Trombose betekent dat er een bloedklont in een bloedvat (een ader) ontstaat. Door een ader stroomt het bloed vanaf bijvoorbeeld uw been of arm terug naar uw hart.De klont kan langzaam groter worden.Zo groot dat het bloedvat dicht kan gaan zitten.
Sluit een bloedstolsel een slagader af, dan is er sprake van arteriële trombose. Gevolgen zijn o.a. een hartinfarct of herseninfarct. Het kan ook aanleiding geven tot de chronische aandoening PAV (perifeer arterieel vaatlijden).
Wanneer een bloedstolsel een ader in uw been afsluit, heeft u een trombosebeen. Omdat het bloed niet meer weg kan stromen, zwelt het been op. Een trombosebeen kan leiden tot een (levensgevaarlijke) longembolie.
Trombose kan ontstaan als de bloedvaten aan de binnenkant niet glad meer zijn. Bijvoorbeeld bij aderverkalking en wanneer er onnodig bloedstolsels worden gevormd. Als een bloedstolsel zo groot wordt dat het een bloedvat gedeeltelijk of geheel afsluit, dan noemen we dit trombose.
De meeste gevallen van trombose in het been of de long genezen met behandeling zonder restverschijnselen. Slechts bij een minderheid van de patiënten is de trombose levensbedreigend (ernstige longembolieën). Restverschijnselen blijven bij een deel van de patiënten aanwezig, zoals kortademigheid en vermoeidheid.
Een gezond voedingspatroon met veel vezels, groente en fruit, vis en weinig rood vlees, geraffineerde graanproducten en fastfood kan de kans op het ontwikkelen van een trombose in de aders of slagaders verkleinen. Noot 1.
Een trombosebeen ontstaat als een bloedstolsel een bloedvat in het been afsluit. Het is belangrijk om bij klachten meteen de huisarts te bellen. Een trombosebeen kan namelijk leiden tot een (levensgevaarlijke) longembolie.
Het lichaam lost normaal zelf de stolsels op en zal dit ook doen in het geval van een trombose of een longembolie. Het probleem is dat de aanwezigheid van een trombose of longembolie juist ook leidt tot uitbreiding van deze trombose of longembolie.
Hoe lang dit duurt is per persoon verschillend; dit wisselt van ongeveer 1 tot 6 weken. Zodra het been niet meer gezwollen is, krijgt u op de polikliniek Dermatologie een afspraak voor het aanmeten van een steunkous.
U mag gewoon lopen met een trombosebeen . Bedrust is niet nodig. Als het been meer pijn gaat doen of dikker wordt tijdens of na het lopen, dan moet u rust nemen. U moet het been dan zoveel mogelijk hoog houden boven heuphoogte.
Vaak voelt u iets op de plek van de blokkade. Bij een bloedpropje in uw voet of been voelt u kramp, tintelingen of uw been gaat opzwellen.
Hoe kun je het herkennen? Als een bloedklonter een ader verstopt, ontstaat altijd een ontsteking van de bloedvatwand. Het gaat zeer dikwijls om een spatader. Je voelt dan een pijnlijke streng, en de zone rond de ontsteking wordt rood, warm en gezwollen.
Hebt u een bloedstolsel in uw been (trombosebeen) of in uw longen (longembolie), dan komt u op de Spoedeisende Hulp. Er wordt gestart met bloedverdunnende medicijnen. Bij een longembolie is een ziekenhuisopname nodig van ongeveer vier dagen om u de juiste injecties te kunnen geven.
Bij trombose krijg je antistollingsmiddelen. Dit zijn medicijnen die ervoor zorgen dat het stolsel niet groter wordt of losraakt en doorschiet naar de longen. In de eerste dagen krijg je die in het ziekenhuis soms via een injectie.
Een dik, rood en pijnlijk onderbeen kan een trombosebeen zijn. Bel met deze klachten uw huisarts. Trombose betekent dat er een bloedklont in een bloedvat zit. Door de klont kan een bloedvat dicht gaan zitten.
Door alcohol duurt het langer voordat uw bloed stolt. Samen met de bloedverdunner duurt het nog langer. U kunt dus beter niet te veel alcohol drinken. Drink maximaal 1 glas alcohol per dag en niet iedere dag.
Voor zowel een trombosebeen als een longembolie geldt dat de klachten in de loop van enkele weken vaak minder worden, maar soms kunnen de klachten wel tot enkele maanden aanhouden. U mag van begin af aan inspanning leveren, hoewel dit in het begin vaak met beperkingen gepaard gaat. Dit is normaal en kan geen kwaad.
Sta niet te lang stil, vermijd zwaar tillen. Sporten mag, meestal met steunkous(en). Wandelen, fietsen, (hard) lopen en zwemmen zijn gezonde sporten, ook als u een trombosebeen heeft gehad.
Vanaf 65 jaar neemt het risico op trombose toe. Maar ook jonge en sportieve mensen krijgen soms te maken met trombose.
Het komt voor dat het bloedpropje snel vanzelf weer verdwijnt. Maar als dat niet gebeurt, veroorzaakt het vooral kortademigheid en pijn bij het ademen. Als de verstopping in de longslagader groot is, ontstaat er een tekort aan zuurstof. Dit kan van het ene op het andere moment gebeuren.
Een bekend voorbeeld van trombose in een slagader is de trombose van de kransslagaders van het hart. Hoe beter de bloeddoorstroming is, hoe minder de kans op trombose. Wanneer een stolsel losschiet en meegevoerd wordt met de bloedstroom noemen we dit een embolie.
Paracetamol en aspirine zijn veelgebruikte pijnstillers. Bovendien worden ze door veel mensen geslikt om andere aandoeningen zoals een hartaanval tegen te gaan. De medicijnen werken namelijk bloedverdunnend. Uit het onderzoek blijkt echter dat het regelmatig slikken van deze pijnstillers niet zo'n goed idee is.
Chocola heb je in vele variaties, maar voor je gezondheid moet je pure chocolade hebben. Het gunstige effect van flavonolen is een gevolg van hun bloedverdunnende eigenschappen. Ze gedragen zich wat dat betreft in het lichaam ongeveer hetzelfde als aspirine.