Langdurige stress hangt samen met depressie, burn-out en angststoornissen. De hormoonhuishouding is namelijk verstoord, hersengebieden zijn ontregeld en soms zelfs beschadigd en verschillende systemen werken niet zoals normaal. Stress en psychische klachten werken elkaar vaak ook in de hand.
Te lang te veel stress, of spanning, zorgt ervoor dat je hersenen minder goed functioneren. Hierdoor kun je bijvoorbeeld vaker dingen gaan vergeten, snel afgeleid zijn en gevoeliger zijn voor negatieve emoties. Dit is te voorkomen door je hersenen voldoende rustmomenten te geven.
Stress kan leiden tot psychische klachten zoals slaapproblemen en moeheid, somberheid en psychose. Ook kan je last krijgen van lichamelijke klachten, zoals hartkloppingen, een gejaagd gevoel, een hoge bloeddruk en veel zweten. Dit zijn signalen dat de stress te veel wordt of te lang duurt.
Chronische stress verstoort hormonen en dat leidt tot overgewicht, diabetes, hart-vaatziekten, een minder sterk immuunsysteem, slapeloosheid en depressie. Mensen met stress hebben vaak moeite met leefstijlveranderingen, plannen, prioriteiten stellen, lange termijn beslissingen nemen en informatie verwerken.
Stress brengt je lichaam in staat van paraatheid. Je polsslag versnelt, je spieren spannen zich en je ademhaling wordt sneller en dieper. Het is de spanning die je voelt voor een examen, een optreden, een sollicitatiegesprek of een andere spannende gebeurtenis.
De kleinste taken zijn al te veel gevraagd en dat kan zorgen voor gevoelens van falen. Als je een burn-out hebt, dan heb je vaak ook veel klachten die voorkomen bij een depressie. Zo voel je je vaak somber, lusteloos en heb je last van schuldgevoelens. De ziektebeelden zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden.
Ons afweersysteem houdt de bacteriën prima onder controle, totdat stress-hormonen de afweer onderdrukken – en daarvoor is hard bewijs. Stress kan dus een duw richting ziekte geven. En dan niet alleen richting psychische klachten zoals overspannenheid of burn-out, maar bijvoorbeeld ook de oogziekte serosa.
Chronische stress beschadigt de hippocampus
Een verhoogde concentratie cortisol kan cellen verstoren of zelfs beschadigen. Chronische stress beschadigt de hippocampus, waardoor het cortisolniveau hoog blijft, zodat de hippocampus nog meer beschadigt – een vicieuze cirkel.
Als u even last heeft van stress, voelt u spanning in uw lichaam. Bijvoorbeeld bij een naderende deadline of in een gevaarlijke situatie. Uw lichaam maakt adrenaline aan, uw ademhaling versnelt, en uw bloeddruk en hartslag stijgen.
Je krijgt een verhoogde hartslag en bloeddruk, adrenaline komt vrij waardoor je spieren meer brandstof hebben, je gaat sneller ademhalen en andere functies die op dat moment minder belangrijk zijn zoals je spijsvertering gaan op stand-by modus.
Er wordt uiteindelijk meer cortisol aangemaakt, wat in een neerwaartse spiraal ervoor zorgt dat de stress alleen maar vermeerdert. Het gaat zichzelf in stand houden en wordt niet meer doorbroken. Het brein bestaat, even globaal gezien, uit de neocortex en het limbisch systeem.
Bij een beroerte (CVA) gaat er iets mis in de bloedvaten van je hersenen. Een deel van de hersenen krijgt op dat moment geen zuurstof en voeding meer. Plotseling vallen functies uit. Je gaat bijvoorbeeld verward praten of hebt een scheve mond of een lamme arm.
De mogelijke gevolgen van onvoldoende rust en ontspanning:
Chronische klachten kunnen je gezondheid flink aantasten. Jouw immuunsysteem wordt zwakker. Jouw hormoonhuishouding kan uit balans raken. Jij gaat roofbouw plegen op je energie, lichaam en gezondheid.
Als je prikkels niet goed kunt selecteren en/of prikkels langzamer dan gebruikelijk verwerkt dan ontvangen de hersenen teveel prikkels. Alles komt tegelijkertijd en/of even sterk binnen. Hierdoor raakt je brein overbelast en kun je geen nieuwe informatie meer opnemen of verwerken.
Als gevolg van langdurig véél te veel stress is het lijf uitgeput en zijn regelprocessen in de hersenen veranderd. Dát is de oorzaak van deze malaise. Om te herstellen moet het ontregelde brein weer normaal gaan functioneren. Dat gaat niet vanzelf en het heeft veel tijd nodig.
Door stress kan je jouw eetlust bijvoorbeeld verliezen, waardoor het mogelijk is dat je afvalt. Dit kan gebeuren om verschillende redenen: Je stofwisseling versnelt. Door het cortisol en de verhoogde adrenaline in je lichaam word je stofwisseling versnelt en gaat je hartslag omhoog.
Het langetermijngeheugen kan niet vol raken. Door hersenletsel of andere hersenziektes kan het wel worden aangetast.
Hersencellen maken minder goed contact met elkaar en trekken zich terug. Je wordt daardoor minder goed in staat jezelf te remmen of je gedrag te sturen. Je concentratie gaat achteruit en je emoties vliegen alle kanten op. Ook in de Hippocampus, een dieperliggend gedeelte in de hersenen, treedt een soort krimp op.
Stress betekent niets anders dan spanning of druk. Stress is niet per definitie ongezond. Je hebt een bepaalde mate van stress nodig om goed te kunnen functioneren. Gezonde stress is de spanning die je voelt voor een examen, optreden, sollicitatiegesprek of andere spannende gebeurtenis.
Kalmeringsmiddelen zijn medicijnen die uw emoties minder sterk maken. Ze helpen vooral tegen angst, zenuwen en stress. Bekende kalmeringsmiddelen zijn benzodiazepinen. Voorbeelden van kalmeringsmiddelen zijn alprazolam, bromazepam, diazepam en lorazepam.
Burn-out: Fysieke en/of mentale instorting (fase 12)
Er komt helaas niets meer uit je. Al je plannen zijn omgevallen. Het leven dat je hebt opgebouwd stelt niets meer voor. Je ziet de zin en het nut van het leven niet meer in en je kunt zelfs zelfmoordgedachten hebben.