Borrelia burgdorferi is de verwekker van borreliose (in de volksmond ook bekend als "ziekte van Lyme"), een door teken overgedragen ziekte met diverse klinische presentaties waaronder erythema migrans, neuroborreliose, artritis, acrodermatitis, lymfocytoom en carditis.
immunoblot. – Positieve antistoffen: bewijs van blootstelling, niet van (actieve) ziekte of (persisterende) aanwezigheid bacteriën. – Late fase van ziekte van Lyme = Borrelia IgG positief.
Een positieve DNA test is wel zeer suggestief voor de ziekte van Lyme. Bij aanwezigheid van IgM -antistoffen tegen Borrelia is er sprake van een recente infectie. De aanwezigheid van alleen IgG antistoffen past bij een niet-recente infectie.
Kenmerken chronische ziekte van Lyme
Symptomen die hierbij horen zijn stemmingswisselingen, prikkelbaarheid, woede-uitbarstingen, geheugenproblemen, concentratievermindering, zware hoofdpijn, en slaapstoornissen.
Borrelia-serologie is op dit moment de laboratoriumdiagnostische methode van eerste keuze en in veel gevallen de enige beschikbare methode voor Borrelia-specifieke diagnostiek. In serologische tests wordt de immunologische respons op B. burgdorferi gemeten. Er wordt dus niet direct ziekteactiviteit aangetoond.
Aanwezigheid van alleen IgG bij afwezigheid van viraal RNA in neuskeelholte, speeksel of sputum duidt op een doorgemaakte infectie (zie figuur 1).
Antistoffen worden in het algemeen binnen enkele dagen tot 2 weken na het moment van infectie aantoonbaar. Er zijn verschillende soorten antistoffen, de belangrijkste zijn IgM, IgG en IgA. Normaal gesproken wordt IgM als eerst gemaakt door het lichaam. IgG blijft het langst detecteerbaar.
Soms kunnen gewrichtsklachten, huidklachten, zenuwklachten of hartklachten ontstaan. Dat kan gebeuren als de vroege klachten van de ziekte van Lyme niet behandeld zijn met antibiotica. Maar deze klachten zijn soms ook een eerste uiting van de ziekte.
griepachtige klachten (koorts, hoofdpijn, spierpijn, moeheid) pijn, minder kracht in armen, benen of romp, tintelingen, of pijn in een of meer gewrichten.
Slechts bij een klein deel van de mensen leidt een tekenbeet tot de ziekte van Lyme. Bij veel patiënten geneest de ziekte volledig door een antibioticakuur van tien dagen tot vier weken.
Borrelia burgdorferi is de verwekker van borreliose (in de volksmond ook bekend als "ziekte van Lyme"), een door teken overgedragen ziekte met diverse klinische presentaties waaronder erythema migrans, neuroborreliose, artritis, acrodermatitis, lymfocytoom en carditis.
Is de ziekte van Lyme te genezen of blijft u er altijd last van houden? De ziekte van Lyme is over het algemeen goed te genezen met een antibioticakuur. Alleen als u de ziekte van Lyme al langere tijd heeft en deze niet eerder ontdekt en behandeld is, kunnen er klachten blijven bestaan.
Waarschijnlijk kan een infectie dus ook optreden zonder de zo karakteristieke huidafwijking. Daardoor kan het voorkomen dat een arts bij zulke ziekteverschijnselen niet direct aan de ziekte van Lyme denkt. Bij de meerderheid gaan ook deze klachten vanzelf over en houdt men er geen restverschijnselen aan over.
Bij deze tests zoekt men naar antistoffen tegen de Borrelia bacterie in het bloed van de patient. De antistoffen verschijnen pas enige tijd na de infectie (eerst IgM, later IgG) en zijn na minimaal 3-8 weken redelijk betrouwbaar te meten; testen kort na infectie heeft dus geen zin.
Bij een bloedonderzoek naar de ziekte van Lyme wordt er altijd een combinatie van een ELISA test en Western Blot uitgevoerd. Dit is omdat dit medisch gezien de meest betrouwbare resultaten geeft in het kader van een infectie met de ziekte van Lyme.
In alle stadia van de ziekte van Lyme krijg je een behandeling met antibiotica van tien dagen tot vier weken. Een antibioticum is een medicijn dat helpt tegen een infectie met een bacterie. Meestal helpen deze medicijnen goed, maar het kan soms lang duren voordat je merkt dat de medicijnen je klachten verminderen.
De ziekte van Lyme kan een ernstig invaliderende ziekte zijn, die vaak gepaard gaat met ernstige klachten en grote vermoeidheid (uitputting). Patiënten die hiermee te maken hebben, kunnen meestal geen normaal leven meer leiden. Werken en naar school gaan kan voor hen een groot probleem of zelfs onmogelijk zijn.
De ziekte kan iemands kwaliteit van leven ernstig aantasten. Een behandeling met antibiotica kan wel een verdere verslechtering voorkomen, maar het effect op de reeds bestaande stoornissen is meestal minimaal of afwezig. Er is dan ook vaak blijvende invaliditeit.
Als het vroege stadium van de ziekte van Lyme niet behandeld wordt, kan dit later leiden tot gewrichtsklachten, huidklachten, zenuwklachten of hartklachten. Deze latere stadia zijn ook te behandelen met antibiotica, maar er kan al wel schade zijn ontstaan door de ontsteking.
Na het vaststellen van de ziekte van Lyme wordt er in de meestal gekozen voor een behandeling met de antibiotica doxycycline, tweemaal daags 100 mg voor een duur van tien dagen. In sommige gevallen wordt er voor een behandeling met amoxicilline gekozen.
Meestal geneest lymeziekte helemaal door een kuur met antibiotica. Het kan iets langer duren voordat uw klachten daarna weg zijn. Sommige patiënten met lymeziekte krijgen na behandeling met antibiotica chronische klachten (zoals vermoeidheid, concentratieproblemen, pijn in de gewrichten, spieren en pezen).
Met de termen 'chronische ziekte van Lyme' of 'Post Lyme Syndroom' verwijzen sommige experten in dit domein naar patiënten met aanhoudende klachten toe te schrijven aan de ziekte van Lyme: musculoskeletale pijn, neurocognitieve stoornissen, vermoeidheid of een combinatie van deze symptomen (1).
De referentiewaarden voor de immuunglobulines zijn leeftijdsafhankelijk. Voor volwassenen worden de volgende referentiewaarden gehanteerd: IgA 0,7-4,0 g/l, IgG 7,0-16,0 g/l en voor IgM 0,4-2,3 g/l.
Immunoglobuline G = Immunoglobuline G (igg) is een immunoglobuline dat wordt aangemaakt bij grotere hoeveelheden of bij een herhaald contact met het antigeen. Het igg-molecuul kan beschouwd worden als een typische antistof.
Hyperviscositeit. De grote hoeveelheid afwijkend IgM-eiwit kan het bloed stroperig maken. Dit heet hyperviscositeit en kan zorgen voor een verminderde bloedtoevoer naar organen.