Onrust en verwardheid Het kan voorkomen dat door een gedaald bewustzijn iemands gedrag verandert. De stervende kijkt dan anders uit zijn ogen en kan een onrustige en verwarde indruk maken. Dit wordt een delier genoemd. Het lijkt alsof iemand van alles beleeft of ziet, maar wat precies is niet duidelijk.
Minder contact – verandering in bewustzijn
Ook al begrijpt hij of zij waarschijnlijk niet alles meer wat wordt gezegd, de stervende kan alles wel horen en blijft tot op het laatste moment gevoelig voor geluid.
Een koude neus, reutelen en troebele ogen. Het zijn enkele symptomen die bij mensen die terminaal ziek zijn, wijzen op een naderende dood. Iemand die gaat sterven na een ziekbed, voelt zich steeds zwakker worden en heeft het gevoel dat alle kracht uit het lichaam wegvloeit. Dat kan iemand angstig of onrustig maken.
Kort voor het overlijden houden ze vaak even op met ademhalen, soms zelfs wel een halve minuut.Dan slaken ze ineens een diepe zucht en ademen daarna weer verder. Het gezicht ziet er vaak heel rustig uit. Als de stervende toch onrustig of benauwd wordt, kan de arts rustgevende medicijnen geven.
Uiteindelijk houden alle lichaamsfuncties ermee op: de ademhaling komt tot stilstand, het hart stopt met kloppen, het bloed stroomt niet langer en geleidelijk aan dooft de hersenactiviteit. Na de laatste ademhaling trekt de kleur helemaal weg uit het gezicht, de gestorvene wordt 'doodsbleek'.
Eerst vallen bijvoorbeeld de longen uit (ARDS) , gevolgd door lever, darmen, nieren en/of andere functies, zoals de bloedstolling.
Om nachtzorg te kunnen krijgen, schrijft uw huisarts een terminaal verklaring. Daar staat in dat uw huisarts verwacht dat u nog maximaal 3 maanden te leven heeft.
Een houding van rust en vertrouwen is belangrijk. Het helpt de stervende als hij voelt dat hij kan gaan. Als u merkt dat er nog zaken zijn die de stervende zodanig bezighouden dat ze het stervensproces bemoeilijken, ga dan met elkaar na of hierop ingegaan kan worden.
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, leidt het ophogen van morfine ook niet tot het bespoedigen van de dood. Morfine is wel geschikt om pijn en benauwdheid te behandelen en kan dus wel een belangrijke rol spelen in de fase van het levenseinde.
Een dodenmasker is een afgietsel van het gelaat van een overleden persoon, gewoonlijk gemaakt van was of gips.
Mondproblemen bij ouderen en bij ouderen in de palliatieve zorg kunnen leiden tot pijn, slechte adem of andere kwaaltjes. Bij een slechte mondhygiëne wordt niet alleen het plezier in eten verminderd, ook kunnen ouderen hierdoor minder goed kauwen en afbijten. Daarom is mondhygiëne bij ouderen essentieel.
Pijn is één van de meest voorkomende klachten op een sterfbed, net als de angst voor pijn. Om de lichamelijke pijn te verlichten kan het nodig zijn dat de zieke steeds meer pijnmedicatie nodig heeft. De kans is aanwezig dat dit het levenseinde enkele uren of dagen bespoedigt.
De sluitspieren van de blaas werken minder goed en er kan dan sprake zijn van wat urineverlies. Mocht dit gebeuren dan kan het ongemak beperkt worden met bijvoorbeeld een urine katheter of incontinentiemateriaal. Wanneer iemand stervende is zal hij of zij minder vaak wakker zijn.
Een stervende is minder vaak en minder lang wakker. Hij/zij lijkt zich steeds meer terug te trekken uit het leven. U kunt merken dat uw naaste niet meer alles begrijpt van wat u zegt. Waarschijnlijk hoort uw naaste u wél, tot op het laatst.
Een cadeautje meenemen is altijd goed. Neem iets mee waar de zieke wat aan heeft. Ligt iemand veel in bed, dan kan dat een zachte pyjama of een groot T-shirt zijn. Maar ook een boek of een tijdschrift, of muziek of een film.
Livor mortis (lijkvlekken)
Na het overlijden zakt het bloed door de zwaartekracht (hypostase) en doordat de bloedcirculatie is gestopt naar de laagst gelegen delen van het lichaam: deze kleuren daardoor paarsblauw (lijkvlekken), waar de hoger gelegen gedeelten bleek worden.
herkenning en erkenning van het naderend sterven van de patiënt door de zorgverleners en goede communicatie hierover met de patiënt en diens naasten. aandacht voor de waarden, wensen en behoeften van de patiënt. een plan voor goede symptoombestrijding. zorg direct na het overlijden.
Het waken kan iemand die op sterven ligt rust, troost en een veilig gevoel geven. Familie en naasten kunnen samen invulling geven aan het waken.
We spreken van terminale zorg als het overlijden naar verwachting snel zal plaatsvinden. Ook terminale zorg is gericht op een zo goed mogelijke kwaliteit van leven.
Iemand die bijna sterft, heeft meestal minder behoefte om te eten en drinken. Daardoor valt hij of zij ook af, en verandert het gezicht (ingezakte wangen, teruggetrokken ogen, etc.). Doordat de stervende persoon minder drinkt, kunnen de mond en lippen droog worden. Soms heeft dit als bijwerking een slechte adem.
Voor de uitvoering van continue diepe sedatie heeft de KNMG richtlijnen gepubliceerd. Alleen morfine hoort volgens deze richtlijnen niet gebruikt te worden bij palliatieve sedatie, omdat dit vaak leidt tot sufheid maar niet altijd tot verlies van bewustzijn.