De brandpuntsafstand is de afstand tussen het midden van je lens en het punt waar de invallende lichtstralen weer samenkomen nadat ze door de lens gebroken zijn. Het punt waar de lichtstralen samenkomen, is de sensor van je camera.
Als je net iets meer details wilt vastleggen of de ruimte hebt om van ver te fotograferen, kan een telelens van bijvoorbeeld 85mm ook prima. Portretfotograaf – Een portretfotograaf zal over het algemeen werken met een lens met brandpuntsafstand van 50 of 85mm.
De brandpuntsafstand is te vinden op het objectief van je camera. Technisch gezien betekent het: 'De afstand in millimeters tussen de sensor van de camera en het midden van het objectief.
Bij een groothoek-objectief (korte brandpuntsafstand) moet je op zeer korte afstand van je onderwerp fotograferen om dit beeldvullend (of in dit geval met dezelfde afmetingen) vast te leggen. De brandpuntsafstand heeft te maken met het objectief van je camera, het staat er als het goed is ook op.
Vaste brandpuntobjectieven zijn objectieven die niet in of uit kunnen zoomen. Omdat deze lenzen niet kunnen zoomen, zitter er minder bewegende onderdelen of overbodige glaselementen in. Daarom hebben deze lenzen minder te maken met beeldfouten of lichtverlies.
De 35mm lens wordt vaak gezien als de meer veelzijdige lens. Een 35mm lens heeft een weider beeld en kan dus meer 'zien', dit is bijvoorbeeld erg handig als je foto's wilt maken in een kleine ruimte. Hij is geschikt voor bijvoorbeeld portretfotografie aangezien je meer van je onderwerp op de foto krijgt.
Een lens tussen de 50mm en de 200mm is perfect voor het maken van portretten omdat er dan bijna geen vertekening optreedt. Hoe groter de brandpuntsafstand, hoe verder je van het model af moet staan voor je compositie. Daarom is het soms handiger om een lens uit te kiezen waarbij je niet te ver weg hoeft te staan.
Een variabel brandpunt is gebruikelijk bij telelenzen. Dit betekent dat je zelf bepaalt hoe dichtbij je het onderwerp haalt. Met een 70-300mm lens is je beeld bij 70mm al aardig ingezoomd, maar met 300mm haal je het onderwerp pas echt dichtbij.
Zoombereik (MM): Het aantal mm staat voor het zoombereik van je lens. Hoe meer mm je hebt, hoe verder je kunt inzoomen, en hoe dichterbij je het onderwerp dus kunt halen. Een 18mm lens is zo bijvoorbeeld een groothoeklens, en 55 mm een lichte telelens.
De sluitertijd bepaalt hoe lang er licht op de sensor van je camera valt. Zo lang de sluiter van je camera open staat, komt er licht op de sensor. Hoe lang de sluiter open staat, heeft invloed op hoe een beweging in beeld komt: bewogen of 'bevroren'.
Meestal wordt met b en v de beeldafstand en de voorwerpsafstand bedoeld. Er geldt inderdaad. N=b/v.
Het brandpunt of de focus van een lens of holle of bolle spiegel is: Bij een bolle lens en een holle spiegel: het punt waar evenwijdig aan de optische as invallende lichtstralen na breking door de lens dan wel reflectie door de spiegel samenkomen.
De meeste macro lenzen lopen van 60mm tot 180mm brandpuntsafstand. Bij 180 millimeter moet je bedenken dat je veel sluitertijd nodig hebt om scherpe foto's te garanderen.
de voorwerpsafstand (de afstand van het voorwerp tot het optisch middelpunt, gemeten langs de hoofdas). Bij reële voorwerpen is deze positief. In lenzenstelsels dient het beeld van de ene lens als voorwerp voor de volgende lens.
Het diafragma is de verstelbare opening waarmee je bepaalt hoeveel licht er doordringt tot de sensor van je camera én hoe groot het scherptegebied is. Een diafragma is opgebouwd uit meerdere lamellen die kunnen verschuiven. Op die manier kan de opening groter of kleiner worden.
Dekt de populaire brandpuntsafstanden van 18-55 mm (kleinbeeldequivalent: 27-82,5 mm) met een maximaal diafragma van f/3.5–5.6. Dit objectief is perfect voor het maken van allerlei soorten foto's, van portretten tot landschapsfoto's. Het is ook ideaal voor het opnemen van HD-films.
18-55: het zoombereik van de lens. Van groothoek (18mm) tot 55 mm (lichte telelens). Van 18 tot 55mm is een zoombereik van 3 en dat laat Nikon ook aan het einde nog een keer zien door 3.0x te vermelden. f/3.5-5.6G: Het maximale diafragma.
Een voor de hand liggende keuze is een objectief met een zoombereik van 70 tot 200mm: de Canon EF 70-200mm f/2.8L, de Nikon AF-S 70-200mm f/4.0G en de Sony 70-200mm f/2.8.
Je kunt het aantal keer zoom berekenen door de grootste waarde te delen door de kleinste. Zo heeft een 18 tot 200 mm lens 11 keer zoom, namelijk 200 gedeeld door 18. De millimeterwaarden geven aan in hoeverre je te maken hebt met een groothoeklens of een telelens.
Neem een groothoek van 10 tot max. 40mm voor mooie weidse opnames die je van landschappen kunt maken. Neem een telelens voor het fotograferen van vogels of andere diersoorten op afstand. Denk hierbij aan lenzen van minimaal 400mm of meer.
Hoeveel zoom heb je nodig? Voor de meeste mensen zal 10 of 20 keer zoom in praktijk ruim genoeg zijn. Op basis van de afbeeldingen kun je zelf inschatten hoeveel zoom je zou willen. Het is verleidelijk om voor heel veel zoom te gaan.
Een allround lens is een zoomlens voor alledaags gebruik. Doordat het een lens met een variabele brandpuntafstand is, kun je er vanalles mee vastleggen. Volledig uitgezoomd is het beeldkader groot genoeg om landschappen te fotograferen.