De gemeentebelasting is een belasting die velen wel eens vergeten. De gemeentebelasting is een % op de personenbelasting die je ieder jaar betaalt. Daarom is dit een "aanvullende gemeentebelasting".
Naast huur, energie, water en soms servicekosten betalen huurders ook lokale belastingen. Afvalstoffenheffing, waterschapsbelasting, en in een aantal gemeenten rioolheffing. Maar niet in alle gemeenten evenveel.
De gemeentebelasting wordt niet berekend op uw inkomsten zelf, maar op de personenbelasting op uw inkomsten, na verrekening van de belastingvrije som en na belastingverminderingen. Die personenbelasting wordt dan nog vermenigvuldigd met het percentage van de gemeentebelasting.
Er zijn in België drie gemeenten waarin de gemeentebelasting 0% bedraagt, nl. Knokke-Heist, Koksijde en De Panne. U mag echter niet enkel kijken naar de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting.
Deze gemeentebelasting is altijd een percentage van het totale bedrag van je personenbelasting. In sommige kustgemeenten (De Panne, Knokke-Heist en Koksijde) is dit percentage 0%. In de meeste gemeenten ligt dit percentage hoger dan 5% en het gemiddelde schommelt rond de 7%. Het hoogste percentage is 9% (Mesen).
Belastingen zijn een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente. Met die inkomsten investeert de gemeente in projecten en voorzieningen in de stad. Er zijn verschillende soorten belastingen. Zo zijn er algemene belastingen, die iedereen betaalt die in de gemeente woont of gevestigd is.
U betaalt directe belastingen, zoals de belasting op uw inkomen en vermogen. Daarnaast betaalt u ook indirecte belastingen, zoals de motorrijtuigenbelasting en de accijnzen op alcohol en tabak.
Binnen de gemeente
Wanneer u binnen uw gemeente gaat verhuizen en de samenstelling van uw huishouden verandert niet, dan neemt u uw belastingaanslag mee. Pas in het eerstvolgende belastingjaar ontvangt u een belastingaanslag voor het nieuwe adres.
Huurders van woningen betalen geen onroerendezaakbelasting maar krijgen huurverlaging. Als u huurder van een woning bent, heeft u niets te maken met de onroerendezaakbelasting. Wel heeft u nog steeds voordeel bij het verlagen van de WOZ-waarde, omdat uw maximale huurprijs dan moet worden verlaagd.
Maar wie moet er betalen, de eigenaar of gebruiker? Dat is degene die het pand op 1 januari van het jaar bezit of gebruikt. Hoeveel ozb u moet betalen is afhankelijk van de WOZ-waarde van het pand. De gemeente stelt op basis van deze waarde een ozb-percentage vast.
Huurder krijgen sinds belastingjaar 2016 ook een WOZ beschikking. Sinds 1 oktober 2015 heeft de overheid bepaald dat ook huurders van woningen een WOZ beschikking krijgen.
Uw vermogen bestaat uit uw waardevolle bezittingen zoals aandelen of spaargeld minus uw schulden. Een eigen woning telt niet mee als vermogen, maar een vakantiewoning juist weer wel. Ook vermogen dat u in het buitenland heeft, telt mee.
Gezinnen kunnen dan in aanmerking komen voor kwijtschelding als er maximaal € 11.370 spaargeld of vermogen is. Voor alleenstaanden ligt de grens dan bij maximaal € 5685 euro aan spaargeld of vermogen.
Hoeveel spaargeld mag je hebben 2021? In het jaar 2021 mag je een heffingsvrij vermogen hebben van € 50.000. Met een partner is het heffingsvrij vermogen vastgesteld op € 100.000.
Als je op 1 januari 2022 niet meer dan €50.650,- aan spaargeld of beleggingen hebt, betaal je geen vermogensrendementsheffing. Voor fiscale partners ligt de belastingvrije grens bij €101.300,-. Het spaargeld en beleggingen die je belastingvrij mag hebben is groter dan voorgaande jaren.
Maximaal € 8.700,- belastingvrij verdienen in 2022.
De hoogte van deze heffingskorting is afhankelijk van de hoogte van uw inkomsten. In 2022 is de maximale arbeidskorting € 4.260 (was € 4.205 in 2021). Vanaf een inkomen van € 36.650 (was € 35.653 in 2021) wordt de arbeidskorting steeds lager. Het afbouwpercentage bedraagt 5,86% (was 6,0% in 2021).
Per gezin en/of bedrijfsvestiging betaalt men jaarlijks een belasting op gezinnen en bedrijven. De belasting is verschuldigd voor wie ingeschreven is op 1 januari van het aanslagjaar. Voor bedrijven: wie actief is op 1 januari van het aanslagjaar.
Als de WOZ-waarde van je eigen woning bijvoorbeeld 300.000 euro is, dan betaal je aan OZB dus bij deze gemeentelijke tarieven het volgende eigenarendeel: (300.000 / 100) x 0,1280 = 384 euro per jaar.
Dat zijn heffingen voor onder andere het gebruik van gemeentelijke bezittingen en voor gemeentelijke diensten. Denk aan bijvoorbeeld het rioolrecht en de bouwleges. De totale opbrengst van deze heffingen mag niet hoger zijn dan de totale kosten.
De duurste plek om te wonen is Bloemendaal (2.051 euro); de goedkoopste Gilze en Rijen (995 euro).
U kunt uw aanslag automatisch betalen in 12 maandelijkse termijnen. Het bedrag wordt dan iedere maand rond de 28e van uw rekening afgeschreven. De afschrijvingen starten in de maand na ontvangst van de aanslag.
U krijgt de aanslag via mijn.overheid.nl of de post. Uw aanslag en belastinggegevens kunt u online bekijken in de Digitale Belastingbalie. Hier regelt u alles rond uw gemeentelijke belastingen en ziet u uw openstaande belastingaanslagen.