Een kruisschakeling bestaat uit twee wisselschakelaars en één of meerdere kruisschakelaars. De kruisschakelaar verbindt middels vier schakeldraden de wisselschakelaars met elkaar waardoor vanuit meer dan twee plekken bijvoorbeeld een lamp in- of uitgeschakeld kan worden.
Het verschil tussen een wisselschakelaar en een serieschakelaar is de behuizing van de schakelaar. Een wisselschakelaar heeft één wisselcontact en is ook te gebruiken als enkelpolige schakelaar en een serieschakelaar heeft twee contacten die apart te bedienen zijn.
Als je de ingangen aan elkaar doorlust, dan hebben beide uitgangen toch altijd stroom, ongeacht hoe de schakelaar staat? Kies je echter gewoon 1 van de twee ingangen, en de uitgangen gebruik je zoals normaal, dan heb je een wisselschakelaar.
De kruisschakelaar heeft vier aansluitingen, waarbij er twee zwarte draden (ingang) aan de bovenzijde van de schakelaar aangesloten worden en twee zwarte draden (uitgang) aan de onderzijde. De bedieningswip is net als bij een enkelpolige schakelaar enkel.
Hoe werkt een wisselschakeling? Bij een wisselschakeling onderbreekt of verbindt één van de twee wisselschakelaars de stroom tussen de fasedraad en de schakeldraad die naar de lamp leidt.
Sluit de binnenkomende bruine (fasedraad) of zwarte (schakeldraad) draden aan op de schroef met markering L1. Sluit de twee draden welke vertrekken naar de kruisschakelaar aan op de schakelaar waar deze 1 en 1' aangeeft (normaliter zijn dit twee zwarte draden). Onthoud welke draad op welke aansluiting zit!
Tweepolige (dubbelpolig) schakelaar
In vochtige ruimtes is de kans op lekstroom groter dan in droge ruimtes. Een tweepolige schakelaar zorgt ervoor dat het risico op eventuele lekstromen wordt uitgesloten. Gebruik bij voorkeur in vochtige ruimtes een tweepolige schakelaar.
Hoe plaats je een kruisschakeling? Neem de 3G1.5 kabel. Dat is de voedingskabel die komt van het verdeelbord of van de andere schakelaar.
Het verschil tussen een enkelpolige schakelaar en een dubbelpolige schakelaar is dat op een enkelpolige schakelaar een fasedraad en schakeldraad worden aangesloten en op een dubbelpolige schakeldraad wordt naast een fasedraad en schakeldraad ook nog een nuldraad aangesloten.
De (bruine) fasedraad wordt gemonteerd op de gemerkte aansluitklem van de eerste wisselschakelaar (A); de (blauwe) nuldraad loopt rechtstreeks naar lamp. Van de lamp gaat een (zwarte) schakeldraad (lampedraad) naar de tweede wisselschakelaar (B) en wordt daar vastgezet op de gemerkte klem.
Om twee lampen aan één lichtpunt te bevestigen, heeft u twee lasklemmen nodig. U opent de lasklemmen door de oranje klepjes omhoog te duwen. Vervolgens neemt u de gestripte snoeren en haalt u de blauwe en bruine kabels uit elkaar.
Een dubbele wisselschakelaar gebruiken om twee lampen of twee lampgroepen vanuit twee plekken te bedienen. Het is echter tevens mogelijk om een wisselschakeling met de dubbele wisselschakelaar te maken. Je bedient dan twee lampen of twee lampgroepen vanuit twee plekken met een dubbele wisselschakelaar.
Als je meerdere lampen wilt bedienen vanuit één stroompunt, heb je een serieschakelaar nodig. Hiermee kun je twee lampen tegelijkertijd of los van elkaar aan- en uitzetten. Het is hierbij belangrijk dat het wattage van je lampen gelijk aan elkaar is zodat de spanning gelijk verdeeld wordt over je verlichting.
Het verschil is dat de aansluitklem van de toevoerdraad inwendig met beide schakelaars verbonden is. Bij lichtschakelingen kunnen met behulp van een serieschakelaar twee lampen of lampengroepen naar behoefte ieder afzonderlijk of tezamen enkelpolig worden in- en uitgeschakeld.
Een enkelpolige schakelaar heeft twee aansluitklemmen en één schakelknop terwijl een wisselschakelaar drie aansluitklemmen en één schakelknop heeft. Door gebruik te maken van twee aansluitklemmen van een wisselschakelaar, kan een wisselschakelaar ook als enkelpolige schakelaar gebruikt worden.
Begin altijd bij de eerste schakelaar. Koppel de blauwe draad van de schakelaar en de blauwe draad die naar de lamp loopt aan elkaar. Vervolgens bevestig jij de resterende kabels aan de schroeven. De bruine fasedraad of zwarte schakeldraad koppel je aan het schroefje waar 'L1' boven staat.
De verplichting voor een dubbelpolige schakelaar in de badkamer is sinds enkele jaren echter ook bij indienststellings-of gelijkvormigheidsonderzoek niet meer verplicht. Deze verplichting bestond inderdaad aanvankelijk wel.
Deze toepassing komt niet veel voor in de elektrotechniek maar in principe is dit perfect mogelijk. Bij het gebruik van een dubbelpolige schakelaar als enkelpolige schakelaar dient u de toekomende bruine of zwarte draad op de L1 klem aan te sluiten, de vertrekkende draad die naar de lamp gaat plaatst u op klem 1.
Een teleruptor of impulsschakelaar is een bistabiel relais dat je vanop afstand kan bedienen. Dit houdt in dat een impulsschakelaar kan veranderen van open naar gesloten toestand, wanneer die vanop afstand bediend wordt via bijvoorbeeld een drukknop. Daarom wordt het ook wel vaker een afstandsschakelaar genoemd.
Stap 3: Sluit op de achterkant van de wisselschakelaar de fasedraad (alle kleuren behalve blauw of groengeel) aan op de L. Dit is de draad die zorgt voor de toevoer van stroom naar je schakelaar.
Allereerst sluit je het bruine draad aan op het eerste rode contactpunt (L/P). Vervolgens verbind je het eerste rode contactpunt door middel van een stukje bruine draad met het tweede rode contactpunt (L/P) als dit gedaan is werkt de dubbele wisselsschakelaar net als een gewone wisselschakelaar.
Dubbelpolige schakelaar als enkelpolige schakelaar gebruiken
Bij het gebruik van een dubbelpolige schakelaar als enkelpolige schakelaar dient u de toekomende bruine of zwarte draad op de L1 klem aan te sluiten, de vertrekkende draad die naar de lamp gaat plaatst u op klem 1.
Fasedraad
De toekomende bruine draad is de 'fasedraad'. Deze sluit je aan waar de schakelaar L1 aangeeft. Is er in jouw geval geen bruin draad aanwezig maar wel een zwart draad (schakeldraad)?
Blauw = Nuldraad Bruin = Fasedraad Zwart = Schakeldraad Geel/groen = Aarde draad. Zoals u kunt zien op het plaatje gaat de bruine draad naar de schakelaar en naar het stopcontact. De blauwe gaat naar de lamp en naar het stopcontact. De zwarte is de schakeldraad tussen de schakelaar en de lamp.