Welk niveau al aanwezig? Een Nederlandse werknemer die Frans heeft gehad op de middelbare school tot en met de derde klas havo/vwo, heeft niveau A1, en als hij Frans heeft gehad tot aan 6 vwo, is zijn of haar niveau over het algemeen A2.
In het secundair volwassenenonderwijs kunt u cursussen volgen van de 2de en 3de graad BSO en TSO. Vroeger noemde men dit 'B2'. Het omvat ook het studiegebied 'Algemene Vorming' (het vroegere tweedekansonderwijs). Zo is het mogelijk om een volwaardig diploma secundair onderwijs te behalen.
2 (volledig C1-niveau). Kan vrijwel alles wat hij hoort of leest gemakkelijk begrijpen. Kan informatie die afkomstig is van verschillende gesproken en geschreven bronnen samenvatten, argumenteren reconstrueren en hiervan samenhangend verslag doen.
Niveau A = basis, en dit heb je als je je eindexamen Frans op vmbo-tl/gl niveau met een voldoende hebt afgesloten. Niveau B1 is dan voor een havo-diploma en niveau B2 voor een vwo-diploma. Dat is even grofweg gezet, want het verschilt ook nog per vaardigheid.
De voornaamste gedachten binnen een complexe tekst begrijpen over zowel concrete als abstractere onderwerpen, waaronder technische discussies binnen zijn/haar vakgebied. Vloeiend communiceren met een dusdanige spontaniteit, wat algemene interactie met native sprekers van het Engels mogelijk maakt, zonder spanning.
Wat is een taalniveau? De taalniveaus B1, B2, A1, A2, C1 en C2 geven aan hoe makkelijk of moeilijk een tekst is om te lezen, schrijven en begrijpen. Het taalniveau beschrijft het niveau van iemand die een taal leest, spreekt, hoort of schrijft.
Taalniveau B2
Uitzicht – kan de hoofdlijnen van complexe teksten begrijpen, kan duidelijke, gedetailleerde tekst produceren en kan spontaan aan een gesprek deelnemen.
Studiebelasting: 108 lesuren en 108 uren zelfstudie. Per week: 6 lesuren (3*2) en 6 tot 9 uren zelfstudie.
Taalniveau B1 staat voor eenvoudig Nederlands. De overgrote meerderheid van de bevolking begrijpt teksten op taalniveau B1. Ook mensen die geen (hoge) opleiding hebben gehad. Een tekst op B1-niveau bestaat uit makkelijke woorden die bijna iedereen gebruikt.
Mensen met ERK niveau A2 hebben al een grotere woordenschat en zijn op weg om onafhankelijke taalgebruikers te worden. Vrolijk & Frans® gebruikt als één van de eersten in Nederland de unieke methode TPRS* – TPR Storytelling – waarbij in de lessen minimaal 90% van de lestijd in het Frans wordt gesproken.
Om toegang te krijgen tot een opleiding moet je namelijk kunnen aantonen dat je Nederlands kunt lezen, luisteren, schrijven en spreken op B1-niveau (voor mbo-opleidingen) of op B2-niveau (voor hbo-opleidingen en de universiteit).
Met een havodiploma, een vwo-diploma of een mbo 4-diploma kunt u een opleiding gaan volgen aan een hogeschool. Voor toelating tot een universiteit heeft u een vwo-diploma of een propedeuse (eerste jaar) van een hbo-opleiding nodig.
Als je niveau A2 hebt bereikt, kun je je met het Nederlands in eenvoudige, alledaagse situaties redden. Op niveau B1 beheers je de taal zodanig dat je je ook in meer bijzondere situaties goed kunt redden.
basisonderwijs: niveau 1F; vmbo, mbo-1, mbo-2 en mbo-3: niveau 2F; havo en mbo-4: niveau 3F; vwo: rekenen niveau 3F en taal niveau 4F.
Verschillen in taalniveaus
Het verschil komt doordat de tekst bedoeld is voor een Nederlandstalige of anderstalige. Het niveau 1F is niet hetzelfde als het niveau A2. En zo is het niveau 2F ook niet hetzelfde als het niveau B1.
Voor de functie van Administratief Medewerker word je verloond op C-niveau (C1-C3). Dit geldt voor medewerkers met een diploma Hoger Secundair Onderwijs, maar evengoed voor medewerkers met een Bachelor- of Masterdiploma die als Administratief Medewerker worden aangesteld.
Taalniveau B1 is begrijpelijk voor bijna iedereen
Een tekst op taalniveau B1 begrijpt bijna iedereen (zo'n 95% van de bevolking). Ook mensen die geen hoge opleiding hebben gehad en voor hun werk nooit hoeven te lezen.
Schrijven op B1-niveau betekent dat je tekst een eenvoudig taalniveau heeft. Taal die bestaat uit makkelijke woorden die bijna iedereen in Nederland kent. Dat betekent dus dat ook bijna iedereen jouw boodschap kan begrijpen. En dat wil je!
Mensen met taalniveau B2 kunnen artikelen en verslagen over hun eigen interesse- en vakgebieden begrijpen. Hetzelfde geldt voor teksten over eigentijdse problemen. Ook literair proza begrijpen deze lezers meestal wel, zolang het eigentijds is.
A2 = beginner met enige ervaring (“Je comprends des messages simples” = Ik begrijp eenvoudige berichten). B1 = halfgevorderd (“Je peux communiquer dans un environnement francophone”= Ik kan in een Franstalige omgeving communiceren). B2 = gevorderd (“Je communique avec aisance“= Ik communiceer met gemak).
Op het cv geef je bij het onderdeel “Talen” of “Talenkennis” per taal aan wat je niveau is. Gebruik daarbij de volgende niveaus: moedertaal, vloeiend (uitstekend), goed, redelijk (voldoende). Gebruik in elk geval nooit woorden als zwak en slecht.
De taaltest van WEP geeft je een duidelijk idee van je niveau en kennis van de vreemde taal in kwestie. Op het einde van de test krijg je meteen het resultaat. We maken gebruik van het Europees Referentiekader voor Talen (ERK) om je resultaat te bepalen.
Voor het vak Nederlands in het Nederlandse onderwijs gelden de referentieniveaus taal (1F, 2F, 3F en 4F). Niveau 2F geldt als eindniveau voor de opleidingen op niveau mbo-2 en -3. Het niveau B1 van ERK/CEFR is sterk vergelijkbaar met niveau 2F. Niveau 3F geldt als eindniveau voor havo en mbo-4.
Als je teksten schrijft op B1-niveau, is de eerste en gemakkelijkste manier om dat te doen: moeilijke woorden vermijden. Woorden met meer dan 3 lettergrepen, woorden met een abstracte betekenis en jargon (of vaktaal) zijn lastig te begrijpen voor een taalgebruiker op B1-niveau.