In tegenstelling tot andere pijnstillers zoals ibuprofen of naproxen, die behoren tot de groep van niet-steroïde ontstekingsremmers (NSAID's), heeft paracetamol geen directe invloed op de bloedvaten of het maagdarmstelsel.
Paracetamol geeft een gemiddelde daling van de systolische bloeddruk van 4,5 mmHg in de eerste 12 uur na het begin van de behandeling.
Oraal toegediende APAP kan de bloeddruk verhogen wanneer het vaak wordt gebruikt 1–3 . Daarentegen is het goed gedocumenteerd dat APAP ernstige en soms fatale hypotensie bij patiënten veroorzaakt wanneer het intraveneus wordt toegediend, zoals gebruikelijk is op chirurgische intensive care-afdelingen 4–8 .
Paracetamol is over het algemeen een veilige pijnstiller. Maar als cardiologen raden we u aan om voorzichtig te zijn met de bruisvariant van het middel.Deze bevat namelijk een aanzienlijke hoeveelheid natrium, die de bloeddruk kan doen stijgen. Pas dus op met het gebruik van deze variant en overleg erover met uw arts.
Minder zout eten verlaagt je bloeddruk. Je let op zout door bijvoorbeeld kant-en-klaarmaaltijden, eten uit pakjes en zakje en zoute snacks zoveel mogelijk te laten staan. In verse, onbewerkte producten zit geen zout. En het zout dat je zelf over het eten strooit kun je vervangen door (verse) kruiden.
Gebruik van paracetamol
Er is een aanzienlijk aantal studies uitgevoerd om de relatie tussen pijnstillers en bloeddruk te onderzoeken, en hieruit blijkt dat paracetamol over het algemeen geen directe invloed heeft op de bloeddruk, op de korte termijn.
Regelmatig gebruik in verband gebracht met verhoogd risico
De onderzoekers volgden hen een jaar lang. Bij mensen met hoge bloeddruk die natriumbevattende paracetamol voorgeschreven kregen, was het risico op een hartaanval, beroerte of hartfalen na een jaar 5,6 procent en het risico op overlijden 7,6 procent .
Bij chronisch gebruik is er namelijk al leverschade gerapporteerd bij 3 tot 4 gram paracetamol per dag. Vandaar dat volgens de huidige richtlijnen bij chronisch gebruik (langer dan een maand) de maximale dagdosering van 2,5 gram wordt geadviseerd. '
Hulpmiddelen • Vermijden van cafeïne en alcohol. Rust en ontspanning. Koortsremmende middelen zoals bijvoorbeeld paracetamol. rusten of koortsremmende middelen heeft genomen.
Bij een geleidelijk verloop van de vernauwing in de aderen, behandelt uw arts u poliklinisch. Hij schrijft u cholesterolverlagers en/of bloedverdunners (aspirine) voor, in de vorm van tabletten.
In tegenstelling tot het vroeger vaak gebruikte 'aspirientje' heeft paracetamol geen invloed op de bloedstolling zodat het ook aangewezen is bij mensen die bloedverdunners innemen. Het antwoord is ja; paracetamol hoort dus zeker thuis in je medicijnkastje, op voorwaarde dat je het correct gebruikt.
Paracetamol kan ernstige huidreacties veroorzaken; staak het gebruik bij de eerste tekenen van huiduitslag of andere overgevoeligheid. Langdurig of veelvuldig gebruik wordt ontraden.
Paracetamol heeft geen bewezen effect op de slaap op zichzelf. Het kan zo zijn dat het werkt, omdat iemand denkt dat het werkt. Of omdat in slaap vallen beter lukt wanneer pijn wordt bestreden. Het is daarnaast niet geschikt om langere tijd te slikken en er zijn alternatieven die beter werken.
Tolido raadt langdurig gebruik af. "Vaker dan vijftien dagen per maand paracetamol gebruiken als je bijvoorbeeld hoofdpijn hebt, kan de klachten juist verergeren", legt de huisarts uit. "Het lichaam went aan de pijnstillers en daardoor wordt de pijn erger als je ineens geen paracetamol meer inneemt.
Mag ik paracetamol met andere medicijnen gebruiken? Gebruik niet tegelijk ook andere pijnstillers of griep- en verkoudheidsmiddelen die paracetamol bevatten. Controleer altijd de samenstelling van middelen zonder recept. Veel medicijnen tegen hoofdpijn, griep of verkoudheid bevatten onder andere paracetamol.
Een overdosis paracetamol kent verschillende symptomen. Deze lopen uiteen van misselijkheid, overgeven en pijn in de onderbuik, tot leverbeschadiging, nierbeschadiging en in sommige – zeer ernstige – gevallen zelfs coma of de dood. Vaak duurt het even voordat de eerste symptomen zich voordoen.
Leverschade door geneesmiddelen is de belangrijkste oorzaak van levensbedreigend acuut leverfalen in de westerse wereld. Een bekend voorbeeld is paracetamol, waarbij leverschade kan optreden zowel bij eenmalige bewuste overdosering als bij inname van een supratherapeutische dosering over een langere periode.
Paracetamol, op zichzelf of in combinatie met andere pijnstillers, wordt veel gebruikt om pijn te behandelen die gepaard gaat met acute en chronische aandoeningen. Het wordt als veilig genoeg beschouwd om een algemene verkoopvergunning (GSL) te hebben voor gebruik door "volwassenen, ouderen en kinderen ouder dan 16 jaar" en heeft weinig vermelde waarschuwingen of contra-indicaties.
In aanwezigheid van risicofactoren kan levertoxiciteit al optreden bij lagere hoeveelheden ingenomen paracetamol (o.a. laag lichaamsgewicht < 50 kg bij volwassenen, leverinsufficiëntie, chronisch alcoholgebruik, ernstige nierinsufficiëntie, vasten, chronische ondervoeding) (02.2018 – BCFI).
Regelmatig paracetamolgebruik verhoogt bloeddruk en daarmee CV-risico. Een regelmatige dagelijkse inname van 4 gram paracetamol per dag verhoogt de systolische bloeddruk met zo'n 5 mm HG bij personen met hypertensie. Dit gaat tevens gepaard met een toename van het cardiovasculaire (CV-) risico.
Mensen met een hoge bloeddruk die langdurig gebruik maken van paracetamol zouden hun risico op hartaanvallen en beroertes kunnen verhogen, zo suggereert een studie. De onderzoekers benadrukken wel dat de pijnstiller volledig veilig is om sporadisch te nemen tegen hoofdpijn en koorts.
In de Europese richtlijn (Visseren, 2021) wordt een systolische bloeddruk < 140 mmHg geadviseerd bij ouderen > 70 jaar en tot 130 mmHg als het goed verdragen wordt.
Onlangs hebben Sudano et al. [8] aangetoond dat paracetamol geassocieerd wordt met een significante stijging van de ambulante bloeddruk bij patiënten met coronaire hartziekte. Een systematische review suggereert dat paracetamol met voorzichtigheid gebruikt moet worden bij patiënten met vastgestelde coronaire hartziekte [9].