Sneeuw is een vorm van neerslag die bestaat uit ijskristallen, welke bekend staan als sneeuwvlokken. Het is een weersverschijnsel in een vaste vorm van water, oftewel ijs.
Het zwaarste stadium van de sneeuw is het gletscherijs. Er zit dan bijna geen lucht meer in en dan praat je over 900 liter water per kubieke meter, wat zeer dichtbij de inhoud van een kubieke meter water komt (dat is 1000 liter).
Wanneer de temperatuur plotseling onder het vriespunt daalt, veranderen de waterdruppels van de wolken tot ijskristallen. Op weg naar beneden komen deze in aanraking met stofdeeltjes als zand, rook en as deeltjes die in de lucht zweven. Zo groeien de ijskristallen geleidelijk aan tot sneeuwkristallen.
Sneeuw is een vorm van neerslag die uit ijskristallen of een samenklontering hiervan bestaat. De ijskristallen hebben zes punten en ze zijn er in verschillen soorten en maten. Bij een temperatuur van +1 graad zijn de sneeuwvlokken het grootst.
Valt de neerslag in vaste vorm, bijvoorbeeld als sneeuw of ijzel, dan wordt de neerslag door een verwarmingselement in de regenmeter gesmolten. 1 millimeter smeltwater is te vergelijken met een sneeuwhoogte van 1 centimeter.
Sneeuw is een vorm van neerslag die bestaat uit ijskristallen, welke bekend staan als sneeuwvlokken. Het is een weersverschijnsel in een vaste vorm van water, oftewel ijs.
Meestal wordt aangenomen dat 1 mm neerslag inderdaad overeenkomt met een sneeuwdikte van 1 cm. Eén en ander hangt wel af van de soort sneeuw. Er bestaan namelijk ongelooflijk veel sneeuwvarianten. Zo is er bijvoorbeeld droge en natte sneeuw.
Natte sneeuw
Bereiken de sneeuwvlokken op enkele honderden meters een temperatuur boven nul graden, dan smelten de vlokken deels en ontstaat 'natte' sneeuw. Natte sneeuw dwarrelt veel minder en verdwijnt meestal gelijk. Alleen bij veel natte sneeuw in korte tijd, kan de sneeuw tijdelijk blijven liggen.
Regen maakt zeer natte sneeuw. Dat is sneeuw die op dat moment zeer lawine-gevaarlijk is. Deze sneeuw is ook een ramp om te skiën en levensgevaarlijk voor je knieën.
Over het algemeen valt in Nederland de meeste sneeuw in december, januari en februari. Soms doet de lente al bijna haar intrede als er nog sneeuw valt. In februari 2010 kopten de kranten bijvoorbeeld nog dat Nederland zich moest opmaken voor de hevigste sneeuwval in 30 jaar.
Kunstsneeuw wordt gemaakt door waterdruppels op hoge druk te laten bevriezen, hierdoor ontstaan kristallen. De beste condities om kunstsneeuw te maken is als het kouder is dan -3° Celsius, er weinig wind is, en de luchtvochtigheid relatief laag is.
Sinds 1959 worden sneeuwhoogten in Nederland nauwkeurig bijgehouden. Tegenwoordig valt ergens in Nederland ongeveer 20 dagen per jaar natte sneeuw of sneeuw. Vroeger telde Nederland duidelijk meer sneeuwdagen.
Als de temperatuur onder het vriespunt daalt (dus beneden de 0 graden komt), veranderen hele kleine waterdruppels van de wolken in hele fijne ijsnaaldjes(sneeuw). Als deze naar beneden dwarrelen, blijven deze naaldjes kleven aan stofdeeltjes die in de lucht zweven. Hierdoor vormen zich kristallen, sneeuwkristallen.
Daardoor wordt het onderste laagje sneeuw samengedrukt. Dit samendrukken zorgt ervoor dat er ijs ontstaat. En ijs is zwaarder en harder dan sneeuw. Als het niet meer vriest, gaan de sneeuw en het ijs dooien.
