De zwartkop is de meest geringde vogel in België, met een jaartotaal dat kan oplopen tot 105.599 ex. (in 1992). Voornamelijk in het najaar worden zwartkoppen (tijdens de nachttrek) in grote aantallen geringd.
Vogels die op de vlier zouden kunnen afkomen zijn spreeuwen, lijsters, merels, zwartkopmees en de roodborst.
Leefgebied. Broedt in bossen en halfopen landschappen met bomen en struiken. Leeft bij voorkeur in loof- en gemengde bossen met een rijke ondergroei van vooral bramen. Komt ook voor in parken, tuinen en andere halfopen landschappen met bomen en struiken.
Op het menu staan insecten, spinnen en andere kleine bodemdiertjes, die ze scharrelend op de grond bij elkaar zoeken. In de winter vullen zij dit aan met kleine zaden.
Het menu van de huismus bestaat uit zaden, granen, insecten, bloemknoppen, brood, bessen, pinda's en vetbollen. In broedtijd voornamelijk insecten.
De huismus haalt een gemiddelde leeftijd van 5 – 6 jaar De gemiddelde leeftijd van een koolmees in goede levensomstandigheden bedraagt ongeveer 10 jaar. De oudste geringde en geregistreerde koolmees werd 15 jaar oud. Roodborstje haalt een maximumleeftijd van 13 jaar.
Vanaf half juli tot begin oktober vertrekt het uit Nederland. De insectenvoorraad loopt hier dan behoorlijk terug en dat is nu juist het voedsel waar onze tuinfluiter behoefte aan heeft. Hij zoekt dan ook een plekje ten zuiden van de Sahara in Afrika om daar de winter door te brengen. Daar zijn altijd volop insecten.
Geluid. Zang helder dalend riedeltje van zoete, melancholieke klanken. Meest gebruikte roep lijkt op tjiftjaf maar is lager, langgerekter en meer tweelettergrepig. Lijkt erg op roep van gekraagde roodstaart.
Zwartkop (Sylvia atricapilla)
De zwartkop is een trekvogel die door het warmer wordende klimaat steeds eerder in Nederland aankomt om te broeden. Kenmerkend voor de zwartkop is de zwarte pet bij het mannetje. Bij het vrouwtje is deze bruin. Zwartkoppen zijn zo'n 14 cm groot, te vergelijken met een koolmees.
Geen (oud) brood!
In brood zit zout en dat zout is niet goed voor vogels. Soms zit op het brood boter/margarine. Daar krijgen watervogels diarree van en de olie die in het brood zit komt in het verenkleed te zitten. Brood dat blijft liggen gaat bovendien schimmelen en trekt dieren zoals ratten aan.
Heb je restjes eten over? Veel keukenrestjes zijn prima en kan je geven aan de tuinvogels. Wat je niet mag geven zijn restjes met veel zout of kruiden of restjes die beschimmeld zijn. Vetrandjes, gekookte aardappelen, gekookte rijst of fruit zullen je tuinvogels heerlijk vinden en zijn ook nog eens goed voor ze.
Havermout: havermout kan je zowel als strooivoer op de grond gebruiken als op de voedertafel. Zaadeters zoals mussen, mezen, vinken, groenlingen en roodborstjes houden hiervan. Meelwormen en insecten: bevatten veel proteïnen en zijn bijzonder voedzaam voor vogels.
Het kernwoord wat past bij de havik is boodschapper. De havik staat voor bescherming, levenskracht, visioenen, levensenergie, balans en evenwicht, passie en luisteren. De havik wordt gezien als de boodschapper van de Goden. De elementen die passen bij de havik zijn vuur en lucht.
Verspreiding en leefgebied
Hij komt voor in het Middellandse Zeegebied, Noord-Afrika en een deel van Azië in olijfgaarden, pijnboom- en steeneikenbossen, wijngaarden en verwilderde tuinen. Het is een dwaalgast in Nederland.
In broedtijd vooral insecten en hun larven (rupsen), spinnen en andere geleedpotigen. In de winter ook veel zaden (onder meer berk, lariks, haagbeuk Spaanse aak) en pinda's; zijn dan ook veel te vinden op voedertafels. 's Winters ook in riet, op zoek naar insecten die uit de rietstengels worden gehakt.
De tuinfluiter is net zo groot als de koolmees. Hij is bruingrijs op de rug en grijswit op de buik en heeft grijze poten. Meest opvallende is de grijze vlek in zijn hals en de korte stompe snavel. Laat zich niet snel zien, maar is wel vaak te horen.
Zang van mannetje duidelijk herkenbaar: een strofe die wat doet denken aan de 5e symfonie van Beethoven "dzi-dzi-dzi-dzi-dzèèèè". Heeft diverse roepjes maar vaak korte scherpe rollertjes. Meest gehoorde roep is een kort scherp "tsit", een andere roep is een kort en tikkend "plt".
Geluid. Variabele zang, bestaat meestal maar uit een paar metaalachtige noten. Roep een dalend "tsieeuw…", in vlucht daarnaast een schor roepje.
De gierzwaluw is de vogelsoort die veruit het langst onafgebroken door de lucht kan zweven. Onderzoekers aan de Universiteit van Lund hebben aangetoond dat de dieren maar liefst 10 maanden aan één stuk kunnen vliegen, zonder tussenlanding om pakweg te rusten of zich voort te planten.
- langdurig en duurt weken tot maanden. - gericht, van broedgebied naar overwinteringgebied of omgekeerd. - tijdens de actieve trekvlucht reageert de vogel niet op voedsel.
In de winter zijn ze in een warmer land dan in de zomer. Vogels die heen en weer reizen tussen een zomergebied en een wintergebied noem je trekvogels. Sommige vogels trekken een paar honderd kilometer weg, bijvoorbeeld van Nederland naar Zuid-Frankrijk. Andere vliegen wel duizenden kilometers, zoals naar Zuid- Afrika.
De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam.
Haften leven het kortst van alle volwassen dieren. Ze worden daarom ook wel eendagsvlieg genoemd. Na een bestaan van 2 jaar als nimf in het water veranderen ze in vliegende volwassen insecten, paren en sterven.
Het langstlevende dier op aarde is nog altijd de Noordkromp, een weekdier dat meer dan 500 jaar oud kan worden. Het langstlevende gewervelde landdier is de Galapagos reuzenschildpad (één van deze schildpadden wist een leeftijd van 177 jaar te bereiken).