De Labrador Retriever is een vriendelijke, opgewekte hond. Van nature zijn deze dieren graag bij mensen en zijn ze niet eenkennig. Het ras is gemakkelijk te trainen en staat bekend als gehoorzaam, wanneer ze goed zijn opgevoed. Deze honden zijn vooral in hun jonge jaren bijzonder actief en hebben veel beweging nodig.
Gelukkig houdt een Labrador van spelen, rennen en zwemmen en is hij ook nog eens goed in apporteren én speuren. Genoeg manieren om het gewicht op peil te houden dus.
Labradors houden erg van hun baasje, vooral van kinderen. Ze willen overal bij zijn en blijven niet graag lang alleen. De honden vallen vooral op door hun geduldige en evenwichtige aard. Met hun rustige aard en hun onverstoorbare vriendelijkheid dragen ze bij aan de harmonie binnen het gezin.
Daarom is een labrador een fantastische gezinshond die altijd lief en rustig blijft, op één voorwaarde. Ga samen regelmatig naar buiten om zijn actieve karakter genoeg ruimte te geven. Labradors zijn natuurlijk dieren en dus nooit helemaal voorspelbaar, maar dit ras blinkt uit in vriendelijkheid en zachtaardigheid.
De Labrador heeft talrijke innemende eigenschappen: intelligent, makkelijk te trainen en een uitstekende metgezel voor het gezin. Labradors hebben een matige hoeveelheid beweging nodig, maar als ze dat niet krijgen of als ze alleen worden gelaten, dan kunnen ze destructief worden.
De Afghaanse windhond is de domste hond
Hij is echter ook heel zelfstandig en heeft daarom niet altijd 'zin' om te gehoorzamen. De Afghaanse windhond eindigt onder aan de lijst en wordt beschouwd als de domste hond door de hondentrainers die werden geïnterviewd in de studie van Stanley Coren.
De meeste Labradors worden wat rustiger op het moment dat een tijdje volledig volwassen zijn. Meestal is dit op een leeftijd van ongeveer 3 jaar. Ook daarna kan je Labrador nog druk zijn, maar meestal begint de hond rond deze leeftijd wat kalmer te worden.
Dat betekend dat je in de beginperiode vaak naar buiten moet. Een volwassen Labrador voldoet aan 4 wandelingen per dag. Tijdens deze wandelingen kan hij al zijn energie kwijt, genieten van de buitenlucht en spelen met andere honden die jullie tegenkomen. Een Labrador wordt van al deze dingen enorm blij.
Geef je kleine labrador daarom alle gelegenheid om te wennen. Voorkom dat je hem overspoelt met aandacht en laat hem z'n gang even gaan. Voorkom dat eventuele kinderen constant aan hem zitten en met hem bezig zijn. Je puppy heeft veel te verwerken en heeft daar de tijd voor nodig.
De Labrador Retriever is een vriendelijke, opgewekte hond. Van nature zijn deze dieren graag bij mensen en zijn ze niet eenkennig. Het ras is gemakkelijk te trainen en staat bekend als gehoorzaam, wanneer ze goed zijn opgevoed. Deze honden zijn vooral in hun jonge jaren bijzonder actief en hebben veel beweging nodig.
Waarom verharen labradors? Labradors verharen meestal meer dan andere kortharige rassen omdat hun haar ongelooflijk dicht is en een dubbele vacht heeft. Deze dubbele vacht bestaat uit een gladde buitenste laag haar, die waterdicht is, en een pluizige ondervacht om jouw Labrador warm te houden, ongeacht het weer.
De kleuren geel en blauw kan hij goed van elkaar onderscheiden, maar de kleuren rood en groen ziet hij niet. Dat betekent dat een hond kleurenblind is. Honden kunnen wel goed zien in het donker. Ze zien bewegende voorwerpen ook beter dan mensen.
Veel toekomstige hondeneigenaren zoeken een rustige hond die zich makkelijk aanpast aan het gezinsleven. Labradors zijn wat dat betreft perfecte gezinshonden. Ze zijn makkelijk te trainen, betrouwbaar en gek op alle mensen. Volgens veel Labrador liefhebbers zou de gele of blonde Labrador het rustigst zijn.
Warm je Labrador Retriever op en laat hem afkoelen tijdens wandelingen, net zoals je dat voor jezelf zou doen. De gemiddelde Labrador Retriever zal, eenmaal in goede conditie, geen probleem hebben om 5 tot 10 kilometer met je te rennen. Nogmaals, dit moet geleidelijk worden opgebouwd.
Jongere Labradors of puppy's hebben minder beweging nodig dan volwassen honden. Hetzelfde kan gezegd worden over oude Labradors of honden met gezondheidsproblemen. Over het algemeen hebben gezonde volwassen Labradors gemiddeld 1 tot 1,5 uur actieve training per dag nodig om fit te blijven.
Puppies kennen hun eigen grenzen nog niet zo goed, en zijn erg kwetsbaar omdat ze zo snel groeien. Daarom is het beter om je wandeling niet langer te maken dan 1 minuut per week dat je pup oud is (8 weken oude pup 8 minuten, 9 weken oude pup 9 minuten, etc.). Dit geldt ongeveer tot je pup een jaar oud is.
Over het algemeen moet je je Labrador één keer per maand wassen. Dit varieert echter enorm, afhankelijk van het karakter van je hond, het gebied waarin je woont en de hoeveelheid beweging die je Labrador dagelijks krijgt. Een windhond die een korte vacht heeft en zichzelf schoon houdt, heeft niet zo vaak een bad nodig.
Als huishond is de labrador retriever ronduit ideaal. Hij is aanhankelijk, trouw, heel lief voor kinderen en tevens een goede waakhond als hem voldoende wantrouwen jegens vreemden wordt bijgebracht. Ondanks zijn krachtige gestalte bruist dit ras van temperament.
Omdat het een middelgroot tot groot ras is, gefokt om te werken, kunnen Labrador Retrievers goede hardlopers zijn. Niet alle honden hebben een goede lichaamsbouw om snel te rennen, maar Labrador Retrievers zijn redelijk snel als ze in goede conditie zijn.
De labrador is sterk en bewegelijk, krachtig in zijn uitingen en de staart hangt geen ogenblik stil. De labrador is bijzonder aanhankelijk, bezit een prima neus, is zeer zacht in de mond, erg leerzaam en wil zijn baasje graag plezieren. Hij is dol op andere honden, mensen en kinderen.
Wanneer dit moment is verschilt enorm per hond. Zo kan het zijn dat je hond al iets rustiger wordt bij een leeftijd tussen de 6 en 9 maanden. Wanneer je hond volwassen is, dit is tussen de 1 en 2 jaar, zie je vaak dat de grote hoeveelheid puppy energie is verdwenen.
Wanneer stopt je pup met bijten en happen? Tijdens het wisselen van het melkgebit kan de pup juist nog iets meer gaan bijten. Maar wees gerust: het gaat over! Na het wisselen van het melkgebit (met maximaal 7 maanden) stopt het happen en bijten over het algemeen.