Het licht van een ster die laag boven de horizon staat, moet een langere weg door de dampkring afleggen. Daarom zullen die sterren meer flikkeren. Een ster die hoog aan de hemel prijkt, fonkelt veel minder. Planeten en de zon fonkelen niet aan de hemel.
Warme lucht stijgt op, koelere lucht daalt. En omdat de zon niet altijd overal op aarde schijnt, zijn er altijd temperatuurverschillen in de dampkring. De lucht met alle sterlichtverstorende deeltjes is dus altijd in beweging. Het lijkt wel of de ene ster soms harder knippert dan de ander.
In Nederland wordt het uitzicht op de Melkweg net als in de rest van Europa voor meer dan de helft van de bevolking ernstig vertroebeld door lichtvervuiling. Ons land wordt in de studie zelfs genoemd als één van de plekken waarvandaan je het verst moet reizen om een ongestoord uitzicht op de sterrenhemel te vinden.
De melkweg
In Vlaanderen heb je op goede nachten kans in Oostmalle (aan het militair vliegveld), Postel, de Westhoek, de Vlaamse Ardennen of de Voerstreek. Daarnaast zoek je de melkweg best op een maanloze nacht. Je ziet dan als het ware 'een wolk van sterren' net boven je hoofd. Dit is de melkweg.
Bewolking. Uiteraard wil je het liefste volledig onbewolkt weer als je sterren gaat kijken. Het schoonste onbewolkte weer is er als de lucht hoger in de atmosfeer van oorsprong koud is. Er is dan vaak ook geen dunne hoge bewolking aanwezig.
Vooruitzicht. Astronomen hebben, met behulp van gegevens afkomstig van de ruimtetelescoop Hubble, berekend dat de Melkweg waarschijnlijk over 4 miljard jaar zich zal samenvoegen met het Andromeda-sterrenstelsel. De zon raakt wellicht uit haar koers, maar dat zal verder geen gevolgen hebben voor het zonnestelsel.
In de Melkweg vind je van alles. Van zwarte gaten, naar geboortekamers (waar de sterren geboren worden), tot rode reuzen (zeer oude sterren). Wij zijn onderdeel van de Melkweg. Hierdoor kunnen we niet precies zien en meten hoe het eruit ziet.
Vier van deze planeten zijn goed met het blote oog te zien: Mars, Jupiter, Saturnus en Venus. Ze lijken op grote sterren, maar het verschil is dat je ze niet ziet knipperen.
De beste tijd om de Melkweg te bewonderen is in de maanden augustus, september en oktober. 's Avonds staat de Melkweg dan hoog aan de hemel, vanaf de oostelijke horizon via het punt recht boven je hoofd tot aan de westelijke horizon.
Vooral de drie gordelsterren die op één lijn staan, zijn opvallend. De helderste sterren van een sterrenbeeld krijgen Griekse letters. De drie gordelsterren zijn delta, epsilon en zeta Orionis. "Linksboven" staat de helderste ster van Orion, Betelgeuze: dat is dus alpha Orionis.
De donkerste plekken voor het bekijken van de nachthemel boven Nieuw-Zeeland vind je in het Mackenzie Basin, binnen het Aoraki Mackenzie Reserve. In dit reservaat vol gletsjers ligt ook de hoogste berg van het land, en het gebied is ideaal voor kamperen en bergbeklimmen.
De Melkweg kan een donkere, zomerse hemel vullen met duizenden sterren. Hij is zo groot dat je hem met het blote oog kunt zien. Ga gewoon naar een donkere, afgezonderde plek. Als je op het noordelijk halfrond bent, kijk dan naar het zuiden.
Als een lichtstraal door die trillende lucht gaat, wordt het licht ietwat gebroken. Het resultaat is een fonkelende ster. Het licht van een ster die laag boven de horizon staat, moet een langere weg door de dampkring afleggen. Daarom zullen die sterren meer flikkeren.
Het maakt het namelijk lastiger om objecten in de ruimte te kunnen zien. Sterren twinkelen, sorry scintilleren, doordat het binnenvallende sterlicht verstrooid raakt als gevolg van turbulenties in de aardatmosfeer, waardoor het licht van de ster (vanuit ons perspectief) zachtjes lijkt te wiebelen.
De lucht om ons heen verstrooit veel van het zonlicht. Dit verstrooide licht is nog steeds veel feller dan het licht van de sterren. Daarom zie je de sterren niet overdag. Als je op de Maan zou staan zou je overdag de sterren echter wel kunnen zien als je de handschoen van je ruimtepak voor de Zon zou houden.
Starend naar de hemel kun je hem eigenlijk niet missen: de Poolster. Gigantisch lichtgevend en het is de ster die het noorden aangeeft. Je kan de Poolster spotten door De Grote Beer te zoeken en een lijntje van de twee buitenste sterren van de pan naar boven te trekken.
Maar toch kan de mens niet op Venus leven. Door de dikke bewolking en dichte atmosfeer is het er erg warm. De temperatuur kan oplopen tot 465 graden Celsius en daarmee is Venus de heetste planeet in het zonnestelsel. Omdat Venus de planeet is die het dichtst bij de aarde staat, is er veel onderzoek naar gedaan.
Sirius. De helderste ster aan de hemel is dan weer niet noodzakelijk de ster die van zichzelf het felst straalt. Sirius is voor een groot deel zo helder doordat hij tot de meest nabije sterren behoort. De op een na helderste ster Canopus oogt iets zwakker dan Sirius, maar staat wel ruim 35 keer zo ver weg.
De aarde bevindt zich dicht bij het centrum van het zonnestelsel, op ongeveer 150 miljoen kilometer, ofwel 8 lichtminuten van een gele dwerg, die bekendstaat als de zon. De aarde draait rond deze gele dwerg met een gemiddelde snelheid van 30 km/s.
Als we voor het gemak aannemen dat een gemiddeld sterrenstelsel honderd miljard sterren telt, dan zijn er in het waarneembare heelal dus honderd miljard keer honderd miljard sterren. Dat zijn er tien triljard - een één met tweeëntwintig nullen.
Een lichtjaar is de afstand die licht in een jaar kan reizen - dat is ongeveer 9 460 000 000 000 kilometer! Licht heeft ongeveer 4,2 jaar nodig om de afstand naar de dichtstbijzijnde ster buiten ons zonnestelsel te overbruggen, daarom zeggen sterrenkundigen dat Proxima Centauri 4,2 lichtjaren van ons is verwijderd.
Het heelal dijt uit, waardoor de fotonen in de kosmische achtergrondstraling 45 miljard lichtjaar reisden om er te komen. Hierdoor heeft het zichtbare universum een doorsnee van circa 90 miljard lichtjaar. Toch is het heelal minimaal 250 keer groter, zo blijkt uit een nieuwe wiskundige berekening.
Het einde van de zon
Dat gebeurt over ongeveer 5 miljard jaar, als de zon is opgebrand. Een ster die geen waterstof en helium meer heeft om aan fusie-energie te komen zal in intensiteit afnemen maar heel erg opzwellen. De zon zal naar schatting zo groot opgeblazen worden dat de aarde erdoor wordt verzwolgen.