Tijdens het rijpen van het deeg worden complexe suikers, eiwitten en vetten omgezet in eenvoudigere structuren. Simpel gezegd: stel je de suikers, eiwitten en vetten voor als een schakelketting. Laat je het deeg niet lang genoeg rijpen, dan moet jouw lichaam straks een hele ketting verteren. En dat is zwaar werk.
Een deeg dat niet wil rijzen kan twee oorzaken hebben: het deeg is niet goed of lang genoeg gekneed, of het staat in een te koude omgeving. Als het deeg goed gekneed is dek je de kom af met folie of een schone theedoek en zet je deze op een tochtvrije plek. Minimaal op kamertemperatuur, maar liefst iets warmer.
In principe is dat geen probleem. Je kan het brood de eerste keer laten rijzen zoals je het altijd zou doen. Kneed het deeg dan een tweede maal en laat het de tweede keer rijzen in de koelkast. Het deeg zal wat minder snel rijzen omdat het op een lagere temperatuur rust.
Het oliebollenbeslag wil niet rijzen, wat nu? Is het water te koud of te warm, dan rijst de gist onvoldoende. Ook de omstandigheden waarin het beslag rijst, luisteren nauwkeurig. Zet het beslag niet op de tocht, maar ook niet te dicht bij de verwarming.
Het opbollen zorgt ervoor dat je minder koolzuurgas in het deeg overhoudt. Je hebt met het kneden hard gewerkt aan een mooi glutennetwerk. Te veel koolzuurgas betekent instortingsgevaar! Je krijgt met opbollen meer veerkracht en rekbaarheid van je glutennetwerk.
De redenen dat je het deeg meerdere keren laat rijzen zijn: Het gashoudend vermogen van het deeg is pas na zo'n 120 à 240 minuten (afhankelijk van de kwaliteit van het meel/bloem) na de start van het mengen maximaal en dat is het beste moment om het brood te gaan bakken.
Tijdens de eerste rijs ontstaan er veel en grote koolzuurgas bellen. Daar kan een zwak glutennetwerk stuk van gaan. Dat voorkom je door onder andere je deeg door te slaan. Doorslaan doe je door heel voorzichtig de luchtbellen gelijkmatig te verspreiden en een beetje lucht uit je deeg drukken.
Rusten en rijzen
Laat het deeg rijzen tot het in volume is verdubbeld. De tijdsduur is afhankelijk van de temperatuur. Bij kamertemperatuur duurt het ongeveer 2 uur. In de koelkast kun je het een nacht laten rijzen.
Rijzen is voor heel wat hobby-bakkers een groot probleem. Je kan dit proces wat versnellen door je degen in de oven te laten rijzen. - plaats je degen in de oven. Door de oven te openen zal de temperatuur zakken tot 40°C.
Dek de kom, pan of emmer af met plastic folie of een vochtige theedoek. Zet het beslag op een warme, tochtvrije plek, het liefste in de buurt van de verwarming. Zet het beslag níet buiten of in een koude schuur. Laat het beslag ongeveer een uur rijzen.
Het deeg rijst gewoon door in de koelkast. Soms verdubbelt het, een andere keer niet helemaal. In dat laatste geval kun je ervoor kiezen om het deeg buiten de koelkast nog even verder laten te rijzen tot het wel genoeg in volume is toegenomen.
Handige warme plekjes om je kom met deeg of desem in te laten rijzen zijn: lege vaatwasser die nog warm is omdat hij net gelopen heeft. lege magnetron met een groot glas heet water ernaast. grote lege plastic opbergbox met deksel met een groot glas heet water ernaast.
Wanneer de oven gebruikt wordt als rijskast moet je zorgen dat de lucht in de oven voldoende vochtig is. Beter te vochtig dan te droog. Ook daar kan je werken met het afdekken van de kom waarin het deeg zit dat moet rijzen, maar tijdens de busrijs of narijs werkt dat niet goed.
