Shorttrackers dragen verplicht knie- en harde scheenbeschermers. Door een 'misslag' van een schaatser of bij een val kun makkelijk tegen zijn ijzer aanrijden. De schaatsen hoeven dan niet eens scherp te zijn om snijwonden te veroorzaken. Tevens draagt een shorttracker verplicht nekbescherming.
Shorttrack vindt plaats op een ijshockeybaan, waarop een ronde van 111,11 meter wordt uitgezet. De schaatsers hebben hogere schoenen dan de rijders bij het langebaanschaatsen om zo beter door de bochten te kunnen.
Bij shorttrack wordt echt loeihard geschaatst. Topschaatsers rijden zo'n 50-55 kilometer per uur. De schaatsers van coach Benny rijden 40-45 kilometer per uur. Deze talenten zijn echt de top-shorttrackers van de toekomst.
Het grootste verschil is echter dat langebaanschaatsers traditioneel alleen tegen de klok rijden (massastart uitgezonderd) terwijl shorttrackers juist tegen elkaar racen en doet de eindtijd er minder toe.
Vier tot zes rijders starten tegelijk en de rijder die als eerste finisht wordt als winnaar aangewezen. De afstanden die verreden kunnen worden zijn de 222, 333, de 500 (4 ½ ronde), 1000 (9 ronden) en 1500 meter (13 ½ ronde).
Gele kaarten
Bij een zeer grove overtreding of onheus gedrag kun je ook een rode kaart krijgen.
Rijders met een penalty worden automatisch laatste in de rituitslag. Ze mogen bij een wedstrijd volgens het "all-final"-systeem (zie wedstrijdverloop) nog wel starten in een eventuele volgende ronde, maar worden naar de lagere helft van het kwalificatieschema geplaatst.
Welke schaats voor jou geschikt is, hangt af van jouw niveau en persoonlijke wensen. Voor shorttrack heb je een aparte shorttrack schaats: Shorttrackschoen: Het verschil met een langebaan schaats is dat deze schoen veel hoger en steviger (harder) is. Dit is om stevigheid te bieden met name voor je enkel.
Als je op vaste schaatsen niet goed zijwaarts afzet, dan ga je krassen in het ijs. Maar met de klapschaats is dat praktisch onmogelijk. Want als je op de klapschaats teveel met je punt afzet, als je teveel voorop hangt, dan klapt de schaats open, verlies je druk en zet je af in het luchtledige en kom je amper vooruit.
Dat is gemakkelijk te verhelpen. Een glasplaat en slijpkorrels doen wonderen, strooi wat korrels op de glasplaat en beweeg de steen er overheen. De korrels slijpen de steen weer mooi vlak. De steen is vlak wanneer deze overal dezelfde kleur heeft en er weer als nieuw uit ziet.
In de halve finales gaan de eerste twee rijders van de ritten in groep één door naar de A-finale, de rest van de rijders rijden in de B-finale. In de A-finale kunnen rijders, afhankelijk van het aantal deelnemers, plaats 1 tot 4 op een afstand behalen. De B-finale is dan goed voor plaats 5 tot 8.
Door de kanteling naar links (gele pijl) 'duwt' de afzetschaats naar 'rechts' tegen het ijs (rode pijl onder). Volgens het principe van actie is reactie zet het ijs de druk om in een afzetkracht in de tegenovergestelde richting, dus de bocht 'in' (blauwe pijl in figuur 2).
Shorttrack staat bekend om spectaculaire inhaalacties, waarbij onder meer binnendoor en buitenom ingehaald kan worden, vaak door de hoge snelheid met de hand aan het ijs in de bochten. De bochten worden gemarkeerd door zeven rubber blokken.
Voor de loting van de startvolgorde kan op basis van de resultaten van de selectiewedstrijden het deelnemersveld door het sectiebestuur in groepen worden verdeeld. Indien er een groepsindeling is, zal de groep met de beste rijders het laatst rijden. (deze bepaling is van toepassing bij alle kampioenschappen langebaan).
Bij zowel de mannen als de vrouwen staan er traditioneel drie individuele afstanden op het programma bij de Olympische Spelen. Dit zijn de 500 meter, de 1000 meter en de 1500 meter. Daarnaast is er een relay.
Combinoren zijn ideaal voor beginners. Ze hebben een harde schoen en ijzers die op gewone noren-ijzers lijken. Zo kun jij toch comfortabel lange afstanden gaan schaatsen, zonder dat je op echte noren moet leren schaatsen. Na het schaatsen op combinoren is het echter erg lastig om over te stappen naar klassieke noren.
PRIJS. Uiteraard kan ik niet in jouw portemonnee kijken, maar paar goede schaatsen kun je al vinden voor rond de 100 à 200 euro. Je kunt het uiteraard zo duur maken als je zelf wilt, want een paar schaatsen uit het topsegment kunnen meer dan €1.000 kosten.
Onder recreatieve schaatsers is de combinoor (Noren met een soort ijshockeyschoen) al jaren populair. Logisch, want deze schaats maakt schaatsen op noren voor een groot publiek toegankelijk.
De meeste wedstrijdschaatsers dragen een bril ter vermindering van het uitdrogen van de ogen. Steeds meer schaatsers kiezen ervoor zonder sokken te rijden in zo nauw mogelijke schoenen. Dit vermindert de kans op schuiven van de voet in de schoen en dit zorgt voor meer 'contact' met het ijs.
Bij het langebaanschaatsen worden de blokjes gebruikt om de afzonderlijke banen voor de schaatsers aan te geven, terwijl de blokjes bij het shorttrack alleen de bochten markeren.
De aflossing (Engels: relay) is een wedstrijdvorm bij het shorttrack (schaatsen) waarbij leden van hetzelfde team elkaar af moeten wisselen.
De twaalfde dag van de Olympische Spelen staat voor Nederland in het teken van shorttrack. Voor de vrouwen staat de 1.500 meter op het programma en de mannen rijden de B-finale van de aflossing. Het is de laatste shorttrackdag van deze Spelen. De vrouwen beginnen om 12.30 uur met onder meer debutant Rianne de Vries.