Stamceltherapie is een behandeling waarbij de stamcellen worden ingebracht ter vervanging van afwezige of defecte cellen in bloed, weefsels of organen. Doel is het herstel van cellen, weefsels of organen.
Stamceltherapie, ook wel stamceltransplantatie of beenmergtransplantatie genoemd, wordt gebruikt bij de behandeling van leukemie en bepaalde non-hodgkinlymfomen. Daarbij wordt het zieke beenmerg dat afwijkende witte bloedcellen – kankercellen – produceert, vervangen door gezond merg.
Als je weer naar huis mag, zijn je afweersysteem en conditie nog niet volledig hersteld. Gemiddeld duurt dit na een allogene transplantatie een jaar. Tijdens dit jaar kun je beperkt worden in je dagelijks leven. Vooral de eerste 3 tot 6 maanden zijn lichamelijk gezien zwaar.
Nee, echt pijnlijk is de afname van stamcellen niet. Er zijn twee manieren om stamcellen af te nemen bij een donor: uit het bloed en uit het beenmerg. Een afname uit het beenmerg gebeurt onder algemene verdoving, wat op zich vrij ingrijpend is om als gezond persoon te ondergaan.
Een stamceltransplantatie kost rond de 35.000 tot 40.000 euro. Net zoveel als een jaar lang zware MS-remmende medicatie.
Die stamcellen moeten een nieuw immuunsysteem opbouwen dat het zenuwstelsel niet meer aanvalt. Uit een internationaal overzicht van de resultaten bij 764 mensen met MS, blijkt dat transplantatie vooral effect heeft als in het centraal zenuwstelsel veel actieve ontstekingen zitten, zo meldt de krant.
Stamceltherapie (aHSCT) is in Nederland nog niet beschikbaar en wordt niet vergoed als behandeling voor mensen met MS. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat de behandeling bij sommige vormen van MS nieuwe aanvallen kan voorkomen en achteruitgang kan remmen of zelfs stoppen.
Een droge mond, verandering of verlies van smaak en reuk is een veelvoorkomende klacht na stamceltransplantatie. Perioden van misselijkheid, braken en/of een veranderd ontlastingspatroon kunnen tot een aantal maanden na de transplantatie nog optreden. Bij deze klachten kan er ongewenst gewichtsverlies optreden.
Aan het afnemen van het beenmerg zelf zijn geen risico's verbonden, behalve het geringe risico van de algehele narcose. Er kan een lichte bloedarmoede ontstaan na de beenmerg-afname, wat vermoeidheid kan veroorzaken. Vaak krijgt u voor een maand ijzertabletten mee om dit tekort weer aan te vullen.
Na een stamceltransplantatie zijn de eerste 3 tot 6 maanden lichamelijk erg zwaar. Vooral na een allogene stamceltransplantatie is langdurig intensieve controle vereist. De eerste drie maanden onderzoekt uw arts u wekelijks op infecties, de graft-versus-host ziekte (transplantaat tegen gastheer) en andere complicaties.
Voorafgaand aan de infusie van de stamcellen krijgt de patiënt chemotherapie en immuunremmers om plaats te maken voor de donorcellen in het beenmerg en tevens de zieke cellen zoveel mogelijk op te ruimen.
Met beenmerg transplantatie wordt bedoeld het transplanteren van afgenomen beenmerg. Met stamceltransplantatie wordt bedoeld het transplanteren van stamcellen die door een speciale voorbehandeling vanuit het beenmerg naar het bloed verplaatst zijn.
Hoe vaak mag je doneren? Je mag tot 3 keer stamcellen doneren voor een niet-verwante patiënt. Als je wordt opgeroepen doneer je meestal maar één keer. Mochten jouw stamcellen daarna nodig zijn voor een familielid, kun je daarvoor nog in aanmerking komen.
Bij acute leukemie rijpen de witte bloedcellen in het beenmerg niet uit. Bij chronische leukemie rijpen de cellen nog redelijk goed uit, maar werken ze niet helemaal normaal. Het soort bloedcellen dat ongecontroleerd gaat delen, bepaalt of het om lymfatische of myeloïde leukemie gaat.
Er zijn twee manieren om stamcellen af te nemen. Het kan via het bloed (PBSC: perifere stamcelbloeddonatie) of via het beenmerg. In tweederde van de gevallen wordt gekozen voor stamceldonatie via het bloed. Het is de arts die bepaalt welke vorm wordt gekozen.
Isala heeft een samenwerkingsverband met het Amsterdam UMC (locatie VUmc) op het gebied van allogene stamceltransplantaties. De eventuele voorbehandeling met chemotherapie gebeurt in Isala, net als voorbereidende onderzoeken voorafgaande aan een allogene stamceltransplantatie.
Stamceltransplantatie. Aan het eind van de behandeling met chemotherapie blijft er nog steeds een grote kans bestaan dat de leukemie 1 tot 2 jaar na de behandeling weer terugkomt. Bij sommige patiënten is er daarom nog een behandeling met chemotherapie gevolgd door een stamceltransplantatie nodig.
Partiële antibiotische decontaminatie (PAD) en isolatie
In de periode waarin het eigen beenmerg is uitgeschakeld en de donor stamcellen nog moeten uitgroeien (de 2 weken na de transplantatie) is de afweer tegen infecties met bacteriën sterk verminderd.
De gekregen stamcellen groeien niet direct uit tot bloedcellen. Het duurt zo'n 2 tot 3 weken voor dat zover is. Deze periode heet 'de dip'.
Stamcellen kunnen zich nog tot elke cel met een functie differentiëren, oftewel veranderen. Stamcellen zijn in te delen in vier verschillende categorieën: totipotente stamcellen, pluripotente stamcellen, multipotente stamcellen en unipotente stamcellen.
Wanneer er verder geen complicaties zijn, kun je na drie tot vijf weken naar huis. Je moet nog wel regelmatig naar het ziekenhuis voor controles. Het herstel duurt bij een autogene stamceltransplantatie ongeveer een half jaar en bij een allogene transplantatie een jaar.
Er zijn geen voedingsmiddelen waarvan aangetoond is dat ze slecht zijn voor mensen met MS. Er zijn dus geen 'verboden' voedingsmiddelen. Het gaat uiteindelijk om het gehele voedingspatroon waarin ook wel eens ruimte kan zijn voor iets minder gezonds.
De levensverwachting na het vaststellen van de diagnose is heel moeilijk voorspelbaar, maar lijkt vaak te variëren van 5 tot 45 jaar met een gemiddelde van 18 jaar.
Symptomen MS
Moeheid: ernstige, langdurige vermoeidheid. Oogproblemen: pijn in je ogen, verminderd zicht, en dubbel of wazig zien. Spraakproblemen: mindere concentratie, traag denken, moeilijk woorden kunnen vinden of onduidelijk spreken. Tintelingen: branderig of koud gevoel, tintelingen of juist een doof gevoel.