De eeste is een injectie met een slaapmiddel, de 2e met een spierverslapper. De patiënt verliest heel snel het bewustzijn (binnen 30 seconden is niet ongebruikelijk) door het slaapmiddel en houdt soms zelfs al op met ademen. Als de spierverslapper gegeven wordt is de patiënt meestal na een aantal minuten overleden.
Eerst krijgt de patiënt een slaapmiddel waardoor hij in diepe slaap raakt. Daarna krijgt hij een middel dat de spieren verlamt, ook de ademhalingsspieren en de hartspier. De patiënt overlijdt dan onmiddellijk.
Bij euthanasie geeft een arts de patiënt een dodelijk medicijn. Bij hulp bij zelfdoding geeft de arts een dodelijk medicijn aan de patiënt. Maar de patiënt neemt deze zelf in.
Soms zijn meerdere bezoeken aan de patiënt nodig om tot een goed oordeel te komen. Raadpleeg bij twijfel, bijvoorbeeld over wilsbekwaamheid, of behoefte aan ondersteu- ning een collega of een externe deskundige. Een SCEN-arts kan gevraagd worden om steun te bieden (dit is de S van SCEN).
Palliatieve sedatie gebeurt door een arts. Door medicijnen wordt de cliënt 'soezerig' of valt in een diepe slaap. Het doel van palliatieve sedatie is het verlichten van de klachten en zo min mogelijk lijden van de cliënt. De sedatie kan tijdelijk of blijvend (in de laatste levensfase) worden ingezet.
Mensen hoeven niet bang te zijn dat hun naaste pijn lijdt. Er kan soms een korte pijnsensatie optreden bij het inspuiten van de thiopental, dat valt ondanks een verdovend middel niet geheel uit te sluiten.
Soms lijdt iemand zo erg, dat hij niet meer verder wil leven. Je kan dan aangeven dat je euthanasie wil. Het woord euthanasie betekent goed sterven of een zachte dood. Bij euthanasie maakt een arts een einde aan het leven, op verzoek van de patiënt.
De NVVE komt in actie om euthanasie via de Levenseindekliniek door de zorgverzekeraars vergoed te krijgen. Nu vergoedt alleen nog Menzis die kosten, gemiddeld zo'n 2500 euro per patiënt. De andere verzekeraars weigeren.
De overige 13 procent overlijdt tijdens de behandeling, bijvoorbeeld door een acute hartstilstand, of door een bloeding. De gemiddelde leeftijd van de onderzochte IC-patiëntenpopulatie is 70 jaar. Gemiddeld liggen zij 6,95 dagen op de IC.
Morfine is niet geschikt om de dood te bespoedigen of patiënten te sederen. Het snel ophogen van morfine kan ervoor zorgen dat het bewustzijn onvoldoende wordt verlaagd, de patiënt verward raakt, of spiertrekkingen (myoclonieën) krijgt.
Conclusie. Bij de uitvoering van euthanasie en hulp bij zelfdoding kunnen zich problemen voordoen. Artsen die besluiten om hulp bij zelfdoding te verlenen of euthanasie uit te voeren, moeten hierop voorbereid zijn.
Daartoe krijgt de patiënt een slaapmiddel (coma-inductor) toegediend via een infuusnaaldje. Dit slaapmiddel is thiopental of propofol. De patiënt krijgt bewust een grote overdosis, om er zeker van te zijn dat de patiënt niets meer ervaart.
Realistisch zijn, schrijft Hintjens: het heeft geen zin om tevergeefs te hopen op een goed einde. Ga uit van het ergste. Hoe eerder je weet dat je doodgaat, hoe eerder je omgeving kan beginnen met afscheid nemen. Wees daarnaast eerlijk over de medische feiten tegen je omgeving.
Vaak minstens enkele dagen. Soms is die tijd er niet en is de keuze voor palliatieve sedatie soms beter dan wachten op euthanasie. Als een patiënt in aanmerking komt voor palliatieve sedatie maar tevens een euthanasiewens heeft, staat dit het tegemoet komen aan de euthanasiewens niet in de weg.
Euthanasie wordt door verzekeraars niet gezien als zelfmoord. Sluit je een overlijdensrisicoverzekering af en pleeg je in de eerste twee jaar euthanasie? Dan keren de meeste verzekeraars een geldbedrag uit. De verzekeraars eisen dan wel dat de euthanasie volgens de regels van de Euthanasiewet is gepleegd.
De euthanasiewet bepaalt dat de arts die euthanasie overweegt bij een psychiatrische patiënt, zeker moet zijn dat de patiënt zich in een medisch uitzichtloze toestand van aanhoudend en ondraaglijk psychisch lijden bevindt.
Passieve euthanasie is de oude term voor wat wij vandaag kennen als palliatieve sedatie, met name 'het opzettelijk verlagen van het bewustzijn van een patiënt in de laatste levensfase. Men doet dit opdat de patiënt onbehandelbare, ondraaglijke klachten (bijvoorbeeld continu braken) niet meer bewust zou meemaken.
De patiënt moet zich in een medisch uitzichtloze situatie bevinden van aanhoudend en ondraaglijk fysiek of psychisch lijden dat niet verzacht kan worden, en dat het gevolg is van een ernstige en ongeneeslijke, door ziekte of ongeval veroorzaakte aandoening. Dit is één van de voorwaarden om euthanasie te krijgen.
De wet stelt nadrukkelijk dat alleen de patiënt zelf om euthanasie kan verzoeken. Familieleden kunnen dus niet om euthanasie vragen, bijvoorbeeld voor een terminaal familielid dat niet meer bij bewustzijn is. De patiënt moet op het moment van zijn verzoek wilsbekwaam zijn.
Geen wilsverklaring
Als niemand vertegenwoordiger wil of kan zijn, beslist de arts zelf. Euthanasie mag alleen als de patiënt daar zelf aan de arts om vraagt: mondeling of schriftelijk. Dus niet als familieleden of vrienden het willen. Voordat euthanasie mag, zijn er nog andere eisen voor de situatie van de patiënt.
De persoon verliest stap voor stap het bewustzijn, kan onrustig worden of gaan hallucineren. Hierdoor gedraagt je dierbare zich anders dan normaal. Hij of zij kan bijvoorbeeld veel gebaren maken met de handen, terwijl deze niet goed te begrijpen zijn voor de naasten.
Minder goed kunnen horen of zien
Gehoor en zicht nemen af. Toch kunnen veel stervenden nog heel lang horen dat er iets tegen hen gezegd wordt. Iets terugzeggen is moeilijker. Een kleine handbeweging of een beweging in het gezicht lukt vaak nog wel.
Natuurlijk versterven
De patiënt raakt 'op'. Het kaarsje gaat langzaam uit. In deze gevallen is het raadzaam om voorzichtig te zijn met een vocht-infuus of met een voedingssonde. Want de kunstmatige toediening van vocht en voeding kan er toe bijdragen dat de patiënt meer last krijgt van benauwdheid, pijn en angst.
Er zijn twee vormen voor een vrijwillig levenseinde: Bij euthanasie dient de arts de dodelijke middelen (euthanatica) toe aan de patiënt. Hulp bij zelfdoding houdt in dat de arts de euthanatica aanreikt aan de patiënt, die deze zelf inneemt.