Als je deeg plakkerig blijft, kan dit ermee te maken hebben dat je niet lang genoeg hebt gekneed. Hiervoor heb je tenslotte best wel wat spierballen nodig. Je moet minimaal 20 minuten lang het deeg stevig kneden met de hand. Controleer of het goed is gekneed door je handen in te vetten met zonnebloemolie.
Ongerezen brood wordt niet veel gegeten, maar bestaat nog steeds. De joodse matze, de Indiase roti en de hosti van de katholieke eredienst zijn er voorbeelden van. De graankorrel bestaat uit verschillende delen, het meellichaam of endosperm, de zemel en de kiem.
Hoe soepeler en elastischer het deeg is, hoe meer vocht het deeg kan opnemen en vasthouden en hoe minder plakkerig het uiteindelijk wordt. Uiteindelijk moet je door kneden (en dus wrijvingswarmte) uit komen op een deegtemperatuur van 27 °C. Dit is te controleren met een kernthermometer.
Een warme, vochtige omgeving laat het deeg sneller rijzen door het fermentatieproces in het deeg te versnellen. Neem een klein kommetje of glas. Voeg wat gist en suiker toe en giet er wat warm (niet heet) water bovenop, en vermeng deze ingrediënten goed tot de suiker helemaal is opgelost.
Deeg laten rijzen: de narijs
Voor een normaal en relatief snel brood houd je een warme temperatuur van 20-30 °C aan. Het brood laten rijzen duurt dan ongeveer een uur zijn. Wil je het brood langer laten rijzen, dan verlaag je de temperatuur. Zorg dat je het brooddeeg opnieuw goed afdekt om uitdrogen te voorkomen.
Je deeg te lang laten rijzen is nog een reden dat je brood kruimelig wordt. De textuur van een brood steunt op de juiste verhouding van gluten, zuurstof en waterdamp. Als het deeg te lang rijst, wordt de gist overactief en is de verhouding uit balans. Je brood valt dan in of wordt plat.
Taartdeeg. Of je nu zanddeeg, kruimeldeeg of ander taartdeeg maakt, het deeg laten rusten zorgt ervoor dat het makkelijker uit te rollen is doordat de boter terug wat opstijft. Geduld hebben is belangrijk, want het deeg laten rusten zorgt er ook voor dat het niet krimpt bij het bakken.
Hoe wordt ons brood luchtig gemaakt? Met rijsmiddelen creëer je luchtbelletjes in een deeg of beslag zodat het gebak of brood luchtiger wordt. Traditioneel wordt hiervoor desem of gist gebruikt. Bij het maken van desembrood voegen bakkers geen gist toe, maar een moederdeeg.
Wanneer je met de hand kneedt moet je dit minimaal 10 minuten volhouden, liefst 15 minuten. Met een kneedmachine, die je rustig laat draaien, is dit tussen de 10 en 15 minuten.
Het belang van rijzen
Tijdens de eerste rijs heeft het deeg 40 minuten nodig om de ideale structuur te verkrijgen. Daarna geef je het deeg de gewenste vorm en is het klaar voor de volgende rijs. Tijdens deze rijs, die ook 40 minuten duurt, wordt het deeg nog zachter en smaakvoller.
De glutenvormende eiwitten geven het deeg structuur. Tijdens het rijzen verandert de samenstelling van het deeg en ontstaan er gasbellen in het deeg. Het deeg gaat hierdoor op een spons lijken. Als je brood echter te lang rijst, kunnen de gasbellen het gewicht van het brood niet meer aan en zakt het in.
Maak in het midden een kuiltje en doe zout, suiker, vanillesuiker, aroma, eierdooiers, boter en melk erin. Kneed met de mixer (deeghaken) op de hoogste stand een soepel gistdeeg. Dek het gistdeeg af met een vochtige theedoek, bord of plasticfolie. Laat het gistdeeg 30 minuten rijzen op kamertemperatuur.