Laten we het voorbeeld van 1:10 nemen, dus 1 deel product, 10delen water, maakt in totaal 11 delen. Je pakt dan de inhoud van de verpakking, bijvoorbeeld een 1 liter sprayer bottle van Chemical Guys. die 1 liter, (1000ml) die deel je door het aantal delen, hier dus 11.
De verdunningsfactor had je al uitgerekend; die is 5. Dat betekent dat we dezelfde hoeveelheid zout in 5 keer zoveel water willen hebben. Je hebt nu 1 L water, 1 x 5 = 5 je wil dus naar een totaal van 5 L water toe. Je hebt al 1 L water, daar moet je dus nog 4 L water aan toevoegen.
De algemene formule voor het berekenen van een verdunning is: C1V1=C2V2, waarbij C1 en C2 staan voor de concentraties van de begin- en eindoplossingen, en V1 en V2 hun volumes voorstellen. Concentraties en volume zijn dus heel belangrijk bij verdunningen!
eigenlijk is het heel simpel. Wanneer er bijvoorbeeld 4:1 staat, betekent dit 4 delen water en 1 deel product. vb: voor 1 liter heb je 800 ml water en 200 ml product nodig.
Dus als die verhouding “200 delen water” tegen “1 deel product” is, dan zeg je eigenlijk dat je 200ml water nodig hebt om 1ml product te verdunnen. Als het jouw wens is om 12 liter water te gebruiken, dan heb je niet genoeg aan 200ml water.
Wat eigenlijk niet meer of minder wil zeggen als 1 deel product, en 10 delen water.
De 10 keer verdunning wordt ook wel 10 -1verdunning, de 100 keer verdunning de 10 -2verdunning, de 1000 keer verdunning de de 10 -3verdunning genoemd. De verklaring is dat als je van de 10-4verdunning 1 ml inzet voor het kiemgetal je dan 10-4 ml slootwater in de petrischaal doet.
Een concentratie van 10% bevat 100 mg per ml. Je hebt 750 mg nodig, dat is dus 7,5 ml oplossing.
Een schaal van 1 : 5 betekent dat de afmetingen van het origineel 5x zo groot zijn als het beeld. Dus stel je ziet een schatkaart met een schaal van 1:500, dan weet je dat iedere afstand die je meet op de schatkaart in het echt 500 keer zo groot is.
4 cm op de tekening is 80 cm in werkelijkheid. De verhouding is 4 : 80. Als je beide getallen door 4 deelt, heb je de schaal. De schaal is 1:20.
Dit spreek je uit als: één staat tot twee. Als Teun 17 kilometer per uur fietst, dan fietst Peter twee keer zo snel, dus 2 x 17 = 34 kilometer per uur.
Definities. verdunningsregel: De verdunningsregel, c1 . V1 = c2 . V2 , kan gebruikt worden om het volume van een geconcentreerde oplossing te berekenen dat je nodig hebt voor het bereiden van een verdunning.
a. Volume procenten: een 1% oplossing bevat 1ml opgelost in 100ml oplossing.
Je gaat het onverdunde monster toevoegen aan de eerste buis en vervolgens serieel verdunnen in de volgende buizen. Het is handig om, voordat je begint, alle buisjes van een label te voorzien, zodat je niet in de war raakt wanneer je eenmaal met de verdunningen aan de slag gaat.
Waarom verf verdunnen? Te dikke verf zorgt ervoor dat de verf minder makkelijk uit te strijken is. Daarnaast kan een te dikke laag verf gaan rimpelen. Is de verf te dik, dan kunt u er voor kiezen om de verf te verdunnen.
Methode. Om van het aantal liter naar het aantal deciliter te gaan, moet je x 10 doen. Om van het aantal liter naar het aantal centiliter te gaan, moet je x 100 doen. Om van het aantal liter naar het aantal milliliter te gaan, moet je x 1.000 doen.
Druppels. Een milliliter is niet veel vloeistof en is al lastig af te meten. Er is een kleinere eenheid die je gemakkelijker kunt af meten: druppels. Wij rekenen met 20 druppels per milliliter.
1 dl is 100 ml, dus 2 dl is 200 ml.
De formule
Het aantal Druppels per minuut (Drup/min) is de totale vloeistofvolume (Vtot/ml) vermenigvuldigd met het aantal druppels per milliter (Drup/p.ml) gedeeld door het totaal aantal uren (Tijd/uur) maal 60 minuten).
Zo kan er bijvoorbeeld staan: 10 mg/2 ml of 2 ml = 10 mg.
Antwoord. Hallo Maria, Als je het over water hebt dan is 1000 gram = 1000 ml. Dus 1 ml water = 1 gram water.
Een concentratie wordt gegeven in g/L. Dus, de hoeveelheid van de opgeloste stof gedeeld door de hoeveelheid oplossing. Je hebt twee dingen nodig om de concentratie van een stof te berekenen. Je moet weten hoeveel gram of mol je hebt van een stof en in hoeveel liter oplossing dit opgelost is.
Visuele uitleg van de begrippen een derde en een kwart.
Je verdeelt één pannekoek onder drie kinderen. Elk kind krijgt dan een derde pannekoek want één gedeeld door drie is gelijk aan een derde; 1 : 3 = 1/3.
Dit volume wordt door de verdunningsfactor gedeeld om het benodigd volume van de stockoplossing te berekenen. Neem als voorbeeld dat uiteindelijk 10 ml vloeistof gewenst is. Men neemt dus 10 ml / 4 = 2.5 ml van de stockoplossing.