Condensatie is, eenvoudig gesteld, neergeslagen waterdamp op een oppervlak dat kouder is dan de omgeving. Er ontstaat condensatie wanneer de vochtigheid in de lucht groter is dan de maximale hoeveelheid waterdamp die de lucht bij de heersende temperatuur kan bevatten (het dauwpunt is dan bereikt of overschreden).
Uitgangspunt: de temperatuur bedraagt 20 graden en de relatieve vochtigheid is 50%. Scenario 1: de temperatuur blijft constant en de vochtproductie stijgt tot een RV 100% bij 20° C. Er treedt condens op.
Condensatie is de faseovergang van gas- of dampvorm naar vloeistof. Wanneer warme, vochtige lucht afkoelt tot onder het dauwpunt, zal de waterdamp in deze lucht condenseren. Warme lucht bevat meer waterdamp dan koude lucht. Denk maar aan stoom die bijna 100% waterdamp bevat.
Lucht heeft altijd een temperatuur en bevat een bepaalde hoeveelheid waterdamp die altijd aan veranderingen onderhevig zijn. In warmere lucht bewegen de luchtmoleculen sneller door elkaar en veroorzaken meer botsingen dan in een koudere luchtmassa gebeurt. De moleculen nemen in warme lucht derhalve ook meer ruimte in.
Gas Boven de 100°C is water gas. We noemen het waterdamp. Het stroomt dan niet, maar stijgt op en vult de ruimte om ons heen. Je ziet dat gebeuren als je water kookt.
Koude lucht kan minder vocht bevatten dan warme lucht. De waterdamp die zo ontstaat slaat als ijs neer op de ruit. Die damp vriest eerder vast rondom een stofje of een krasje op de ruit.
In de lucht zit altijd waterdamp opgelost. In warme lucht kan meer water zitten dan in koude lucht. In de winter is de temperatuur een stuk kouder dan in de zomer, dus er zit minder waterdamp in de lucht. De lucht is droger.
Cherrapunji, India
Waar gegarandeerd de waterstraaltjes over je rug lopen, is Cherrapunji in het noordoosten van India. De stad is een van de 'natste' plaatsen op aarde en daarbij is het er ook erg warm. Het resultaat is een hoge luchtvochtigheid, van maar liefst 95 procent.
De hoeveelheid vocht hangt af van de temperatuur. We zien meestal pas dat lucht waterdamp bevat als het afkoelt en de ramen beslaan. Koudere lucht kan minder waterdamp bevatten dan warmere. Er moet dus waterdamp uit de lucht verdwijnen.
De waarde voor luchtvochtigheid is dus afhankelijk van de temperatuur en de hoeveelheid vocht in de lucht. Dit is dan ook de reden dat de lucht in de winter veel droger is dan in de zomer. Droge lucht is op den duur niet gezond. De slijmvliezen drogen uit en het lichaam verliest vocht.
Lucht met een temperatuur onder het kookpunt van water, bevat een mengsel van gasvormig en vloeibaar water (condens). Bij gelijke temperatuur is waterdamp lichter dan lucht.
Door de opwarming van de aarde en de warmere lucht, ontstaat er meer waterdamp. Warmere lucht kan meer waterdamp vasthouden. Waterdamp heeft een versterkende werking op het stijgen van de temperatuur. Voor elke graad temperatuurstijging door CO2, komt er ook een graad bij door verhoogde aanwezigheid van waterdamp.
Als het in de lucht komt, zegt het niet zomaar 'boem'. Het is wel brandbaar, net zoals aardgas. Maar het brandt pas als het in de juiste verhoudingen met zuurstof wordt gemengd.
Zoals gezegd is de maximale hoeveelheid waterdamp in de lucht afhankelijk van de temperatuur. In één kilogram lucht van 5 graden kan maximaal 5,7 gram waterdamp. Als het 25 graden is, kan één kg lucht tot 20 gram waterdamp bevatten.
Als de relatieve luchtvochtigheid 100% bereikt, zal de onzichtbare waterdamp neerslaan in druppels. Er ontstaat dan mist, dauw of rijp. In kamers zal de relatieve vochtigheid bij de ramen, waar het vooral 's winters kouder is, hoger zijn dan in het midden van de kamer.
Een hygrometer geeft de relatieve luchtvochtigheid aan in procenten. Als de waarde tussen 40 en 60 procent ligt, dan zit je goed. Als je te hoog of juist te laag zit, dan kan het zijn dat je de lucht moet bevochtigen of juist minder vochtig moet maken, afhankelijk van de situatie.
Te hoge luchtvochtigheid
Als het percentage waterdamp in het huis te hoog is, is het ook schadelijk voor de gezondheid en slecht voor de woning. Wanneer de luchtvochtigheid boven de 60% komt, kun je last krijgen van verkoudheid, (chronische) bronchitis en allergische reacties zoals eczeem.
Conclusie. Dat hitte in Spanje anders voelt dan in Nederland komt doordat de lucht bij ons vochtiger is. Een hogere luchtvochtigheid zorgt ervoor dat je meer moet zweten, waardoor het benauwder aanvoelt. Voor het gevoel is het dan ook warmer dan de thermometer aangeeft: de gevoelstemperatuur ligt dus hoger.
De gemiddelde luchtvochtigheid buiten in Nederland bedraagt omstreeks 80-85%. In ons gematigde zeeklimaat kennen we vooral natte winters, en zomers waarin het eerder benauwd is dan aangenaam warm. In de herfst en in de winter wordt regelmatig een relatieve luchtvochtigheid boven 85% gemeten.
Wanneer er te droge lucht wordt ingeademd nemen de longen minder zuurstof op. Water verdampt snel in droge lucht en dus ook in keel en longen, waardoor de keel uitdroogt. Dit kan klachten zoals droge hoest en keelpijn tot gevolg hebben. Wanneer er veel stof in de woning aanwezig is kunnen de klachten verergeren.
Droogte treft vooral de ogen, huid en slijmvliezen. Het veroorzaakt klachten zoals brandende ogen, knipperen, wazig zien, jeuk op de huid, eczeem tegen droge huid, bloedneuzen en droge hoest. Ziekten worden overgedragen door verschillende pathogene micro-organismen - vooral virussen, bacteriën en schimmels.