Bij Beroepsgericht Opleiden [BGO] of Praktijkgericht Opleiden ligt de focus op het werkveld en het beroep, de taak/functie, waarvoor iemand wordt opgeleid. Het onderwijs vindt veelal plaats in een realistische, al dan niet gesimuleerde, omgeving.
Een beroepsopleiding leidt een student op voor een specifiek vak of beroep. In Nederland zijn drie vormen voor beroepsonderwijs, namelijk: mbo, hbo en universiteit. De vooropleiding van de middelbare school bepaalt of een student zich kan inschrijven voor een mbo-, hbo- of universitaire opleiding.
Een beroepsgerichte opleiding is een wettelijk erkende opleiding waarvan de uitgangspunten (kerntaken/werkprocessen/eisen/normen) zijn vastgesteld door een afvaardiging van werkgevers en werknemers in een bepaalde branche. Bijvoorbeeld de opleiding 'Voedingsoperator'. Dit type opleiding is veelal een MBO opleiding.
Met dit programma bereiden leerlingen zich voor op het mbo (middelbaar beroepsonderwijs).De nadruk ligt hierbij op Loopbaan Oriëntatie- en Begeleiding (LOB). Leerlingen kiezen aan het einde van leerjaar twee een beroepsgericht profiel. Bijvoorbeeld Groen of Zorg en Welzijn.
Voor de meeste beroepen zijn bijzondere kennis en vaardigheden nodig. Daarom zijn voor het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) beroepsgerichte kwalificaties opgesteld. Het onderwijs en bedrijfsleven samen bepalen de inhoud van deze kwalificaties.
Beroepsgericht opleiden betekent dat de praktijk centraal staat en de theorie die daarbij is, ondersteunend is. Bij Beroepsgericht Opleiden [BGO] of Praktijkgericht Opleiden ligt de focus op het werkveld en het beroep, de taak/functie, waarvoor iemand wordt opgeleid.
De beroepshavo is een mbo niveau 4 maatwerk opleiding waarbij jij ook twee havo vakken volgt. Je kan daar een havo certificaat voor behalen. Een havo-certificaat is een onderdeel van een havo diploma. Met de beroepshavo ben je beter voorbereid op een eventuele hbo vervolgstudie.
Opbouw mbo-opleidingen
Je krijgt beroepsgerichte vakken (theorie en praktijklessen) die passen bij je opleiding en het vak dat je hebt gekozen. Je krijgt algemene vakken zoals Nederlands, rekenen, burgerschap en op niveau 4 ook Engels.
Het laagste niveau van het voortgezet onderwijs is het praktijkonderwijs. Dit onderwijs is speciaal voor jongeren die het moeilijk vinden om een diploma te behalen in het 'reguliere' voortgezet onderwijs. Het halen van een diploma op vmbo niveau is voor veel praktijkonderwijs leerlingen te hoog gegrepen.
Wat is vmbo-kader? Vmbo-kader is voor leerlingen die het liefst kennis opdoen in de praktijk. Deze leerweg bereidt de leerling voor op de vak- en middenkaderopleidingen in het mbo (niveau 3 en 4). Het verschil met de mavo is dat iets minder diep wordt ingegaan op de algemene vakken.
Naast de hbo-docentenopleidingen natuur- en scheikunde, waar 77 procent van de afgestudeerden binnen een jaar een vaste baan heeft, is ook de baangarantie voor studenten die kiezen voor de lerarenopleidingen techniek, wiskunde en Nederlands hoog. De opleiding management in de zorg maakt de hbo-top 5 compleet.
Er zijn grofweg 8 verschillende studierichtingen: economie, gedrag & maatschappij, gezondheid, interdisciplinair, landbouw & natuur, recht, kunst & cultuur en techniek. Om het overzicht te behouden, helpt het om eerst één of twee studierichtingen te kiezen die je interesse hebben en je daarin te gaan verdiepen.
Als je les wilt geven in het mbo moet je voldoen aan een aantal bekwaamheidseisen: je moet kunnen aantonen dat je vakinhoudelijk, pedagogisch en didactisch bekwaam bent. Dat kun je doen met een tweede- of eerstegraads lesbevoegdheid, of via een PDG-traject in combinatie met een geschiktheidsverklaring.
Het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) duurt 4 jaar en heeft 4 leerwegen. Die verschillen van elkaar in niveau en hoeveelheid beroepsgericht en theoretisch onderwijs. Het vmbo maakt leerlingen klaar voor een opleiding in het mbo. Soms stromen leerlingen na het vmbo door naar de havo.
Mbo staat voor middelbaar beroepsonderwijs. Het is onderwijs dat aansluit op de middelbare school. Het vmbo (voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs) bereidt je voor op het mbo. Ook als je een havo diploma hebt, of vroeger een ander diploma hebt gehaald, dan kan je studeren aan het mbo.
De havo bereidt leerlingen voor op een studie in het hoger beroepsonderwijs (hbo). De havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs) duurt 5 jaar.
lager dan 80 LWOO of praktijkonderwijs 80 t/m 90 vmbo bbl of vmbo bbl/kbl 90 t/m 100 vmbo kbl of vmbo kbl/tl 100 t/m 105 vmbo-tl of vmbo-tl/havo 105 t/m 110 vmbo tl/havo 110 t/m 115 havo vanaf 115 havo/vwo vanaf 130 vwo (gymnasium, TTO etc.)
Het tempo en niveau van het havo is hoger dan van het vmbo. Leerlingen moeten bijvoorbeeld zelfstandiger werken en krijgen meer huiswerk. Bovendien is het onderwijsniveau theoretischer dan vmbo-t. In de onderbouw, de eerste, tweede en derde klas, volgen leerlingen algemene vakken op het havo.
Het belangrijkste verschil tussen vmbo-basis en -kader is het niveau waarop de lesstof wordt aangeboden. Met vmbo-basis kun je naar niveau 2 van het mbo.Met vmbo-kader kun je naar niveau 3 of 4 van het mbo.
Het verschil tussen mbo en hbo
Ook is de lesstof van een hbo-opleiding moeilijker dan die van een mbo-opleiding op hetzelfde vakgebied. Verder zijn opdrachten uitgebreider.
U dient daarvoor een vrijstellingsverzoek in te dienen bij de examencommissie van uw opleiding. De examencommissie zal ieder verzoek beoordelen op basis van uw diploma's en certificaten en eventuele EVC-rapporten. EVC staat voor Erkenning van Verworven Competenties.
De Beroepshavo is een mbo-opleiding op niveau 4 die jou in twee jaar extra goed voorbereidt op het hbo. Dit maakt de Beroepshavo anders dan een traditionele mbo-opleiding, die meer beroepsgericht is. Maar ook anders dan de havo, die meer theoretisch is.
Het beroepsbeeld laat de verschillende facetten van het beroep zien en de ontwikkelmogelijkheden die daarbinnen te onderscheiden zijn. Het is te beschouwen als een landkaart die handvatten biedt voor loopbaanontwikkeling, loopbaankeuzes en loopbaanbeleid.
Naast de kwalificatie volgt de student keuzedelen. Deze zijn verbredend, verdiepend of dragen bij aan een betere in- of doorstroom naar een vervolgopleiding. Het keuzedeel is een verplicht onderdeel van het onderwijs en de examinering. Keuzedelen vormen ongeveer vijftien procent van de totale mbo-opleiding.