Een levensverzekering kan een bedrag ineens uitkeren, maar ook een periodiek bedrag. Alle afspraken over uw levensverzekering vindt u in uw polis en de voorwaarden. Voor uw verzekering gelden altijd algemene voorwaarden. Hierin staan de algemene regels voor uw verzekering.
Een overlijdensrisicoverzekering wordt uitgekeerd na looptijd, wanneer je in die vastgestelde periode bent komen te overlijden. De overlijdensrisicoverzekering is dan uitgekeerd na looptijd. Jouw nabestaanden ontvangen het verzekerde bedrag via de verzekeraar.
Op elke premie die je in een levensverzekering stort, moet je 2 % taks betalen. Die taks wordt in principe van je premie afgehouden. Als je een premie van 500 euro stort, wordt er dus 10 euro belasting aangerekend (2 % van 500 euro).
Het afkopen van een levensverzekering wil zeggen dat u de waarde van de verzekering ontvangt bij opzegging. Afkopen is dus het stopzetten van de verzekering voor de in de overeenkomst opgenomen einddatum van de verzekering. U ontvangt een grote geldsom in een keer. Het kapitaal dat u heeft opgebouwd in uw polis.
De afkoopwaarde is het bedrag dat wordt uitgekeerd bij voortijdige beëindiging van een levensverzekering. De afkoopwaarde is afhankelijk van de op dat moment opgebouwde waarde van de polis.
Vaak wordt bij het afsluiten van een hypotheek, door de bank geëist dat ook een levensverzekering wordt afgesloten. Deze verzekering is gekoppeld aan de hypotheek, en regelt dat (een deel van) de hypotheekschuld wordt afgelost als de degene die de hypotheek heeft afgesloten overlijdt.
Levensverzekering valt niet in Box 3
Je overlijdensrisicoverzekering is doorgaans geen vermogen. Er bestaat geen belofte of garantie dat je een bepaald bedrag uitgekeerd krijgt. Uiteindelijk sluit je de verzekering alleen af voor het geval je komt te overlijden.
Deze verzekering dekt het financiële risico af dat ontstaat bij een overlijden. Zo kunnen de nabestaanden toch in het huis blijven wonen. De belangrijkste reden voor het afsluiten van een levensverzekering bij een hypotheek is dus dat u uw nabestaanden goed achterlaat.
Met een levensverzekering kan u een kapitaal voorzien bij overlijden van de verzekerde (u of uw partner bijvoorbeeld) en zo uw levensstandaard en/of die van uw gezin beschermen. In dat geval is de tijdelijke levensverzekering met vast kapitaal een uitstekende oplossing.
Bij levensverzekeringen geldt het zelfstandig recht op uitkering. Wat houdt dat in? De verzekeringnemer wijst bijvoorbeeld zijn echtgenoot, kinderen of erfgenamen als begunstigde aan. De begunstigde krijgt een eigen recht op de uitkering uit de levensverzekering.
Een levensverzekering is een verzamelnaam voor een groep verzekeringen die te maken hebben met het leven van een verzekerde; Binnen deze groep vallen onder meer uitvaartverzekering en overlijdensrisicoverzekering, maar ook bijvoorbeeld lijfrente- of kapitaalverzekeringen.
Met een levensverzekering bouw je een vermogen op voor de begunstigde en behoud je de volledige controle, zelfs na je overlijden. Jij beslist wat je spaart, wanneer je spaart en hoeveel je spaart. Je kunt op elk moment geld afhalen of het contract volledig opzeggen.
Als je een levensverzekering sluit die een kapitaal uitkeert bij overlijden, moet je een begunstigde aanduiden. Dat is degene die dit kapitaal zal krijgen. Je kan ook een tweede of zelfs een derde begunstigde aanduiden voor het geval de eerste begunstigde al overleden is wanneer jij zelf overlijdt.
In theorie mag je dus net zoveel verzekeringen afsluiten als je wilt, maar het aanvragen van de verzekeringen kan wel kritische blikken en/of aanvullende medische eisen met zich mee brengen.
Je hebt een levensverzekering afgesloten met een bepaald doel. Bijvoorbeeld voor een aanvulling op je pensioen, om te sparen voor de studie van de kinderen of om de hypotheekschuld af te lossen. Als je de verzekering eerder stopzet, kan het zijn dat je het doelbedrag niet haalt.
Er bestaat geen wet die jou verplicht een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten. Maar als je een hypotheek afsluit, wordt het vaak wel verplicht door de hypotheekverstrekker. Gelukkig is het niet altijd verplicht: er zijn ook hypotheekverstrekkers waarbij je geen overlijdensrisicoverzekering nodig hebt.
Wanneer je een levensverzekering hebt afgesloten, is het mogelijk om deze af te kopen. Het afkopen van een levensverzekering houdt in dat je de verzekering stopzet. Je beëindigt de verzekering dan voordat de afgesproken einddatum bereikt is.
De gevolgen van geen overlijdensrisicoverzekering zijn vooral voor de nabestaanden. Wanneer je niet verzekerd bent voor het risico om te overlijden en je overlijdt plotseling, dan kunnen zij in vervelende financiële problemen terecht komen.
Een levensverzekering sluit u af om te zorgen dat uw nabestaanden kosten kunnen blijven betalen. Bijvoorbeeld voor studie, kinderopvang, huur of het aflossen van een hypotheek of schuld. Of voor een uitvaart. De bekendste levensverzekeringen zijn de overlijdensrisicoverzekering en de uitvaartverzekering.
Op je belastingaangifte vul je het gespaarde bedrag in onder code 1353 (de man of de oudste partner als beiden hetzelfde geslacht hebben) of 2353 (de vrouw of de jongste partner als beiden hetzelfde geslacht hebben).
Vanuit de vraag wanneer een levensverzekering uitkeert zijn er drie verschillende vormen: Bij overlijden: de overlijdensrisicoverzekering (ORV) Bij in leven zijn op een bepaalde datum: de spaarverzekering of beleggingsverzekering. Bij in leven zijn op óf overlijden vóór een bepaalde datum: de gemengde verzekering.
Een levensverzekering 'verpanden' betekent dat je via een akte vastlegt dat je verplicht bent om bij overlijden de levensverzekering te gebruiken als aflossing voor een (hypotheek)schuld. De geldverstrekker krijgt dus direct het geld van de overlijdensrisicoverzekering als jij komt te overlijden.
Als je de restschuld niet zelf kunt afbetalen, kan de bank deze (deels) meefinancieren in een nieuwe hypotheek. Maar alleen als je genoeg verdient om de extra kosten voor rente en aflossing van de restschuld te kunnen betalen.