Een gedragsstoornis is een psychische stoornis bij kinderen. Kinderen met een gedragsstoornis vertonen voor langere tijd afwijkend en zeer lastig gedrag. Alle kinderen hebben weleens een periode waarin ze zich opstandig, boos, dwars en agressief gedagen.
We spreken van gedragsproblemen als: een kind zich dwars en opstandig gedraagt, gauw geprikkeld is en driftig wordt, anderen ergert, antisociaal gedrag vertoont (zoals liegen of stelen) of zich agressief gedraagt. het kind, de ouders of de omgeving er nadelige gevolgen van ondervinden.
Gedragsstoornis, wat is dat? Als een kind of een jongere minimaal 6 maanden lang opstandig, negatief, vijandig en zelfs gewelddadig gedrag vertoont wordt dit gedefinieerd als een gedragsstoornis. De twee belangrijkste gedragsstoornissen zijn de ODD (oppositional defiant disorder) en CD (conduct disorder).
De belangrijkste verklaring voor het ontstaan van gedragsproblemen is een negatieve spiraal tussen kenmerken of gedrag van een kind en de reactie van de omgeving daarop. Probleemgedrag roept een negatieve reactie van de omgeving op, die het probleemgedrag versterkt en zo opnieuw tot negatieve feedback leidt.
Meest voorkomende gedragsstoornissen:
ADHD. ODD/oppositioneel opstandige gedragsstoornis. CD / antisociale gedragsstoornis. Agressie en woede uitbarstingen.
Het kan verschillende oorzaken hebben dat een kind onhandelbaar wordt. Onbegrip vanuit de ouders, de komst van een jonger broertje of zusje, verkeerde vrienden en ook bepaalde aandoeningen, zoals asperger of ADHD kunnen ervoor zorgen dat ouders het kind minder goed begrijpen en begeleiding in de ontwikkeling.
Onder probleemgedrag verstaan we alle gedrag van de cliënt dat deze cliënt of zijn omgeving als moeilijk hanteerbaar ervaart. Probleemgedrag heet ook wel onbegrepen gedrag of veranderend gedrag. Veel probleemgedrag is afhankelijk van de situatie, de persoonlijkheidskenmerken van de cliënt zelf en de mensen om hem heen.
aansluiting bij leeftijdgenoten met verkeerd (crimineel) gedrag. een negatieve ouder-kind interactie, bv als ouders te streng zijn, weinig steun geven en weinig betrokken zijn bij hun kinderen, als ouders zich agressief gedragen en niet consequent handelen als een kind zich dwingend gedraagt.
Kinderen met ODD spelen ouders vaak tegen elkaar uit. Probeer als ouders op 1 lijn te staan, maar blijf wie je bent. Leer wenselijk gedrag te belonen. Geef grenzen aan ten aanzien van het gedrag, zonder het kind zelf af te wijzen.
Ouders voelen vaak aan dat er iets met hun kind aan de hand is, maar kunnen er niet altijd de vinger op leggen. Soms zijn het vage klachten, maar soms zijn er ook al duidelijke problemen. Hersenen van kinderen en jongeren zijn nog volop in ontwikkeling. Hersenen zijn altijd aan het werk, zelfs tijdens het slapen.
Het ene kind vertoont misschien meer dwars gedrag dan het andere kind. Het is een normaal verschijnsel en hoort bij het opgroeien. Sommige kinderen ontdekken hun eigen wil en zitten midden in een identiteitsontwikkeling. Andere kinderen nemen niet zonder meer aan wat volwassenen tegen hen zeggen.
Emotionele stoornissen kunnen gepaard gaan met lichamelijke klachten, verhoogde prikkelbaarheid, eetproblemen, slaapproblemen, concentratietekort, verminderd zelfvertrouwen, motivatieverlies en slechte schoolprestaties. Emotionele stoornissen hebben een grote impact op het functioneren van de kinderen en hun omgeving.
We spreken van ernstige gedragsproblemen als: een kind zich dwars en opstandig gedraagt, en/of gauw geprikkeld is en driftig wordt, en/of anderen ergert, en/of antisociaal gedrag vertoont (zoals liegen of stelen), en/of zich agressief gedraagt; èn. het kind, u of de omgeving er nadelige gevolgen van ondervindt; èn.
Bij antisociaal gedrag is er sprake van probleemgedrag dat ernstiger is dan bij opstandig gedrag. Dit kan zich bijvoorbeeld uiten in: vechten. stelen (vaak in samenwerking met leeftijdsgenoten in tegenstelling tot gedragsgestoorde kinderen, door wie het stelen veelal alleen wordt uitgevoerd)
Een gedragsprobleem kan komen door een gedragsstoornis, maar kan ook een combinatie zijn met een ander probleem, zoals ADHD, autisme of een hechtingsprobleem. Ook kan een gedragsprobleem vaak niet aan een diagnose worden gekoppeld. Een kind heeft boze buien, moeite met luisteren, zit niet lekker in zijn vel.
Jonge kinderen kunnen nog niet goed praten over hun gevoelens. Daarom uiten ze hun frustratie soms in dwingend, boos, brutaal, opstandig of agressief gedrag. Als kinderen ouder worden, leren ze steeds beter op andere manieren met hun emoties om te gaan. Voor sommige kinderen is dat makkelijker dan voor anderen.
Een kind of jongere heeft een gedragsprobleem als hij ongewenst gedrag vertoont dat vooral voor zijn omgeving storend is. Voorbeelden van gedragsproblemen zijn driftbuien en woedeaanvallen bij jonge kinderen, agressief gedrag, pesten en delinquent gedrag. Gedragsstoornissen zijn ernstiger dan gedragsproblemen.
Moeilijk verstaanbaar gedrag (MVG) is gedrag dat we niet meteen begrijpen. Het gedrag is bijvoorbeeld onverwacht of past in jouw ogen niet in de context. Soms kunnen mensen agressief zijn naar anderen of naar zichzelf.
Impulsieve personen lijken niet goed in staat hun momentane gedachten of impulsen te onderdrukken en vinden het moeilijk om eerst na te denken voordat zij handelen. In een gesprek kunnen zij bijvoorbeeld er plotseling iets 'uitflappen' of een ongepaste opmerking maken.
Kinderen in de leeftijd van zo'n 2 jaar krijgen een eigen willetje, zijn vaak ongehoorzaam (willen niet luisteren) en kunnen dwars doen. Ze zijn grenzen aan het verkennen. Ze willen vaak ook alles zelf doen. Het probleem is dat het kind feitelijk nog niet zoveel kan, en dat is ook nog eens frustrerend voor het kind.
Neem contact op met het wijkteam, je huisarts of de jeugdgezondheidszorg in jouw buurt als je je zorgen maakt. Samen kunnen jullie bekijken wat er wel en niet goed gaat in het gedrag van je kind. Ook kunnen jullie er met elkaar achter komen waar het lastige gedrag vandaan komt en waardoor het blijft bestaan.