg van een grote hernia of een wervelkanaalstenose. Ook de zenuwen naar de blaas worden hierbij samengedrukt. Deze zenuwen zijn erg gevoelig voor druk.
Een beknelde zenuw in de rug wordt ook wel zenuwcompressie genoemd. Dit resulteert in pijn rondom de aangedane zenuw en uitstralende pijn, afname in kracht en tintelingen in het gebied dat de zenuw aanstuurt. De locatie van de beknelde zenuw bepaalt waar de klachten optreden.
Probeer zoveel mogelijk te blijven bewegen en door te gaan met uw dagelijkse activiteiten, maar vermijd houdingen en bewegingen die pijn veroorzaken en/of de rug belasten. Probeer zoveel mogelijk de gewone dagelijkse zaken te blijven doen, maar ga niet over uw pijngrens heen.
Een hernia van de tussenwervelschijf L4/5 geeft druk op en knikt de linker wortel L5, wat de pijn veroorzaakt in het gebied van het linker been dat wordt verzorgd door L5. Indien er degeneratie van de tussenwervelschijf optreedt kan deze gaan puilen.
Het Caudasyndroom
Bij een caudasyndroom is de uitpuilende tussenwervelschijf (hernia) op een groot gedeelte van de zenuwwortels in de rug tegelijkertijd gaan drukken. Dan kunnen ook de zenuwen die naar de blaas gaan samengedrukt worden.
Soms kan de beknelling van de zenuw ook problemen met het plassen veroorzaken waardoor urine wordt verloren (urine incontinentie) of juist het plassen niet op gang komt (urine retentie). De diagnose hernia kan gesteld worden op grond van de klachten in combinatie met het lichamelijk onderzoek.
Een MRI-scan geeft een veel 'scherpere' afbeelding dan een CT-scan. Vooral de aantasting of beknelling van bepaalde zenuwen kan soms met een MRI goed in beeld worden gebracht. Het maken van een MRI duurt langer dan het maken van een CT-scan, gemiddeld ongeveer een half uur. Deze tijd moet iemand ook stil kunnen liggen.
Bij een hernia is het van belang dat je niet gaat stilzitten, maar in beweging komt. Zorg allereerst ervoor dat je je achtereenvolgende zittijd sterk beperkt. Als je moet werken, kun je beter staand werken. Daarnaast is het voor het herstel van de hernia goed om te gaan wandelen.
Bij motorische uitval is er spierzwakte, de spiermassa neemt af, en krijg je soms onwillekeurige spiersamentrekkingen. Bij volledige uitval van een zenuw treden verlammingen op.
Vaak ligt de oorzaak in een overbelasting door fysieke arbeid of sport. Daarnaast treedt lage rugpijn ook op bij frequent aannemen van een slechte lichaamshouding. Dit kan een basishouding zijn die verkeerd is, maar ook een zithouding op het werk bijvoorbeeld of bij een veel beoefende hobby.
Bij weinig pijn kan paracetamol genoeg helpen. Als dat niet genoeg helpt, kunt u een ontstekingsremmer erbij slikken (NSAID's), zoals ibuprofen , diclofenac of naproxen. Let op: NSAID's zijn goede pijnstillers, maar ze geven regelmatig vervelende bijwerkingen.
Hoewel de kans op complicaties gering is, kunnen er verschillende problemen na de operatie bij een rughernia: Infectie van de wond of tussenwervelschijf. Bij een wondinfectie is de plek rood, warm en pijnlijk. Vaak komt er ook een beetje pus uit.
Wat is het? Bij een lumbosacraal radiculair syndroom (LSRS) is een zenuwwortel in de onderrug bekneld. Meestal komt dit door een uitpuilende tussenwervelschijf (een hernia). Soms komt het door een vernauwing van het wervelkanaal als gevolg van slijtage.
Als de hernia zich hoog in je rug bevindt, kun je ook nog buikpijn krijgen. De ernst van de pijnklachten hangt samen met de hoeveelheid druk die de uitstulping uitoefent op de zenuw. Vaak is alleen de tussenwervelschijf zelf beschadigd.
Meteen na het ongeval kan het ruggenmerg in een shock raken. Tijdens deze shockfase kunnen reflexen, beweging en gevoel onder de dwarslaesie afwezig zijn. Een spinale shock kan van enkele uren, tot enkele maanden duren.
Bij een stenose ontstaat er een vernauwing van het wervelkanaal waardoor de zenuwen worden bekneld. Stenose wordt ook wel kanaalstenose genoemd. Stenose komt meestal voor in de rug, dit heet een lumbale stenose. De kanaalvernauwing kan ook in uw nek voorkomen, zie stenose in de nek.