1/4 deel = 25 % 1/2 deel = 50 %
Zo'n 100e deel heet een procent, aangeduid met %. De helft, 1/2, is dus 50%. Een kwart, 1/4, is dus hetzelfde als 25%.
Visuele uitleg van de begrippen een derde en een kwart.
Je verdeelt één pannekoek onder drie kinderen. Elk kind krijgt dan een derde pannekoek want één gedeeld door drie is gelijk aan een derde; 1 : 3 = 1/3.
Ze zijn alleen op een andere manier verdeeld. Maar je ziet gelijk dat de roze vlakken allemaal even groot zijn: 1/2 = 2/4 = 3/6 = 4/8 = 5/10. Ze zijn allemaal gelijkwaardig.
1/5 deel = 1/5 × 100 % = 100/5 % = 20 %
Een procent drukt, net zoals een breuk, een bepaalde verhouding uit. Wanneer iets 1/3 deel is van iets anders, kan je de breuk omzetten naar een kommagetal: 1/3 = 0,33... Dit wil dan zeggen dat het ongeveer 33 % zal zijn. (Het kommagetal x 100, dus.)
Als de bakker jou twee van die stukken geeft, dan heb je "twee achtsten" of "twee achtste delen" van de taart. Je schrijft dan [2/8]. Dat is evenveel als één vierde deel, [1/4]. Zie ook Breuken vergelijken.
Een breuk is een deel van een geheel. Een tweede deel is hetzelfde als 'een van de twee'. Dit is ook hetzelfde als de helft!
Dus als die verhouding “200 delen water” tegen “1 deel product” is, dan zeg je eigenlijk dat je 200ml water nodig hebt om 1ml product te verdunnen. Als het jouw wens is om 12 liter water te gebruiken, dan heb je niet genoeg aan 200ml water. Sterker nog, je moet dan 60x die 200ml water hebben (12 liter = 60 x 200ml).
Daarom heet 0:0 een onbepaaldheid, je kan het niet berekenen, enkel benaderen, maar zelfs dan hangt het resultaat af van de situatie, en kan dat resultaat om het even wat zijn. Kort gezegd: 0:0 bestaat niet.
Een hele is verdeeld in acht gelijke stukken, oftewel: 1 : 8 =. Daar hoort het kommagetal 0,125 en het percentage 12,5% bij. Handig om deze gegevens bij elkaar op een overzichtskaart te hebben!
Om nu te weten hoeveel procent je hebt, moet je al je punten optellen en dan delen door de som van de maximale punten. Dit moet je dan maal 100 doen, om het procent te hebben.
Vaak wordt er gevraagd om twee getallen uit te drukken als een percentage ten opzichte van elkaar. Handige tip hierbij is dat je hiermee kunt rekenen door de formule 'deel : geheel x 100'.
Met 1/2" wordt bedoelt in de vloksmond "Half duims". In theorie is het echter een halfe inch. Wat dus geen 15mm is.
De breuk 2⁄5 is dus gelijk aan 40%, het percentage dat bij de strook uit het voorbeeld hoort.
De breuk 2⁄5 is dus gelijk aan 40%, het percentage dat bij de strook uit het voorbeeld hoort.
In ons voorbeeld is dit 8 (de helft van 16). In our example, half of 16 is 8.
Als je de getallen aan beide kanten van het deelteken met dezelfde waarde vermenigvuldigt, blijft de verhouding gelijk. 8 is 4x2, dus de getallen in de rechter verhouding zijn 4x zo groot als in de linker verhouding. Daarom komt op de puntjes een getal dat 4x zo groot is als 3. 4x3 =12.
Bijvoorbeeld, om 4% met je rekenmachine om te zetten, druk je op de 4 en daarna op %. Je rekenmachine zal de 4 omzetten naar 0,04, het decimale equivalent. Om 82,5% naar een kommagetal om te zetten, toets je 8, 2, . , 5, %. De rekenmachine toont vervolgens het getal 0,825.
Als je 1/3 door 2 deelt, dan krijg je een stuk dat 6 keer in de hele taart past. 1/3 : 2 is dus 1/6.
Verplaats de komma in 800 2 plaatsen naar links en je krijgt 8.00. Vul bovenaan de pagina eens deze waarden in, 40 en 20. Dan krijg je “40% van 20 is 8”.