Het ondersteuningsteam op school is een deskundig team dat bij elkaar komt om leerlingen te bespreken die extra ondersteuning nodig hebben. Alle reguliere basisscholen in onze regio werken met een ondersteuningsteam.
Ondersteuners werken het efficiëntst als ze ingezet worden als een externe partner voor de scholen. Dit geeft hen het mandaat om als kritische vriend vanuit een onpartijdige deskundigheid, een positie in te nemen en scholen te helpen groeien naar meer inclusief onderwijs.
Wanneer de ondersteuning voor een bepaalde leerling niet voldoende resultaat oplevert, organiseert de school een Ondersteuningsteam (OT) en wordt bekeken welke aanvullende of extra ondersteuning nodig is voor de leerling en de leraar.
Ondersteuning is flexibel en op maat
Het nieuwe ondersteuningsmodel vervangt de vroegere begeleiding geïntegreerd onderwijs (GON) en inclusief onderwijs (ION). Je kind krijgt niet meer standaard een vast aantal uren begeleiding per week gedurende een bepaalde periode, zoals in GON en ION.
De GON-begeleid(st)er werkt leerlinggericht en schoolteamgericht. Bijbrengen van sociale / schoolse vaardigheden ▪ Plannen en organiseren ▪ Sociale context ▪ Strategieën, tips ▪ Ventileren ▪ Verduidelijken van tijd en ruimte ▪ Visualiseren, …
Aanpassingen voor leerlingen met dyslexie, disharmonische intelligentie of faalangst vallen onder de basisondersteuning. Scholen spreken binnen het samenwerkingsverband af wat er onder de basisondersteuning valt. Ondersteuning die specialistischer is dan de basisondersteuning heet extra ondersteuning.
Het ondersteuningsteam type 7 biedt ondersteuning in het basis- en secundair onderwijs voor kinderen en jongeren met een spraak-taalontwikkelingsstoornis en voor dove en slechthorende kinderen en jongeren.
Met een 'verslag van het CLB' kan een kind kiezen tussen het buitengewoon onderwijs of een individueel aangepast curriculum in een gewone school. Een 'gemotiveerd verslag van het CLB' geeft recht op ondersteuning in het gewoon onderwijs om het gemeenschappelijk curriculum te kunnen volgen.
Globale individuele ondersteuning is laagdrempelige en snel inzetbare hulp in de gewone kinderopvang of school van uw kind zodat kinderen met en zonder specifieke zorgbehoeften samen spelen, leren, vriendschappen sluiten …
De opleiding Leraarondersteuner is een erkende post mbo-opleiding. Om toegelaten te worden tot de opleiding dien je minimaal te beschikken over een diploma mbo onderwijsassistent of vergelijkbaar.
Over het algemeen buigt een ondersteuner zich over verschillende signalerende, begeleidende en verzorgende werkzaamheden in een woon- of dagbestedingssituatie. Dat betekent bijvoorbeeld de volgende taken: Het bedenken van en begeleiden bij dagelijkse activiteiten.
Het leersteundecreet gaat voor kwaliteitsvol onderwijs voor alle leerlingen, dat werkbaar blijft voor de leraar.
Individuele praktische hulp
Je begeleider of assistent biedt ondersteuning bij activiteiten in je dagelijks leven (ADL-activiteiten). Dat gaat dan over helpen met wassen, aankleden, eten, naar het toilet gaan, het huishouden doen, je naar je werk brengen en ga zo maar door.
Je kan tijdens of na het schooljaar overstappen van een school voor gewoon onderwijs naar een school voor buitengewoon onderwijs. Daarvoor heb je een verslag voor een individueel aangepast curriculum in het gewoon onderwijs of voor toegang tot het buitengewoon onderwijs nodig.
Voordat de school uw kind toelaat, moet de school bij het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen. Dit is een bewijs dat uw kind recht geeft op een plek in het speciaal onderwijs. Deskundigen adviseren het samenwerkingsverband of uw kind (voortgezet) speciaal onderwijs nodig heeft.
Een gemotiveerd verslag maakt ondersteuning vanuit buitengewoon onderwijs mogelijk. Een school voor gewoon onderwijs kan hiervoor beroep doen op de deskundigheid van het ondersteuningsnetwerk of van een specifieke school buitengewoon onderwijs.
In het buitengewoon onderwijs wordt type 9 ingericht voor leerlingen met een autismespectrumstoornis die geen verstandelijke beperking hebben, maar niet in het gewoon onderwijs terecht kunnen.
Buitengewoon basisonderwijs type 5 richt zich tot kinderen die om medische redenen (tijdelijk) in een ziekenhuis of preventorium verblijven.
Buitengewoon kleuter- en lager onderwijs type 4 richt zich tot kinderen die door een motorische en/of meervoudige beperking het gewoon onderwijs tijdelijk of permanent niet kunnen volgen. Wij vertrekken vanuit de individuele mogelijkheden van elke leerling en proberen diens potentieel maximaal te ontplooien.
Het belangrijkste verschil tussen een onderwijsassistent en een leraarondersteuner is dat een leraarondersteuner zelfstandig taken mag uitvoeren zoals lesgeven en toetsen nakijken.
Om onderwijsassistent of klassenassistent te worden heeft u een diploma van de mbo-opleiding tot onderwijsassistent nodig. Er zijn verder (nog) geen wettelijke bekwaamheidseisen voor deze beroepen.
Om elk kind een passende onderwijsplek te bieden hebben scholen een zorgplicht. Scholen werken daarbij samen in een regio. Deze samenwerkingsverbanden zorgen ervoor dat er een passende plek is voor alle leerlingen in de regio.
Het ondersteuningsnetwerk van KIDS biedt deze begeleiding aan. Het ondersteuningsnetwerk vervangt de vroegere begeleiding geïntegreerd onderwijs (GON) en inclusief onderwijs (ION). Een kind of jongere krijgt niet langer standaard een vast aantal uren begeleiding per week gedurende een bepaalde periode.
De zorgcoördinator heeft een spilfunctie in de interne zorgstructuur van de school. Hij is gespecialiseerd in het signaleren van extra ondersteuningsbehoeften en voor het inzetten van de juiste hulp en ondersteuning voor de leerling.