De basisvorming is het onderwijsprogramma voor de eerste twee à drie leerjaren van het Nederlandse voortgezet onderwijs. Het is bedoeld om scholieren op alle schooltypen, van vmbo tot gymnasium, dezelfde basis te geven voor de rest van hun schooltijd.
Niveau 2: diploma lbo, vbo of vmbo basisberoepsgerichte leerweg.
De basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen lijken op het oude vbo (voorbereidend beroepsonderwijs), maar heeft in vergelijking met het vbo meer theoretische vakken. Het vmbo is geen eindopleiding. Het vmbo bereidt leerlingen voor op een vervolgopleiding (mbo).
Onderwijs dat voorbereidt op het middelbaar beroepsonderwijs. Het is bestemd voor leerlingen van 12 tot 17 jaar en heeft een duur van vier jaar. In het laatste jaar kon op verschillende niveaus examen worden gedaan.
Het laagste niveau van het voortgezet onderwijs is het praktijkonderwijs. Dit onderwijs is speciaal voor jongeren die het moeilijk vinden om een diploma te behalen in het 'reguliere' voortgezet onderwijs. Het halen van een diploma op vmbo niveau is voor veel praktijkonderwijs leerlingen te hoog gegrepen.
Met de basisberoepsgerichte leerweg kun je naar niveau 2 van het mbo. De kaderberoepsgerichte leerweg geeft je toegang tot niveau 3 of 4 van het mbo. Tijdens de eerste twee leerjaren kijken we goed of je op het juiste niveau zit. Als dat niet zo is, dan kun je altijd nog wisselen van niveau.
Om maar met de deur in huis te vallen: voor u als klant zit hier eigenlijk geen verschil in. Beide organisaties zijn een brancheorganisatie van makelaars waar strenge opleidingseisen zijn om jezelf hier makelaar en/of taxateur te mogen noemen.
Leerlingen met een vmbo-t of vmbo-g diploma kunnen naar het mbo (niveau 3 of 4) of naar het havo doorstromen. In het laatste geval moeten zij wel eindexamen doen in een extra vak. Leerlingen met een vmbo-k diploma kunnen zich inschrijven voor een mbo-opleiding niveau 3 of 4.
Het vmbo kent nu vier leerwegen: twee beroepsgerichte (het oude vbo) de theoretische (oude mavo) en als nieuw element de gemengde leerweg. Deze variant blijkt het minst populair. Nog geen tien procent van de leerlingen kiest hiervoor. Een aantal scholen is er zelfs helemaal niet aan begonnen.
Mbo-niveau 2: basisberoepsopleiding
De basisberoepsopleiding duurt 1 tot 2 jaar. Met je diploma kun je uitvoerend werk doen, bijvoorbeeld als kapper of autotechnicus.
De school voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (afgekort mavo) was een Nederlandse schoolsoort, volgens artikel 9 van de Wet op het voortgezet onderwijs, die werd ingevoerd in 1968, in de wandelgangen de Mammoetwet genoemd. Deze schoolsoort is de opvolger van de mulo, of ulo.
Het laagste niveau is praktijkonderwijs. Dit is bedoeld voor kinderen met een IQ onder de 80. Er staat voor dit onderwijs niet een bepaald aantal jaren. Je kan dit onderwijs volgen tot je achttiende jaar.
Je hebt een diploma vmbo kaderberoepsgerichte leerweg, vmbo theoretische leerweg, mavo, mavo-vbo of vmbo gemengde leerweg nodig. Ook een diploma van een vakopleiding, dus mbo niveau 3, is meestal voldoende vooropleiding voor een mbo-studie op niveau 4.
Met een mbo-opleiding op niveau 2 word je opgeleid tot een baan waarbij je uitvoerende werkzaamheden kunt verrichten. Denk hierbij aan een opleiding als MBO Beveiliger, MBO Medewerker financiële administratie of MBO Helpende Zorg en Welzijn. De opleiding duurt 12 tot 24 maanden.
Voor de overstap van havo of vwo naar het mbo zonder diploma geldt als vooropleidingseis dat je minimaal de eerste drie jaren van het havo of vwo hebt afgerond. Als je hieraan voldoet, dan heb je recht op toelating tot het mbo.
In 2010 is de maximale verblijfsduur in het vmbo afgeschaft en is het mogelijk gemaakt dat leerlingen vmbo-diploma's stapelen. Het Van der Meij college in Alkmaar laat gemotiveerde leerlingen na het afron- den van de basisberoepsgerichte leerweg een jaar later een diploma op kaderniveau halen.
Het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) duurt 4 jaar en heeft 4 leerwegen. Die verschillen van elkaar in niveau en hoeveelheid beroepsgericht en theoretisch onderwijs. Het vmbo maakt leerlingen klaar voor een opleiding in het mbo.
Na de basisschool gaan leerlingen naar het voortgezet onderwijs. Het niveau waarmee kinderen instromen in het voortgezet onderwijs is afhankelijk van het schooladvies van de basisschool. Het voortgezet onderwijs kent vier niveaus: vmbo, havo, vwo en praktijkonderwijs.
De VBO-leden zijn vakbekwaam en worden permanent getoetst op hun vakkennis. Zij staan voor kwaliteit en betrouwbaarheid, hun dienstverlening wordt gewaarborgd door de VBO Beroeps- en Gedragscode. Zij zijn gecertificeerd volgens het ISO 17024 persoonscertificaat van DNV.
De NVM is de grootste branchevereniging in de makelaardij met meer dan 120 jaar ervaring. Als je een woning koopt of verkoopt wil je er zeker van zijn dat alles goed geregeld wordt. Als je kiest voor een NVM-makelaar kies je voor deskundigheid, betrouwbaarheid en kwaliteit. Een NVM-makelaar is niet zomaar een makelaar.
Leerlingen kunnen tussentijds opstromen naar een hoger niveau of afstromen naar een lager niveau. Hiervoor gelden de regels die de school hier zelf voor heeft opgesteld. Vanaf het derde leerjaar volgen leerlingen een speciaal vakkenpakket. Daardoor wordt het lastiger en meestal onmogelijk om nog te wisselen van niveau.
Wat is vmbo-kader? Vmbo-kader is voor leerlingen die het liefst kennis opdoen in de praktijk. Deze leerweg bereidt de leerling voor op de vak- en middenkaderopleidingen in het mbo (niveau 3 en 4). Het verschil met de mavo is dat iets minder diep wordt ingegaan op de algemene vakken.
Leerlingen die deelnemen aan de theoretische of gemengde leerweg kunnen na het behalen van hun diploma doorstromen naar het havo. Ook leerlingen van de kaderberoepsgerichte leerweg kunnen langs deze weg doorstromen naar het havo.