Voor het vak Nederlands in het Nederlandse onderwijs gelden de referentieniveaus taal (1F, 2F, 3F en 4F). Niveau 2F geldt als eindniveau voor de opleidingen op niveau mbo-2 en -3. Het niveau B1 van ERK/CEFR is sterk vergelijkbaar met niveau 2F. Niveau 3F geldt als eindniveau voor havo en mbo-4.
Basisschool: niveau 1F en 1S
Voor taal staat 1S gelijk aan de tweede stap in het basisniveau: 2F. Bij taal op niveau 1F moet je denken aan teksten met een eenvoudige structuur en met vaak gebruikte woorden. Bij 2F zijn de teksten iets ingewikkelder. Bij rekenen wordt op niveau 1F met eenvoudige getallen gerekend.
De Cito-toets Begrijpend lezen is er vanaf eind groep 3. De meeste kinderen hebben dan het technisch leesniveau behaald waarbij ze op eind groep 3 niveau lezen.
Als je aan het einde van groep 8 referentieniveau 1F hebt bereikt, dan beheers je taal en rekenen voldoende. Als je referentieniveau 1S of 2F hebt bereikt, dan beheers je taal en rekenen zelfs nog beter.
De referentieniveaus (1F, 2F) kunnen op dezelfde manier worden geïnterpreteerd als bij Nederlands. Het instroomniveau in de brugklas moet hoger zijn dan 1F om het eindniveau van het rekenexamen (2F, oftewel score 91 of hoger) met enig gemak te kunnen halen.
Onderscheid 2F en 3F
De referentieniveaus 2F en 3F onderscheiden zich in de mate van abstractie, nabijheid en complexiteit. Op niveau 2F zijn de onderwerpen concreter en meer vertrouwd dan op niveau 3F. Niveau 3F kent meer complexe teksten, met een hoger abstractieniveau.
Leerlingen in het basisonderwijs moeten minimaal niveau 1F halen, het streefniveau is niveau 1S (gelijk aan 2F). Voor leerlingen die niveau 1F niet halen, moet een ontwikkelingsperspectief worden opgesteld.
De scores voor begrijpend lezen en rekenen tellen het zwaarst mee voor het schooladvies. Dit omdat begrijpend lezen bij de meeste vakken in het voortgezet onderwijs belangrijk is en omdat rekenen de basis is van wiskunde, maar ook belangrijk is bij de andere bètavakken.
Eindexamen Nederlands
Op het havo wordt je kennis van de Nederlandse taal getoetst op niveau 3F. Bijvoorbeeld soorten teksten noemen, drogredenen herkennen en teksten samenvatten. Informatie verzamelen en in een gesprek presenteren en reageren op bijdragen van luisteraars en gespreksdeelnemers.
Taalniveau A2 (eenvoudig)
Heb je taalniveau A2, dan heb je al wat meer kennis van de taal. Je begrijpt korte, eenvoudige zinnen die gaan over alledaagse zaken, zoals boodschappen, werk of familie. Je snapt gesproken én geschreven teksten. Ook kun je zelf een kort en simpel gesprek voeren.
Niveau 2: basisberoepsopleiding, duurt 1 tot 2 jaar. De opleiding bereidt voor om uitvoerende werkzaamheden te doen. Bijvoorbeeld als kapper of autotechnicus. Niveau 3: vakopleiding, duurt 2 tot 3 jaar.
Als je niveau B2 hebt bereikt, ervaar je vrijwel geen problemen met het communiceren in de nieuwe taal; jij begrijpt anderen en anderen begrijpen jou. Het kan zo zijn dat je bijvoorbeeld wat betreft lezen en begrijpen op een hoger niveau komt dan wat betreft spreken en schrijven.
Verschillen in taalniveaus
Het niveau 1F is niet hetzelfde als het niveau A2. En zo is het niveau 2F ook niet hetzelfde als het niveau B1. Dit komt omdat de taalgebruiker met het niveau 1F of 2F is opgegroeid met de Nederlandse taal. Hierdoor heeft hij in zijn opvoeding al veel woorden geleerd.
Met een dubbeladvies is een leerling toelaatbaar voor de eerste onderwijssoort. Voorbeeld: met een vmbo-t/havo advies is de leerling toelaatbaar voor vmbo-t, maar niet voor havo. Deze leerling kan zich niet aanmelden voor een school die alleen havo aanbiedt.
Plaatsing in een gymnasiumbrugklas gebeurt alleen op wens van de ouders/leerling, anders wordt geplaatst in een atheneum/havo brugklas. Citoscore 545 <> 547, schooladvies: twijfel gymnasium.
Bij Diatoetsen lopen de niveaus van het beginnersniveau A1naar het gevorderde niveau B2. 1F – eind basisschool 2F – eind vmbo 3F – eind havo 4F – eind vwo Page 3 Ontwikkeling De ontwikkeling van uw kind wordt weergegeven in een grafiek, zoals u in het voorbeeld hiernaast kunt zien.
Nederlands referentiekader van taalniveaus
Niveau 1F: "basisgebruiker", basisonderwijs. Niveau 2F: "onafhankelijke gebruiker", VMBO, MBO-1, MBO-2 en MBO-3. Niveau 3F: "onafhankelijke gebruiker", HAVO en MBO-4. Niveau 4F: "vaardige gebruiker", VWO.
Taaleis Wet IKK
Alle Nederlandse diploma's vanaf mbo-niveau 4 gelden als voldoende bewijs voor de taaleis. Bij mondelinge vaardigheid voldoet taalniveau 3F.
Er zijn 6 taalniveaus: niveau A1 is het laagste niveau en taalniveau C2 is het hoogste. Overheden en bedrijven schrijven hun teksten meestal op taalniveau C1. Maar voor veel mensen zijn die teksten niet goed te begrijpen.
Taalniveau 3F verwijst naar het Besluit referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen en niveau B2 verwijst naar het Europees Referentiekader voor Talen. Beide taalniveaus worden in de praktijk gebruikt, maar er zijn nagenoeg geen verschillen tussen niveau 3F en B2 op het gebied van mondelinge taalvaardigheid.