Stamcellen zijn cellen die nieuwe bloedcellen aanmaken. Ze komen voor in de beenmergholtes van onze botten. Een patiënt kan niet van iedereen stamcellen ontvangen. Daarvoor moet een donor gevonden worden met dezelfde weefselkenmerken.
Deze bloedstamcellen worden voortdurend door het lichaam vervangen, je kunt ze dus makkelijk missen en hebt ze zo weer aangemaakt. Ben je gezond, minstens 18 jaar, niet ouder dan 55 en woon je in Nederland? Dan kun je je aanmelden als stamceldonor. Voor personen tussen de 18 en 35 jaar is de aanmelding kosteloos.
Er zijn twee manieren om stamcellen af te nemen. Het kan via het bloed (PBSC: perifere stamcelbloeddonatie) of via het beenmerg. In tweederde van de gevallen wordt gekozen voor stamceldonatie via het bloed. Het is de arts die bepaalt welke vorm wordt gekozen.
Wanneer een patiënt stamcellen van een donor nodig heeft, wordt er vaak eerst in de familie gekeken. De kans op een match binnen de familie is 30%.
Criteria voor stamceldonoren
U mag geen ziekten hebben die via bloed overdraagbaar zijn en die nadelig kunnen zijn voor de ontvanger. De patiënt en u moeten een identieke weefseltypering (HLA-typering) hebben. Uw eigen bloedvorming in het beenmerg moet normaal zijn. U mag niet zwanger zijn.
In de afgelopen jaren is het bestand met stamceldonoren flink gegroeid, tot inmiddels ruim 300.000 ingeschreven personen. Per stamceldonor, kost het Matchis ongeveer 35 euro om iemand in te schrijven in het bestand. Dit komt omdat iedereen een registratiesetje krijgt om wangslijmvlies op te sturen.
Ik ben te oud waarom kan ik geen stamceldonor meer zijn? Voor jongere donoren zijn de risico's van stamceldonatie zeer laag. Hoe ouder de stamceldonor is hoe meer de stamceldonatie risico's met zich mee kan brengen. Dat willen we vermijden en daarom hebben we deze leeftijdsgrens ingesteld.
Om stamcellen te kunnen doneren moet je een BMI tussen de 18 en 30 hebben. Als een donor een te laag BMI heeft, kunnen we vaak onvoldoende stamcellen uit het lichaam halen om de patiënt te helpen. Bij een te hoog BMI moet er meer van het medicijn worden toegediend dat zorgt dat de stamcellen naar de bloedbaan gaan.
Stamcellen doneren uit het beenmerg doet geen pijn, de donatie is namelijk altijd onder algehele narcose. Ingewikkeld is de afname niet. In de ochtend word je verwacht op de afdeling en word je onder narcose gebracht. Met een dikke naald worden de stamcellen uit de achterste rand van het bekken gehaald.
Iedereen die aan de gezondheidseisen voldoet, in Nederland woont en in de leeftijdscategorie 18 tot en met 55 jaar valt, kan zich aanmelden als stamceldonor. Heeft u interesse om donor te worden, kijk dan voor meer informatie hierover op de website van Matchis.
De meeste bevinden zich in het beenmerg, maar ook in de bloedbaan kunnen soms stamcellen gevonden worden: dit zijn de zogenaamde perifere bloed stamcellen. Stamcellen verschillen van andere cellen in het lichaam omdat zij zich nog kunnen delen.
Naast embryonale stamcellen zijn er ook "volwassen" stamcellen. Dit zijn weefsel specifieke stamcellen die zich ook kunnen vermenigvuldigen, alhoewel ze in vergelijking met embryonale stamcellen vlugger oud worden.
Een stamceltransplantatie is zwaar. Niet iedereen kan zo'n behandeling aan. Mensen die ouder zijn dan 70 jaar kunnen geen stamceltransplantatie krijgen omdat de bijwerkingen te zwaar zijn. Sommige mensen die jonger zijn dan 70 jaar zijn niet fit genoeg voor een stamceltransplantatie.
Bij donatie via beenmerg zijn de standaard risico's van een narcose het grootste risico bij deze vorm van stamceldonatie. Na het bijkomen uit de narcose kan je je nog een beetje slaperig voelen.Ook kan het zijn dat je door de beademingsbuis last hebt van een ruw gevoel in de keel of zelfs keelpijn.
Als een stamceltransplantatie mislukt, kunt u overlijden. Dit kan komen doordat de donorstamcellen niet aanslaan. Maar vaker komt het door ernstige complicaties zoals de graft-versus-host-ziekte of infecties. De kans op overlijden na een allogene stamceltransplantaties ligt tussen 15 en 20%.
Je kunt tot en met 55 jaar gevraagd worden om stamcellen te geven. Aanmelden kan kosteloos van 18 tot en met 35 jaar.
Er zijn twee manieren om stamcellen af te nemen bij een donor: uit het bloed en uit het beenmerg. Een afname uit het beenmerg gebeurt onder algemene verdoving, wat op zich vrij ingrijpend is om als gezond persoon te ondergaan. Maar in België worden stamcellen meestal uit het bloed gehaald.
Bij Matchis hebben we het beleid dat een donor maximaal drie keer kan worden opgeroepen om stamcellen te doneren. Medisch gezien kan het in principe vaker; wat dat betreft lijkt stamceldonatie meer op bloeddonatie dan op orgaandonatie. Het lichaam maakt de stamcellen snel weer aan.
Behandeling van zo'n patiënt kost de verzekeraars nu gemiddeld € 42.530,50 per jaar, zo blijkt uit de tabellen van het Zorginstituut. Voor stamceltransplantatie in Nederland komen die kosten uit op € 46.725 per patiënt, maar dan eenmalig.
Als je bloed, plasma of bloedplaatjes doneert, krijg je daar geen geld voor.
Het oogsten van de stamcellen
De donor wordt met 2 infusen aan een leukaferese-apparaat, een speciaal centrifuge-apparaat, gekoppeld. Via het ene infuus komt het donorbloed in het leukaferese-apparaat terecht. Het leukaferese-apparaat centrifugeert het bloed. Hierdoor scheiden de stamcellen zich van andere bloedcellen.
Naast broers en zussen kunnen ook ouders, neven/nichten, oom/tantes en kinderen haplo-identieke stamceldonoren zijn. Het behandelteam bepaalt of dit een optie is.
Een niet-verwante donor kan slechts één keer doneren. Als er echter een match blijkt te zijn tussen jou en een familielid, mag je wel zonder probleem opnieuw doneren. Als je gedoneerd hebt, word je uit het Belgisch Beenmergregister gehaald. Dat betekent dat we dus regelmatig nieuwe stamceldonors moeten zien te werven.
Met beenmerg transplantatie wordt bedoeld het transplanteren van afgenomen beenmerg. Met stamceltransplantatie wordt bedoeld het transplanteren van stamcellen die door een speciale voorbehandeling vanuit het beenmerg naar het bloed verplaatst zijn.
Je eetlust keert beetje bij beetje terug. Als je weer naar huis mag, zijn je afweersysteem en conditie nog niet volledig hersteld. Gemiddeld duurt dit na een allogene transplantatie een jaar. Tijdens dit jaar kun je beperkt worden in je dagelijks leven.