Wanneer bijvoorbeeld 'schuld' in een delictsomschrijving genoemd staat wordt culpa bedoeld. Dit moet onderscheiden worden van schuld als element (schuld in de zin van verwijtbaarheid) welke een andere inhoud heeft. Culpa vereist een zekere mate van onvoorzichtigheid, nalatigheid of gebrek aan voorzorg.
Deze vorm van schuld wordt ook wel 'culpa' genoemd. Culpa behelst een zwaardere vorm van schuld dan het element schuld dat als de ondergrens van de verwijtbaarheid bij elk delict aanwezig moet zijn, wil nog van een strafbaar feit kunnen worden gesproken.
Kort gezegd is culpa een verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid. Waar opzet 'willens en wetens handelen' inhoudt, houdt schuld in dat anders had moeten en kunnen worden gehandeld. Culpa vereist dus een zekere mate van onvoorzichtigheid, gebrek aan voorzorg of nalatigheid.
Ergens tussen voorwaardelijk opzet en bewuste schuld in wordt opzet in schuld veranderd en doodslag of moord in dood door schuld. Bewuste schuld is aan de orde wanneer de dader wist dat er een kans was dat het verkeerd zou gaan, maar dacht dat dat toch niet zou gebeuren.
Het belangrijkste verschil tussen culpa en opzet is de wil, het verschil tussen lichtzinnigheid en synisch zijn. Culpa heeft betrekking op het niet willen. Er moet onderscheid gemaakt worden tussen bewust (je wist dat het ging gebeuren) en onbewust (je wist het niet maar had het moeten weten).
Bewuste en onbewuste schuld
Boven bewuste schuld komt voorwaardelijk opzet, na onbewuste schuld komt (niet strafbare) ongelukkige samenloop van omstandigheden. Bewuste schuld is gedrag waarin iemand de gevolgen van zijn gedrag wel voorzag, maar lichtzinnig meende dat dit wel mee zou vallen.
Er is sprake van dood door schuld als door uw handelen of nalaten een ander komt te overlijden. Onder schuld wordt verstaan verwijtbaar gedrag. U heeft geenszins de opzet gehad om de ander van het leven te beroven, maar de dood van een ander is wel aan uw schuld te wijten.
Een culpoos delict betreft een strafbaar feit waarbij sprake is van een bepaalde mate van schuld in enge zin. De term is afgeleid van het Latijnse woord culpa, dat schuld betekent. In het Nederlands strafrecht wordt onderscheid gemaakt tussen culpoze en doleuze delicten.
Een voorbeeld van een doleus delict is moord, de delictsomschrijving stelt: ''Hij die opzettelijk en met voorbedachten rade een ander van het leven berooft, wordt, als schuldig aan moord, gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.'' Dit ...
Schuld (culpa) bestaat uit twee begrippen, namelijk "aanmerkelijke onvoorzichtigheid" en "verwijtbaarheid". Eerst moet de onvoorzichtigheid worden vastgesteld. Daarna moet worden gekeken of die onvoorzichtigheid de dader ook kan worden verweten. Als aan beide voorwaarden is voldaan, dan is er sprake van schuld.
Wijten aan: 'de schuld' van iets of iemand
Wijten aan betekent 'toeschrijven van iets negatiefs aan iets of iemand'. Je geeft iets of iemand dan dus ergens 'de schuld van'. Bijvoorbeeld: Ik wijt het verlies van mijn baan aan hun tegenwerking.
Bewuste schuld houdt in dat de verdachte zich bewust was van de kans dat een bepaald gevolg zou intreden, maar dat hij die kans niet heeft aanvaard.
'Verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid' is de werkdefinitie van culpa. Na opzet en schuld komt toeval. Voorbeeld 1: een man heeft een bloempot op een balkon staan (op zes hoog) en door een windvlaag waait de bloempot op een medebewoner van de flat die beneden loopt. De man wordt vervolgd voor dood door schuld.
strafrecht: Latijn: de verdachte treft het verwijt dat hij zichzelf opzettelijk of onachtzaam in een gevaarlijke situatie ...
Bij schulddelicten is er onzorgvuldig, nonchalant of laakbaar gehandeld. Er is dus geen opzet, maar wel schuld. Bij klachtdelicten is het niet het Openbaar Ministerie wat heeft besloten te vervolgen. Er is aangifte gedaan met het verzoek te vervolgen.
Verwijtbaarheid: Er is sprake van verwijtbaarheid als betrokkene heeft nagelaten om een of meer wijzigingen in de feiten of omstandigheden tijdig te melden, terwijl hij weet of redelijkerwijs kan en behoort te weten dat deze van belang zijn voor de hoogte of het recht op uitkering.
Als iemand van plan is een ander te doden en daarna die persoon ook echt om het leven brengt. Moord is dus 'doodslag met voorbedachten rade'.
Voor moord kan een levenslange gevangenisstraf worden opgelegd of een maximale tijdelijke gevangenisstraf van 30 jaar. Voor doodslag is de maximale gevangenisstraf 15 jaar. Indien er sprake is van nog een ander strafbaar feit dat bewezen wordt verklaard, dan kan deze straf met maximaal 1/3 worden verhoogd tot 20 jaar.
Voor moord kun je een tijdelijke celstraf krijgen van maximaal 30 jaar. Maar je kan ook levenslang krijgen. Dat is de zwaarste straf die je hier kunt krijgen. Levenslang in plaats van zo'n tijdelijke straf, krijg je als iemand één of meerdere moorden pleegt die echt heel schokkend zijn voor de samenleving.
Voorwaardelijk opzet is de ondergrens van opzet, waarna de schuld begint. In de praktijk is er echter een grijs overgangsgebied tussen het voorwaardelijk opzet (lichtste vorm van opzet) en de bewuste schuld (zwaarste vorm van schuld).
Bij het opzet als bedoeling is het heel duidelijk dat de verdachte het delict wilde plegen, en dat hij dit gevolg voor ogen had. Deze soort van opzet kan eigenlijk alleen maar worden bewezen als er verklaringen van de verdachte zijn. Een bekend voorbeeld hiervan is de moord op Theo van Gogh door Mohammed B.
Als iemand een ander opzettelijk doodt (een opzetmisdrijf), zijn de straffen veel hoger. In beginsel gaat niemand de weg op om iemand anders dood te rijden maar het weggedrag zelf kan dat met een hoge mate van waarschijnlijkheid natuurlijk wel met zich meebrengen. Dat noemen we een schuldmisdrijf.