De dichtheid van de sneeuw in de onderste laag is namelijk hoger. Zo kan het gewicht van de 10 centimeter dikke laag stijgen van 20 kilo per vierkante meter naar 50 tot 60 kilo per vierkante meter. De sneeuwlaag oefent dan plotseling een druk van 750 tot 900 kilo op uw dak uit!
Om sneeuw te laten smelten, moet er veel energie in de vorm van warmte worden toegevoegd. Deze warmte, ook wel smeltwarmte genoemd, wordt onttrokken aan de bodem en aan de lucht net boven de grond. Hierdoor wordt het geleidelijk steeds kouder en op een gegeven moment is het zo koud dat de sneeuw blijft liggen.
Regen doet sneeuw wel zetten en inklinken. In verse sneeuw en poedersneeuw zit veel lucht en als het regent zal die lucht uit de sneeuw verdwijnen en wordt de sneeuw compacter. Door regen wordt het proces van zetten dus extreem versneld maar het smelten valt mee.
Regen is een vorm van neerslag waarbij waterdruppels uit een wolk vallen. Als de temperatuur van de wolk en de lucht onder de wolk boven nul is, bestaat de wolk geheel uit water. Door botsing van waterdruppeltjes kunnen de druppels verder aangroeien. Zijn ze groot genoeg, dan vallen ze uit de wolk en regent het.
Op deze eerste dag van april ligt een groot deel van Nederland bedolven onder een laag sneeuw van 1 tot 8 centimeter. Gisteravond lag op de Posbank bij het Gelderse Rheden al 14 centimeter. Vanochtend lag in de hogere delen van Nijmegen 13 cm en op de hoge Veluwe bij Rheden 15 cm.
Knerpende sneeuw. Sneeuwkristallen ontstaan bij diepe koude, door de condensatie van onderkoelde waterdamp rond microscopisch kleine kristallisatiekernen (stof, luchtverontreiniging, stuifmeel, minuscule zoutkristallen en zelfs bacteriën). Meestal klonteren de kristallen samen tot vlokken.
Bij temperaturen van enkele graden onder het vriespunt klonteren de aangegroeide ijskristallen tot sneeuwvlokken samen. Vallen deze vlokken tot onder het 0 °C-niveau (het 0 °C-niveau is het laagste niveau waarop de luchttemperatuur lager is dan 0 °C), dan smelten ze en bereiken de aarde als regendruppels.
Als naar alle waarneemstations in ons land wordt gekeken, lag er alleen in 2001 (7 dagen), 2003, 2005 en 2016 ergens in het land sneeuw. Dit was altijd 5 cm of minder en zeer lokaal. In 1924, 1928,1929, 1935, 1936 1968, 1970, 1978 en in 2022 waren er gesloten sneeuwdekdagen.
Natte sneeuw in mei is best zeldzaam, maar dat de sneeuw ook echt blijft liggen is heel bijzonder. De laatste dag na de winter in De Bilt met een sneeuwdek is 4 mei. Dat gebeurde in 1978. In De Bilt werden de laatste natte sneeuwvlokken waargenomen op 17 mei 1935.
Ons land wordt geplaagd door een strenge koudegolf, die in Ukkel duurde van de 6de tot en met de 11de. Het kwik daalt tot –20,8°C in Libramont (Libramont-Chevigny), tot –13,1°C in Ukkel en tot –12,3°C in Middelkerke. In Ukkel bedroeg de gemiddelde temperatuur van de afgelopen maand 9,5°C (normaal: 5,9°C).
Droge sneeuw: wanneer de temperatuur van de lucht tussen de wolk en de grond onder het vriespunt blijft, valt er droge sneeuw. Deze sneeuw blijft liggen en vormt het mooiste sneeuwdek. Natte sneeuw: dit type sneeuw ontstaat wanneer de sneeuwvlokken een luchtlaag passeren waar de temperatuur boven het vriespunt ligt.