Accent verlichting is verlichting die is ingesteld om elementen in je woning of tuin extra aandacht te geven. Denk hierbij aan kunstwerken, boeken- of vitrinekasten of bepaalde nissen in je huis. Er wordt onderscheid gemaakt tussen sfeerverlichting en functionele verlichting.
Verlichting die dient om een bepaald element in je woning extra in de verf te zetten, wordt accentverlichting genoemd. We denken hierbij aan een schilderij, een boekenkast of de architecturale vormen van je woning.
Dimlicht is de verlichting die je standaard moet voeren wanneer het donker is. Als het zicht wordt belemmerd door mist, hagel, regen of sneeuw, wordt dit ook overdag verwacht van je. De functie van dimlicht is tweeledig: het maakt je zichtbaar voor overige weggebruikers en het geeft je beter zicht op de weg.
Overdag bij slecht zicht mag u het dimlicht gebruiken. In het donker is het dimlicht verplicht. De dimlichten hoeven niet aan als de mistlichten branden. Branden de dimlichten en mistlichten aan de voorkant van de auto tegelijk?
Een lamp is een samengesteld voorwerp bestaande uit een lichtbron in een armatuur, dat primair wordt gebruikt om ruimten en/of voorwerpen kunstmatig te verlichten. De lichtbron zelf is meestal een vervangbaar onderdeel, dat ook lamp wordt genoemd, bijvoorbeeld een ledlamp.
Om je een idee te geven: met 800 lumen kun je makkelijk een kamer verlichten. 200 lumen is meer iets voor een schemerlamp. Meerdere sfeerlampjes bij elkaar (bijvoorbeeld kaarsjes in een kroonluchter) moeten niet veel meer dan 100 lumen per stuk zijn.
In het algemeen komt het hierop neer: voorzie 300 à 400 lumen per m2 voor een warme sfeer en reken op 500 à 800 lumen per vierkante meter voor voldoende verlichting.
Welke verlichting kan ik het beste gebruiken in de woonkamer? Creëer bijvoorbeeld een mooie basis met functionele lampen, zoals een hanglamp of spots boven je eettafel, een tafellamp op een dressoir om donkere hoekjes te verlichten en een staande lamp waar je ook onder kunt lezen bij de bank.
Je wilt er met name een ontspannen en gezellige sfeer. Met een lichtkleur van van 2700 tot 3000 Kelvin zit je zeker goed. Omdat een woonkamer multifunctioneel is, is een instelbare kleurtemperatuur hier erg handig. Zo pas je het licht zelf aan voor alle verschillende activiteiten.
In alle gevallen is het fijner om de zithoek aan te lichten vanuit drie punten in de hoeken van de kamer. Neem daarvoor in één hoek een lamp die vooral licht naar het plafond geeft. Je profiteert dan van het terugkaatsende licht. Deze lamp moet je wel kunnen dimmen, zodat je er verschillende sferen mee kunt maken.
Voor algemene verlichting kies je beter geen spots in het plafond van de woonkamer. Gebruik opbouw- of inbouwspots in de woonkamer enkel als functioneel licht of als indirect licht. Spotjes boven de eettafel of de salontafel kunnen, maar enkel als je ze niet rechtstreeks naar beneden laat schijnen.
Lumen is de lichtopbrengst
Hoe hoger het aantal Lumen, hoe feller een lamp is. Een lamp die veel licht geeft, zal logischerwijs ook meer energie gebruiken dan een lamp die minder fel brandt. Een lamp met een hoge Lumen zal dus ook een hogere Watt hebben.
1800 - 2700K | zeer warm wit licht
Het gebruik van verlichting met zeer warm wit licht (1800-2700K) is dé manier om een ruimte een warme en sfeervolle uitstraling te geven. Hier kan eenvoudig tussen worden geswitcht met 1800-2700K en 2200-2700K DimTone lampen.
Lumen als maat voor de lichtopbrengst
Hoe hoger dit getal is, hoe feller de lamp is. Dit geldt voor alle verschillende soorten lampen: een LED lamp van 1500 lumen geeft dus net zoveel licht als een gloeilamp, een halogeenlamp of een spaarlamp van 1500 lumen.
Eén lux is gelijk aan één lumen per vierkante meter. Enkele voorbeelden: Zonlicht: 100.000 -130.000 lux. Bewolkte dag: 1000 lux.
Gebruik dan je dimlicht. Dit zijn de 'standaard' lichten die je inschakelt in de avond. Zo creëer je meer zicht en ben je voor anderen beter zichtbaar. Er is wel een uitzondering: als je de mistlichten aanhebt, hoef je de dimlichten niet in te schakelen.
Dimlicht. Dimlicht is de standaard verlichting die moet worden gevoerd wanneer het donker is. Mocht het overdag voorkomen dat het zicht belemmerd wordt door mist, regen, hagel of sneeuw dan dient ook dimlicht te worden gevoerd.
In het donker is dimlicht verplicht. Ook als u door mist, hagel regen of sneeuw slechter ziet, moet u deze verlichting gebruiken. Dimlicht zorgt ervoor dat de koplampen, de achterlichten en de kentekenplaatverlichting brandt. Met deze lampen kunt u geen tegenliggers verblinden, daarom de naam 'dimlicht'.
Op je dashboard kun je altijd zien welke verlichting je hebt ingeschakeld. Dit zijn de symbolen die daarvoor worden gebruikt: Stadslicht is niet hetzelfde als dagrijverlichting.
Er zijn de dimlichten, waarmee men meestal rijdt als het donker is. En de grootlichten, die ook wel eens de verstralers worden genoemd. De meeste wagens hebben vooraan ook mistlichten. En tot slot zijn er de standlichten, die het minst licht geven.
De eerste is het officiële parkeerlicht, dat je aanzet door de hendel van de richtingaanwijzer naar onder of naar boven te zetten als het contact van de auto is uitgeschakeld. Hierdoor gaat er links of rechts een lampje vóór en áchter branden. Handig als je bijvoorbeeld op een donkere plek in de berm parkeert.
Basisverlichting voorziet een ruimte van gelijkmatig licht waarbij je goed kunt zien wat je doet. De lichtval komt direct uit de lampenkap waardoor de verlichting relatief fel is. Bij basisverlichting gaat het meestal om hang- en plafondlampen die met een dimmer ook als sfeerverlichting kunnen fungeren.