Merels (Turdus merula) zijn omnivoren en eten een gevarieerd dieet dat bestaat uit insecten, wormen, slakken, bessen, fruit, zaden en ander plantaardig materiaal. Vooral in het broedseizoen, wanneer ze hun jongen voeden, eten ze veel insecten, waaronder rupsen, spinnen en kevers.
Help de merel
Gooi in de winter wat gedeukte appels of peren op een open plek in je tuin, in de buurt van struiken of een haag. Laat wat dood hout en bladeren liggen, vogels maken daarvan gebruik om een nest te bouwen of zoeken er naar insecten. Merels hebben water nodig om van te drinken en om in te baden.
Merel, zanglijster, koperwiek, kramsvogel en spreeuw
Voedsel: gewelde krenten en rozijnen, fruit, schillen en klokhuizen, alle soorten bessen, wat broodkruimels, Premium voedertafelmix.
Wie goed oplet kan de verschillende merels in buurt of wijk individueel leren herkennen aan enkele regelmatig terugkerende favoriete motiefjes. Ook de vogels zelf herkennen hun buur(t)mannen aan de zang. En ze lezen er heel wat aan af! Natuurlijk is de zang bedoeld om de grenzen van het territorium aan te geven.
In het najaar snoepen merels graag van appels en peren en in de winter voegen ze bessen van de meidoorn, liguster en klimop aan hun menu toe. Tijdens de winter of een nat voorjaar kunt u de merel een handje helpen door wat voer in de tuin te leggen.
Water is het hele jaar van belang. Opmerkelijk genoeg zien we dat het gebruik van water tijdens de recente droogte juist minder is geworden dan meer. Door de droogte kan het zijn dat het wateraanbod kleiner is geworden. Relatief gebruik van voedsel door de merel per standaardweek van 1 januari tot 1 augustus 2022.
Ruim de tuin niet spik en span op, maar laat her en der in een paar rommelhoekjes wat bladeren en takken liggen. Of maak een composthoop. Kleine diertjes leven onder de bladeren en tussen de takken en dat maakt het voor de merel makkelijker om voedsel te vinden.
Merels zijn luidruchtig. Als er een kat in de buurt is, waarschuwen ze langdurig met hun luide alarmroep andere dieren. De nesten zijn vaak makkelijk te vinden waardoor veel eieren en jongen aan katten en kraaien ten prooi vallen.
Merels kruipen weg in de struiken, spechten zoeken holletjes op en ransuilen (nachtvogels) rusten met hun schutkleuren op een boomtak. De gierzwaluw dut onbereikbaar hoog in de lucht. Veel vogels zoeken slaapgenoten, wel zo veilig. Spreeuwen en kauwtjes kruipen hoog in een boom bij elkaar.
Spreeuwen en merels
Deze vogels maak je blij met gewelde rozijnen, klokhuis, verrot fruit en allerlei soorten bessen. Ze wagen zich niet snel op de voedertafel. Strooi dus wat op de grond en zorg ervoor dat er altijd dekking in de buurt is van een struik, heg of boom.
De meeste jonge vogels vallen helaas ten prooi aan katten, en kraaien en eksters eten zowel de eieren als de kuikens. Gemiddeld wordt een merel twee tot drie jaar oud, maar geluksvogels kunnen wel tien jaar of ouder worden.
Een voedertafel
Leg daar klokhuizen op of ander fruit dat je over hebt. Een overrijpe banaan bijvoorbeeld. Daar komen allerlei vogels op af zoals merels. Wel regelmatig de tafel schoonmaken.
De belangrijkste vijand van volwassen merels zijn sperwer, havik, buizerd, rode wouw en bosuil. Andere vijanden zijn: Valken, Ransuil, Oehoe en Katten.
Herkennen zieke merel
Ze zijn makkelijk te benaderen, hebben een slordig verenkleed en zijn sterk vermagerd. Verder hebben ze evenwichtsstoornissen en kunnen ze soms moeilijk vliegen. Na twee tot drie dagen zijn ze dood. De verwachting is dat merels uiteindelijk immuniteit tegen het virus zullen ontwikkelen.
Blijf kalm en ontspan je lichaam . Als je in de richting van de vogel moet bewegen, doe dat dan langzaam en spreek zachtjes tegen ze terwijl je dat doet. Benader ze altijd van voren of van opzij, niet van achteren. Wees geduldig en blijf proberen.
Merels zijn redelijk monogaam, de partnerkeuze is dan ook erg belangrijk. Je blijft immers een leven lang bij elkaar.
De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam. Watervogels slapen meestal op het water, waar ze veilig zijn voor landroofdieren.
Na het verlaten van het nest kunnen de jonge merels nog niet meteen vliegen. Ze zoeken vrij snel de beschutting van struiken, en fladderen en springen door en onder de struiken. Daar worden ze nog door de ouders verzorgd. Na ongeveer een week kunnen ze vliegen.
De merel is een veelvoorkomende vogel in Nederland en wordt vaak gezien als een symbool van hoop, liefde en geluk. Als krachtdier wordt de merel gezien als een dier dat je kan helpen om je stem te vinden, je creativiteit te ontplooien en je liefde voor het leven te versterken.
Maar als vogels tegen een raam tikken willen ze echt niet naar binnen. Sommige mensen denken dat ze bedelen, maar ze willen ook geen eten. Het enige wat ze willen is die rotvogel verjagen die daar in hun territorium zit.
Zoals veel andere zangvogels pikken merels geluiden op uit hun omgeving en bouwen die in in hun zang. Daarbij kan het gaan om geluiden van andere vogels, mobieltjes en autoalarmen, maar ook om door mensen gefloten riedeltjes. Zo kun je met een beetje geluk aan de zang van een merel horen waar hij is opgegroeid.
Een scherp klikkend geluid duidt op dat de vogel zich bedreigt voelt.Vaak strekt hij hierbij zijn nek en gaat een voet omhoog om zich te beschermen. Bij benadering van de vogel kan resulteren in bijten.
Merel. De merel is de meest algemene en een van de bekendste vogels van ons land. De zwarte mannetjes en donkerbruine vrouwtjes zijn luidruchtige vogels. Als er gevaar in de buurt is, waarschuwen ze langdurig met hun luide alarmroep: een schel geluid met zeer hoge tonen.
Havermout: kan je zowel als strooivoer op de grond gebruiken als op de voedertafel. Zaadeters zoals mussen, mezen, vinken, groenlingen en roodborstjes houden hiervan. Meelwormen en insecten: bevatten veel proteïnen en zijn bijzonder voedzaam voor vogels.