De dwanggedachten (obsessies) en dwanghandelingen (compulsies) zijn bij OCD zo ernstig dat ze het dagelijks leven beperken. Patiënten met ernstige OCD kunnen bijvoorbeeld urenlang bezig zijn met douchen, schoonmaken of het controleren van het huis, voordat ze naar buiten durven te gaan.
Wat gebeurt er bij een dwangstoornis in de hersenen? Bij mensen met een dwangstoornis is veel onderzoek gedaan naar de functie van de hersenen. Daaruit blijkt dat bij een dwangstoornis bepaalde delen van de hersenen actiever en andere delen minder actief zijn dan zou moeten.
OCD is een psychiatrische stoornis die wordt gekenmerkt door obsessieve gedachten en compulsieve handelingen zoals schoonmaken, controleren, tellen of hamsteren. Deze handelingen zijn irrationeel, beangstigend en het is moeilijk om er vanaf te komen.
OCD is een vorm van een angststoornis. Er wordt ook wel eens een vergelijking gemaakt met een Autisme Spectrum Stoornis. Echter is OCD niet een vorm van autisme. Wel kan het zo zijn dat mensen met autisme bepaalde dwanggedachten/handelingen ervaren vanuit hun problematiek.
Oorzaak van OCD
jeugdervaringen. Opgroeien in een emotioneel onveilige omgeving, met weinig aandacht voor gevoelens of juist met over bezorgdheid, kan een dwangstoornis veroorzaken. stress. ingrijpende gebeurtenissen waardoor het gevoel van veiligheid en het zelfvertrouwen onder druk komt te staan.
Hoe ontstaat een dwangstoornis? Er is niet één oorzaak aan te wijzen waardoor een dwangstoornis ontstaat; wel zijn er verschillende risicofactoren. Een dwangstoornis ontstaat meestal door een combinatie van erfelijkheid, lichamelijke oorzaken, wat iemand meemaakt in het leven en persoonlijke eigenschappen.
Heeft iemand in jouw familie een dwangstoornis, dan is de kans groter dat jij dit ook ontwikkelt.
Een dwangstoornis (OCD) gaat niet vanzelf over. Het is daarom belangrijk om hulp te zoeken en steun en begeleiding van hulpverleners en naasten te krijgen. Zelf omgaan met OCD of als naaste omgaan met OCD kan lastig zijn.
Dat schrijven onderzoekers van het Radboudumc en Amsterdam UMC en een grote groep internationale collega's in het American Journal of Psychiatrie. ADHD, ASD en OCD zijn ontwikkelingsstoornissen die regelmatig in combinatie met elkaar voorkomen.
Symptomen dwangstoornis
alles in het leven perfect willen regelen, controledwang. nergens onbekommerd van kunnen genieten, veel stress. een verstoorde dagelijkse routine hebben door voortdurende dwanghandelingen. last hebben van verstoorde sociale activiteiten door voortdurende dwanghandelingen.
Dwangstoornis of Obsessieve Compulsieve stoornis (OCS) OCS werd vroeger 'dwangneurose' genoemd. We spreken vandaag van een dwangstoornis. Zoals het woord 'dwang' al aangeeft uit zich dit angstprobleem meestal in twee klachten: dwanggedachten(= obsessies) en dwanghandeling (= compulsies).
Mensen met een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) hebben last van dwanggedachten of dwanghandelingen. Dwanggedachten (obsessies) zijn steeds terugkerende ideeën of voorstellingen die zich aan iemand opdringen en hem of haar moeilijk loslaten.
Bezig zijn met een preoccupatie – bijvoorbeeld het ordenen of aanraken van voorwerpen – is voor veel mensen met autisme juist erg bevredigend en kan leiden tot grote ontspanning. Juist de onderbreking ervan kan bij hen leiden tot angst en stress. Bij OCD leiden de handelingen en/of gedachten tot angst en onrust.
Mensen met een dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis, ook wel een obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis genoemd (OCPS), ervaren een sterke drang om alles onder controle te hebben. Ze zijn voortdurend bezig om hun taken ordelijk en foutloos te uit te voeren, vaak zonder enige emotie.
Als je een dwangstoornis hebt, dan kun je alleen last hebben van herhalende gedachten (obsessies). Als je last hebt van herhalende gedachten en herhalende handelingen (compulsies), dan heet dat een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS). Artsen noemen OCS ook wel OCD (Obsessive Compulsive Disorder).
Als je OCS hebt en na je behandeling minder last hebt van klachten, dan is het mogelijk om een goed dagelijks leven te hebben. Wel kunnen je klachten soms weer erger worden. Het kan nodig zijn dat je een lange tijd of voor de rest van je leven medicijnen tegen de stoornis moet slikken.
Ze kunnen heel hinderlijk zijn en moeilijk te stoppen. Door terugkerende dreigende of angstige gedachten kun je je gedwongen voelen om steeds dezelfde handelingen uit te voeren. Je voelt een onophoudelijke spanning, angst en onrust als je de handelingen niet uitvoert.
De vijf SSRI's citalopram, fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine en sertraline zijn voor de behandeling van de obessieve compulsieve stoornis (OCS) effectiever bevonden dan placebo. Met een behandeling met SSRI's verbetert 50% van de patiënten klinisch relevant. Het effect is te evalueren na 12 weken behandeling.
OCD komt bij ongeveer 2% van de bevolking voor, en is bij iets minder dan de helft van de patiënten erg moeilijk te behandelen.
Een dwangstoornis kan worden behandeld met cognitieve gedragstherapie. Er wordt samen met je toegewerkt naar het verminderen van de dwanghandelingen en dwanggedachten. Dit gebeurt door het doen van oefeningen. Ook word je geleerd je eigen bezorgde, angstige gedachten te onderzoeken en bij te stellen.