Stopt u in 1 keer? Dan kunt u last krijgen van klachten.Bijvoorbeeld angst, duizeligheid, draaierigheid, hoofdpijn, misselijkheid en zweten. Deze klachten worden ook wel onttrekkingsverschijnselen genoemd.
Bij stoppen met de behandeling moet de dosering langzaam over een periode van ten minste vier weken worden uitgeslepen om de ontwenningsverschijnselen (angst, duizeligheid, draaierigheid, hoofdpijn, misselijkheid en zweten) te beperken.
U kunt deze klachten krijgen binnen enkele dagen nadat u een lagere dosis bent gaan slikken, of gestopt bent. Dit kan ongeveer een week duren, soms wel langer. Blijven de klachten aanhouden dan is de depressie zelf mogelijk terug (een terugval).
Volwassenen: Citalopram dient te worden toegediend als een enkelvoudige orale dosis van 20 mg per dag. Afhankelijk van de individuele respons kan de dosis worden verhoogd tot maximaal 40 mg per dag. Ouderen (> 65 jaar): Voor ouderen dient de aanbevolen dosering gehalveerd te worden, d.w.z. 10-20 mg per dag.
Dit duurt enkele weken. U kunt wel meteen last krijgen van maagdarmklachten, hoofdpijn en duizeligheid. Stop dan niet. Deze bijwerkingen verdwijnen meestal binnen enkele dagen.
Citalopram is net als alle andere SSRI's niet verslavend. Dat zou betekenen dat je behoefte hebt aan steeds meer van het medicijn. Wel kunnen er onttrekkingsverschijnselen optreden als je stopt met het middel. Je krijgt dan (weer) bijwerkingen die komen door het afbouwen of stoppen van het medicijn.
Met betrekking tot mogelijke bijwerkingen op de langere termijn is bekend dat citalopram aanleiding kan geven tot het optreden van oorsuizen. Dit geldt in het bijzonder voor de zogenaamde tricyclische anti-depressiva, maar ook voor citalopram.
Halfwaardetijd: 1,5 dag.
Maar zeker de helft van de mensen die antidepressiva proberen af te bouwen met het standaardschema, ondervindt wél problemen, variërend van slapeloosheid, misselijkheid, duizeligheid en zweten, tot angst(dromen), wanen en zelfmoordgedachten.
De arts kan de dosering langzaam verhogen naar 20 tot 30 mg per dag (acht tot twaalf druppels). De maximale dosering citalopram bij een angststoornis is 40 mg per dag. Dit staat ongeveer gelijk aan zestien druppels per dag. Voor ouderen is de maximale dosering 20 mg citalopram (ongeveer acht druppels).
PSYCHOLOGIE Medicijnen tegen depressie – de zogenaamde antidepressiva – nemen niet alleen de depressieve gedachten weg bij mensen, maar zorgen ook voor persoonlijkheidsveranderingen. Een nieuwe onderzoek toont aan dat patiënten minder neurotisch worden. Ook gedragen mensen zich extraverter dan voorheen.
Gewichtstoename komt bij één op de honderd gebruikers voor. De oorzaak voor gewichtsverandering is onbekend. Citalopram remt de heropname van serotonine. Serotonine heeft een belangrijke functie in het regelen van het hongergevoel, mogelijk veroorzaak dit meer of minder eetlust wat leidt tot gewichtsverandering.
Vaak voorkomende bijwerkingen van citalopram
De volgende bijwerkingen van citalopram komen vaak voor (één op de tien gebruikers): Rusteloosheid, nervositeit. Vermoeidheid.
Voorbeelden van slaapmiddelen zijn temazepam, midazolam en zopiclon. Antidepressiva zijn medicijnen die bij angst en depressie worden gebruikt. Voorbeelden van antidepressiva zijn citalopram, paroxetine, mirtazapine en venlafaxine. Tryptofaan werkt kalmerend.
Citalopram is een antidepressivum, in België en Nederland onder meer op de markt onder de naam Cipramil®. Het remt de heropname van de neurotransmitter serotonine in de hersenen; het behoort tot de selectieve serotonineheropnameremmers, vaak afgekort tot SSRI (van het Engelse selective serotonin reuptake inhibitors).
Het idee dat extreme somberheid wordt veroorzaakt door een tekort aan de een stofje in het brein, namelijk serotonine, verliest aan grond. En dat terwijl de meeste antidepressiva – die soms wel, soms niet helpen – nog steeds op dat idee zijn gebaseerd. Van antidepressiva kun je soms nog somberder worden.
Het gebruik van bepaalde kruidensupplementen, zoals ashwagandha, rhodiola en Griffonia simplicifolia gaat niet goed samen met het gebruik van antidepressiva.
In bepaalde delen van de hersenen zou er bij depressie een tekort optreden van deze neurotransmitters. Deze verstoringen in het chemische evenwicht geeft aanleiding tot angstklachten, overmatig piekeren, verminderde plezierbeleving, passiviteit en een sombere stemming.
Bij een typische depressie kan het basisadvies worden aangevuld met vitamine B12 (1.000 – 2.000 mcg per dag) en foliumzuur in de actieve vorm (folaat, 400 tot 1000 mcg per dag). Wanneer er sprake is van een atypische depressie worden ontstekingremmende stoffen als curcumine ingezet.
Bekend is wel dat bij langdurig gebruik door ouderen het gevaar op vallen kan toenemen, met de kans op heupfracturen en andere botbreuken. Ook worden sommige mensen bij langdurig gebruik van antidepressiva dikker.
SSRI's verbeteren de stemming en verminderen angsten. Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals een dwangstoornis, paniekstoornis, specifieke fobie en posttraumatische stressstoornis. Soms wordt citalopram ook gebruikt bij voortijdige zaadlozing.
Citalopram behoort tot de serotonineheropnameremmers ofwel SSRI's. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine. Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI's verbeteren de stemming en verminderen angsten.